Het onderzoek is in opdracht van de Belastingdienst uitgevoerd naar het gebruik van de onbelaste reiskostenvergoeding. Daarbij wordt ook ingegaan op de thuiswerkvergoeding.
De doelstelling van het onderzoek is naar het gebruik van de onbelaste reiskostenvergoeding: inzicht verkrijgen in het zakelijke reisgedrag van werknemers in loondienst, zelfstandigen, de mate waarin zij nu gebruik maken van de onbelaste reiskostenvergoeding en in de reiskosten die zij daadwerkelijk maken. Dit inzicht moet stevig genoeg zijn om te kunnen dienen als onderbouwing van een wetsvoorstel tot aanpassing van de reiskostenvergoeding.
De onbelaste reiskostenvergoeding gaat dus per 1 januari 2023 omhoog naar € 0,21 per kilometer, hebben we kunnen lezen in het wetsvoorstel Belastingplan 2023.
Onbelaste reiskostenvergoeding per 2023 naar 0,21 euro per kilometer
Opvallende resultaten
Een aantal opmerkelijke resultaten uit het onderzoek:
- Ongeveer de helft van de werknemers maakt wekelijks gebruik van een eigen auto/motor of auto van de zaak voor het woon-werkverkeer. Werknemers en rijden ongeveer 120 km per week voor woon-werkverkeer.
- Negen op de tien werkgevers bieden werknemers een reiskostenvergoeding aan. De reiskostenvergoeding is in de meeste gevallen 19 cent per kilometer. Een meerderheid van de werkgevers vergoedt alleen woon-werkverkeer.
- Wanneer werknemers een reiskostenvergoeding wordt geboden, maken zij daar meestal gebruik van.
- Hogere reiskosten zijn voor meeste werknemers en zelfstandigen geen reden om meer thuis te werken.
- Ondanks de hoge bekendheid wordt de thuiswerkvergoeding volgens de meeste werknemers en werkgevers niet geboden, vaak omdat de werknemers ook niet thuis werken.
Voor het onderzoek is een steekproef gebruikt van 1.734 Nederlanders van 18 t/m 67 jaar die actief zijn op de arbeidsmarkt. Naast de steekproef van werkenden zijn er 569 werkgevers ondervraagd.
Verhoging per 1 januari 2023
In het Coalitieakkoord is vastgelegd dat per 1 januari 2024 de onbelaste reiskostenvergoeding (nu 19 eurocent per kilometer) wordt verhoogd. Vanuit de Tweede Kamer is de wens uitgesproken om te onderzoeken of het mogelijk is deze verhoging al per 1 januari 2023 in te voeren. Op dit moment is er slechts beperkt inzicht in het gebruik van de onbelaste reiskostenvergoeding, terwijl dit wel noodzakelijk is voor een goede onderbouwing van de voorgenomen wijziging. Deze onderbouwing valt niet uit de aangiftegegevens te halen. Daarom is onderzoek uitgevoerd onder (potentiële)
gebruikers van de onbelaste reiskostenvergoeding.
Onderdelen onderzoek
Het onderzoek gaat in op:
- Reisgedrag
- Gebruik van reiskostenvergoeding
- Hoogte van reiskostenvergoeding
- Verandering in reiskostenvergoeding
- Thuiswerkkostenvergoeding
Reisgedrag
Werknemers en zelfstandigen gebruiken het vaakst een eigen auto of motor om naar werk te gaan.
- Werknemers werken gemiddeld 4,2 dagen in de week. De meeste werknemers werken niet thuis. Een deel heeft het hybride werken omarmd, maar gemiddeld werkt een werknemer niet meer dan een dag thuis.
- Zelfstandigen werken gemiddeld 4,3 dagen per week en delen de werklocaties redelijk flexibel in. De verdeling thuiswerken versus bij de werkgever/opdrachtgever ligt ongeveer
gelijk, maar men werkt ook af en toe op andere locaties. - Ongeveer de helft van de werknemers maakt wekelijks gebruik van een eigen auto/motor of auto van de zaak voor het woon-werkverkeer. Bij zelfstandigen is dit ongeveer twee derde. Het openbaar vervoer is daarna de meest gebruikte optie om op het werk te komen. Verder valt op dat zelfstandigen vaker gebruik maken van de verschillende vervoermiddelen voor woon-werkverkeer, dan werknemers.
- Werknemers en rijden ongeveer 120 km per week voor woon-werkverkeer, zelfstandigen zo’n 70 km. De meeste werknemers en zelfstandigen maken geen overige kilometers
voor hun werk, maar als ze dat wel doen, is het meestal rond de 50 km per week.
