De werkgever heeft een transitievergoeding aan een zieke ex-werknemer betaald nadat hij met een vaststellingsovereenkomst zijn gekomen tot beëindiging van het dienstverband. De werkgever is het niet eens met de hoogte van de compensatie. UWV heeft deze vastgesteld op basis van (onder meer) het loon dat de ex-werknemer ontving. De werkgever vindt dat UWV bij de berekening van het loon ook het onverplicht betaalde ‘sociaal loon’ dat de werknemer ontving, moet meetellen. De rechtbank oordeelt dat UWV het ‘sociaal loon’ bij de berekening van het loon terecht buiten beschouwing heeft gelaten.
Compensatie te laag
De werkgever heeft een aanvraag ingediend voor compensatie van de betaalde transitievergoeding. UWV heeft met het besluit van 6 augustus 2024 compensatie verleend tot een bedrag van € 47.626,79. De werkgever is niet eens met de hoogte van de compensatie. Daarom is bezwaar gemaakt. Met het bestreden besluit van 22 oktober 2024 op het bezwaar van de werkgever is UWV bij de hoogte van de verleende compensatie gebleven.
De werkgever heeft beroep ingesteld tegen het bestreden besluit.
Waar gaat deze zaak over?
De ex-werknemer is op 1 augustus 1994 in dienst getreden bij de werkgever. Tijdens het dienstverband is de arbeidsovereenkomst gewijzigd. In deze gewijzigde arbeidsovereenkomst is onder meer het volgende opgenomen:
“Werknemer ontvangt vanaf zijn herkeuring in 2006 een – onverplichte – aanvulling op het loon van werkgever. Door UWV werd werknemer in 2006 arbeidsgeschikt bevonden voor het eigen werk voor hoogstens 33 uur per week. Vóór de uitval van werknemer, werkte hij fulltime. Uit coulance heeft werkgever gedurende zijn ziekte tot en met heden zijn loon behorende bij een 33-urige werkweek vermeerderd met zijn WAO-uitkering, aangevuld tot aan het loon behorende bij een 39-urige werkweek.”
De ex-werknemer is op 23 mei 2022 ziek geworden. Op 22 mei 2024 is een beëindigingsovereenkomst gesloten, waarbij is overeengekomen dat de arbeidsovereenkomst met wederzijds goedvinden eindigt per 1 juni 2024. Daarin is opgenomen dat de werkgever aan de ex-werknemer een transitievergoeding van € 60.000 bruto betaalt, met aftrek van de wettelijke inhoudingen. Dit kwam neer op een bedrag van € 55.701,78. De werkgever heeft bij UWV een aanvraag ingediend voor compensatie van de betaalde transitievergoeding.
Betaald voor 39 uur per week
De werkgever vindt dat de compensatie te laag is. Bij de berekening van het loon moet volgens de werkgever ook het ‘sociaal loon’ worden meegeteld. Ook dit ‘sociaal loon’ is namelijk een directe vergoeding voor de op basis van de arbeidsovereenkomst te verrichten arbeid. Op de zitting is daaraan toegevoegd dat de ex-werknemer al jaren werd betaald voor 39 uur per week en dat met de gewijzigde arbeidsovereenkomst is beoogd dat te formaliseren. In de praktijk werkte hij een wisselend aantal uren per week, dus kwam het ook voor dat hij meer dan 33 uur per week werkte.
Slechts uit coulance verstrekt
UWV stelt zich op het standpunt dat het ‘sociaal loon’ bij de berekening van het loon buiten beschouwing moet blijven. Het sociaal loon is namelijk slechts uit coulance verstrekt. Het sociaal loon is dus geen directe vergoeding voor de op basis van de arbeidsovereenkomst te verrichten arbeid.
Is ‘sociaal loon’ loon?
Tussen partijen is in geschil of het ‘sociaal loon’ moet worden aangemerkt als loon in de zin van artikel 2, eerste lid, van het Besluit loonbegrip vergoeding aanzegtermijn en transitievergoeding (Besluit loonbegrip), en daarmee als loon in de zin van artikel 7:673, tweede lid, van het Burgerlijk Wetboek.
In de nota van toelichting op genoemde bepaling in het Besluit loonbegrip is het volgende opgenomen:
‘In het eerste lid is geregeld dat onder het loon wordt verstaan: het bruto uurloon vermenigvuldigd met de overeengekomen arbeidsduur per maand. Voor deze berekeningsmethode is gekozen omdat het wenselijk is uit te gaan van dat deel van het loon per maand dat een directe vergoeding vormt voor de op basis van de arbeidsovereenkomst te verrichten arbeid.’
Geen directe vergoeding
De rechtbank staat dus voor de vraag of het ‘sociaal loon’ een directe vergoeding is voor de op basis van de arbeidsovereenkomst te verrichten arbeid.
Afgaande op de gewijzigde arbeidsovereenkomst is dat volgens de rechtbank niet het geval. Hierin is namelijk uitdrukkelijk opgenomen dat de arbeidsomvang 33 uur per week bedraagt en welke beloning tegenover die arbeidsomvang bestaat.
Onverplicht verstrekt
De aanvulling op die beloning (‘sociaal loon’) wordt onverplicht verstrekt. Er is dus ook geen verplichting tot het verrichten van arbeid voor die aanvulling.
De werkgever heeft er tijdens de zitting op gewezen dat het in de praktijk voorkwam dat de ex-werknemer meer dan 33 uur per week werkte, maar heeft daarbij ook aangegeven dat van de daadwerkelijk gewerkte uren geen registratie is bijgehouden. Daarmee heeft de werkgever volgens de rechtbank onvoldoende gesteld om aannemelijk te maken dat sprake was van een ruimere overeengekomen arbeidsduur dan 33 uur per week.
Compensatie wijzigt niet
Het ‘sociaal loon’ is geen loon als hiervoor bedoeld. Bij de berekening van het loon heeft UWV het ‘sociaal loon’ daarom terecht buiten beschouwing gelaten. Dat betekent dat de hoogte van de compensatie van de transitievergoeding niet verandert. Het beroep is dus ongegrond.
Uitspraak Rechtbank Oost-Brabant, 3 oktober 2025, ECLI:NL:RBOBR:2025:6065

