Het wetsvoorstel Belastingplan 2020 bevat diverse maatregelen om de lasten van burgers te verlichten met als doel de koopkracht van burgers te verbeteren.
Tweeschijvenstelsel
Het kabinet heeft besloten tot enkele aanvullende maatregelen die de lasten van burgers verlagen. De invoering van het tweeschijvenstelsel versnelt. De invoering die eerst per januari 2021 zou plaatsvinden, wordt in het nieuwe voorstel al per 1 januari 2020 gerealiseerd.
Het toptarief komt daardoor in 2020 al uit op 49,5%. Het kabinet houdt daarbij vast aan het uit het Belastingplan 2019 voortvloeiende afbouwtraject van het maximale aftrektarief voor de aangewezen grondslagverminderende posten en dus aan een maximaal aftrektarief in 2020 van 46%.
Ook neemt het kabinet een aantal maatregelen om de koopkracht van vooral de lagere inkomensgroepen te verbeteren.
Hogere algemene heffingskorting
In het voorstel wordt de algemene heffingskorting in twee stappen verhoogd: met € 78 in 2020 en met € 2 in 2021. Deze verhoging komt bovenop de beleidsmatige verhoging die al in het basispad zat.
De verhoging van de algemene heffingskorting verbetert met name de koopkracht van lagere inkomens.
Uit de Macro-Economische Verkenningen:
De algemene heffingskorting wordt verhoogd. De maximale korting gaat omhoog met 194 euro. Het afbouwpercentage voor midden- en hogere inkomens gaat hierdoor omhoog van 5,1% naar 5,7%.
Deze maatregel is gunstig voor personen met een belastbaar inkomen onder het aangrijpingspunt van het toptarief (68,5 duizend euro).
Macro-Economische Verkenningen 2020
Minder fiscaal verschil werknemers en zelfstandigen
Het kabinet vindt dat het verschil in fiscale behandeling tussen werknemers en zelfstandigen moet worden verkleind. Maar het kabinet wil voorkomen dat zelfstandigen financieel in de problemen komen. Het kabinet stelt daarom een combinatie voor van het verhogen van de arbeidskorting en een geleidelijke verlaging van de zelfstandigenaftrek.
Hogere arbeidskorting
In het voorstel wordt aan de ene kant de arbeidskorting met ingang van 2020 in drie stappen verhoogd ten opzichte van het basispad. Hiervan profiteren zelfstandigen en werknemers.
Uit de Macro-economische Verkenningen:
De arbeidskorting wordt verhoogd. De arbeidskorting kent drie opbouwtrajecten.
- Bij een (persoonlijk) arbeidsinkomen van 9,9 duizend euro gaat de korting met 106 euro omhoog.
- Bij een arbeidsinkomen van 21,4 duizend euro gaat de korting met 140 euro omhoog.
- Bij een arbeidsinkomen van 34,9 duizend euro gaat de korting met 364 euro omhoog.
Deze aanpassingen zijn gunstig voor personen met een arbeidsinkomen lager dan 98,6 duizend euro.
Lagere zelfstandigenaftrek
Aan de andere kant stelt het kabinet voor de zelfstandigenaftrek per 2020 met acht stappen van € 250 en één stap van € 280 te verlagen naar € 5000 in 2028. Dit betekent dat de zelfstandigenaftrek uitkomt op circa twee derde van het huidige niveau.
Doordat tegenover de afbouw van de zelfstandigenaftrek maatregelen staan die de lasten verlichten,zoals de verhoging van de arbeidskorting, gaan zelfstandigen er tot en met 2028 in de meeste gevallen nog steeds op vooruit. Voor de jaren 2020 en 2021 is er een positieve koopkrachtontwikkeling voor zelfstandigen.
Voor alle groepen wordt een behoorlijke koopkrachtplus verwacht.
Koopkracht verbetert – grootste stijging voor midden- en hoge inkomens
IB-parameters voor belastingplichtigen < AOW-leeftijd
Tarief schijf 1: 2019 – 36,65%, 2020 – 37,35%, 2021 – 37,10%
Tarief schijf 2: 2019 – 38,10%, 2020 – 37,35%, 2021 – 37,10%
Tarief schijf 3: 2019 – 38,10%, 2020 – 37,35%, 2021 – 37,10%
Tarief schijf 4: 2019 – 51,75%, 2020 – 49,50%, 2021 – 49,50%
Grens schijf 1: 2019 – € 20.384, 2020 – € 20.711, 2021 – € 20.939
Grens schijf 2: 2019 – € 34.300, 2020 – € 34.712, 2021 – € 34.999
Grens schijf 3: 2019 – € 68.507, 2020 – € 68.507, 2021 – € 68.507
AHK: maximaal: 2019 – € 2.477, 2020 – € 2.711, 2021 – € 2.801
AHK: afbouw in 2e en 3e schijf: 2019 – 5,147%, 2020 – 5,672%, 2021 – 5,888%
Arbeidskorting: bedrag grens 1: 2019 – € 170, 2020 – € 279, 2021 – € 389
Arbeidskorting: bedrag grens 2: 2019 – € 3.399, 2020 – € 3.595, 2021 – € 3.776
Arbeidskorting: bedrag grens 3: 2019 – € 3.399, 2020 – € 3.819, 2021 – € 4.143
Arbeidskorting: bedrag grens 4: 2019 – € 0, 2020 – € 0, 2021 – € 0
Arbeidskorting: afbouwpunt: 2019 – € 34.060, 2020 – € 34.989, 2021 – € 35.982
Arbeidskorting: afbouwpercentage: 2019 – -6,00%, 2020 – -6,00%, 2021 – -6,00%
Zelfstandigenaftrek: 2019 – € 7.280, 2020 – € 7.030, 2021 – € 6.780
IACK: maximaal: 2019 – € 2.835 2020 – € 2.881, 2021 -€ 2.913
IACK: inkomensgrens: 2019 – € 4.993 2020 -€ 5.072, 2021 – € 5.127
IACK: opbouwpercentage 2019 – 11,45% 2020 -11,45%, 2021 -11,45%
Jonggehandicaptenkorting 2019 – € 737, 2020 – € 749, 2021 – € 758
Zie ook Sneller naar het tweeschijvenstelsel
Zie ook Algemene heffingskorting omhoog
Zie ook Arbeidskorting omhoog
Zie ook Zelfstandigenaftrek omlaag