Gebruik reiskostenvergoeding
Bijna driekwart medewerkers wordt een reiskostenvergoeding geboden, meestal maken ze hier gebruik van.
- 9 op de 10 werkgevers bieden hun werknemers een reiskostenvergoeding aan.
- Zo’n driekwart van de werknemers zegt dat hun werkgever een reiskostenvergoeding aanbiedt. Zeer waarschijnlijk bieden 9 op de 10 werkgevers het wel aan, maar maken niet
alle werknemers gebruik van de mogelijkheid. - Wanneer men reist met een auto van de zaak (63%), een eigen auto (58%) of een het ov (40%) wordt daar meestal een vergoeding voor aangeboden. Daarnaast zijn er nog
vergoedingen ongeacht het vervoersmiddel of een mobiliteitsbudget. - Vergoedingen die relatief minder vaak worden geboden (minder dan 10%) zijn kilometervergoeding of aanschafvergoeding voor fiets, mobiliteitsbudget, leasefiets of een
poolauto. - Wanneer werknemers een reiskostenvergoeding wordt geboden, maken zij daar meestal gebruik van. Dit geldt met name voor het bieden van kilometervergoeding, een auto
van de zaak en een ov-abonnement/mobiliteitskaart/declaratie van ov-kosten. - Dat werknemers geen gebruik maken van reiskostenvergoeding (ondanks dat het wel wordt geboden komt volgens hen voornamelijk, omdat ze te weinig kilometers maken
(55%) of zelfs geen reiskosten maken (28%). Werkgevers die is gevraagd waarom ze geen reiskostenvergoeding aanbieden, sluiten aan op het beeld dat werknemers
schetsen (38% maakt geen reiskosten en 10% maakt te weinig kilometers). Daarnaast benoemen werkgevers dat ze de kosten op een andere manier compenseren (21%), al
weten we niet hoe.
Gebruik reiskostenvergoeding
Circa helft zelfstandigen trekt reiskosten af van belastingaangifte.
- Zelfstandigen die wel reiskosten van de belastingaangifte trekken doen dat vooral voor de kilometervergoeding van de auto (26%).
- Voornaamste reden voor zelfstandigen om geen reiskosten af te trekken is, omdat zij geen reiskosten maken (51%) of omdat zij te weinig kilometers maken (18%). Dat men niet
weet of ze er recht op hebben (13%) of het onduidelijk vindt hoe ze dit kunnen aftrekken (6%) speelt in mindere mate een rol.
Hoogte reiskostenvergoeding
Reiskostenvergoeding in meeste gevallen 19 cent per kilometer.
- Voor verschillende vervoermiddelen is gevraagd wat de reiskostenvergoeding is. In de meeste gevallen is dit voor werknemers 19 cent per kilometer. Dat geldt zowel voor de
auto als voor andere vervoermiddelen. In de meeste gevallen worden er geen maxima gebonden aan de hoeveelheid kilometers of kosten per maand. - Een meerderheid van de werkgevers (65%) zegt ook geen ondergrens te hanteren voordat zij een reiskostenvergoeding verstrekken. Voor werkgevers die wel een ondergrens hanteren, geldt dat deze in de meestal op 10 km ligt.
- Een meerderheid van de werkgevers vergoedt alleen woon-werkverkeer (54%). 13% vergoedt alleen zakelijke reizen. Een derde van de werkgevers vergoedt beide (33%). Onbekend is of dit samenhangt met de mate waarin hun werknemers zakelijke reizen maken. Werkgevers die een vergoeding voor beiden bieden, maken meestal geen onderscheid in de hoogte van de vergoeding (65%). Als er wel een verschil is in hoogte, dan biedt men vrijwel altijd meer vergoeding aan voor zakelijke reizen.
Reiskostenvergoeding dekt voor vier op tien werknemers niet de volledige reiskosten.
- 44% van de werknemers die reiskostenvergoeding ontvangen, geven aan dat niet hun volledige kosten worden gedekt. Dit geldt zelfs voor 63% van de werknemers die een
kilometervergoeding voor hun auto krijgen. 41% krijgt alle kosten of zelfs meer vergoed.
Verschillende methoden voor ov-kostenvergoeding gebruikt.
- Op het gebied van vergoeding van de ov-kosten worden de diverse opties om dit te regelen ongeveer even vaak gebruikt, bijvoorbeeld losse kaarten vergoeden (18%), een ovabonnement dat privé gebruikt mag worden (27%), een ov-abonnement voor woon-werkverkeer (29%) en een abonnement voor zakelijke reizen (25%).
- Van de werknemers met een leaseauto zegt 42% geen bijtelling te betalen. Werknemers die wel bijtelling betalen, betalen gemiddeld 21%. Dit gemiddelde is op slechts een kleine groep gebaseerd.
- Werknemers die mobiliteitsbuget ontvangen zijn meestal niet bekend met hoogte van het budget. Ook werknemers die een aanschafvergoeding voor de fiets ontvingen,
herinneren zich vaak niet hoe hoog deze vergoeding was. - 11% van de werknemers maakt gebruik van een cafetariaregeling (extra vergoeding in ruil voor brutoloon). 4% heeft wel deze mogelijkheid, maar maakt er geen gebruik van.
Verandering in reiskostenvergoeding
Verhoging reiskostenvergoeding of reiskosten leidt volgens werknemers en zelfstandigen niet tot ander gedrag.
- De meerderheid van de werknemers en zelfstandigen geeft aan dat ze hun reisgedrag niet zullen aanpassen indien de reiskostenvergoeding hoger wordt, maar ook niet als hun
reiskosten zouden stijgen. Zelfstandigen zijn meer bereid tot verandering dan werknemers. - Hogere reiskosten zijn voor meeste werknemers en zelfstandigen ook geen reden om meer thuis te werken: 16% van de werknemers en 20% van de zelfstandigen overweegt om wel meer thuis te werken indien de reiskosten toenemen. 73% van de werknemers en 70% van de zelfstandigen overweegt dit niet.
Afgelopen jaar weinig verandering in reiskostenvergoeding.
- Voor meeste werknemers (74%) en zelfstandigen (63%) bleef de reiskostenvergoeding het afgelopen jaar gelijk.
- In de aankomende drie jaar verwacht ongeveer de helft van werkgevers overigens wel dat de reiskostenvergoeding zal veranderen. Het vaakst gaat dat om een verhoging (26%). Als de onbelaste kilometervergoeding omhoog gaat, verwacht bijna drie kwart van de werkgevers ook de reiskostenvergoeding te verhogen (73%).
- Werkgevers kunnen heel diverse redenen hebben om hun reiskostenvergoeding niet te verhogen als de onbelaste kilometervergoeding omhoog gaat. Onder andere omdat het financieel niet mogelijk is (19%), om medewerkers te stimuleren om minder met de auto te reizen (18%), om hybride werken te stimuleren (17%) en omdat werkgevers hun medewerkers op een andere manier willen compenseren (14%).
Thuiswerkkostenvergoeding
Bij meesten bekend, maar meestal niet aangeboden.
- Een meerderheid van de werknemers (65%) en werkgevers (75%) is bekend met thuiswerkkostenvergoeding. Onder zelfstandigen is de regeling echter maar bij bekend bij de
helft van hen (50%). - Ondanks de hoge bekendheid wordt de vergoeding volgens de meerderheid van de werknemers (61%) en werkgevers (53%) niet geboden.
- Dat medewerkers niet thuis werken, is volgens werkgevers het vaakst reden om geen thuiswerkkostenvergoeding te bieden (46%). 13% van de werkgevers kent de regeling niet.
- Werknemers die wel een thuiswerkkostenvergoeding ontvangen, krijgen meestal € 2,- per dag vergoed. De administratie thuiswerkkostenvergoeding kost meestal minder dan
10 minuten per maand. Ongeveer een derde hoeft zelfs helemaal geen administratieve handelingen te verrichten. De meeste werknemers vinden het dan ook makkelijk om
gebruik te maken van de vergoeding (78%). - Werkgevers die wel een vergoeding aanbieden, ondernemen verschillende acties om thuiswerkvergoeding te faciliteren. Zij informeren medewerkers (41%) en bieden een vaste
periodieke vergoeding (38%%). Ook bieden ze ondersteuning bij het gebruik van de vergoeding (31%), bieden ze een gebruiksvriendelijk systeem voor de administratie (29%) en
geven ze tijd om de kosten te declareren (26%).
Overigens is er op Prinsjesdag niets gemeld over de thuiswerkvergoeding. Eerder is gemeld dat de thuiswerkvergoeding naar verwachting € 2,13 per dag gaat bedragen met ingang van januari 2023.
Thuiswerkvergoeding jaarlijks geïndexeerd – bedrag per 2023 omhoog
Onbelaste reiskostenvergoeding rapportage
Zie ook Miljoenennota en andere officiële stukken