
Het is belangrijk dat deelnemers goed worden meegenomen in de belangrijke pensioentransitie. Het politieke en maatschappelijke debat rond het amendement Joseph c.s. bevestigt dat werken aan draagvlak en vertrouwen een permanente opdracht is.
De minister ziet dat een aantal partijen kritisch is ten aanzien van de pensioentransitie en zorgen heeft dat deelnemers niet voldoende worden meegenomen bij de overgang naar het nieuwe stelsel.
Fondsen hebben de taak om hun deelnemers actief te betrekken bij de transitie. Dit geldt in het bijzonder bij de keuzes die zij hebben gemaakt rondom het overgaan naar het nieuwe stelsel en welke overwegingen daarbij vanuit het collectief zijn gemaakt.
Transparantie richting de (gewezen) deelnemers en gepensioneerden draagt daarbij bij aan het vertrouwen in het pensioenstelsel in het algemeen en in de transitie in het bijzonder. Daarbij gaat het zowel om goed invulling te geven aan de bestaande wet- en regelgeving, maar ook expliciet het opzoeken van de dialoog met (gewezen) deelnemers en gepensioneerden gedurende deze periode van transitie.
Drie aanvullende maatregelen
Van Hijum verwacht dan ook brede inzet van de pensioensector hiervoor en zal daar met hen aanvullende gesprekken over voeren. Daarnaast wil hij de volgende drie aanvullende maatregelen nemen:
- In de regelgeving verplichten dat een kwalitatieve toelichting door pensioenfondsen wordt gegeven waarom niet is afgezien van invaren, op het niveau van de regeling en op leeftijdscohortniveau, beschikbaar voor alle deelnemers op de website van de pensioenuitvoerder.
- Een aanscherping van de regelgeving die ervoor zorgt dat de pensioenuitvoerder zich inspant om ervoor te zorgen dat de getoonde transitie-informatie leidt tot realistische verwachtingen bij de deelnemer.
- Het delen van good practices, in samenspraak met de sector, over de invulling van de informatievoorziening aan en dialoog met deelnemers.
De verbeteringen rondom het betrekken en informeren van deelnemers moeten, gezien de onderlinge samenhang en het beoogde doel, in samenhang en als totaalpakket worden bezien.
1 Kwalitatieve toelichting waarom niet is afgezien van invaren
De bewindsman wil verplichten dat het pensioenfonds kwalitatief inzichtelijk maakt wat, voor de pensioenregeling als geheel en voor de verschillende leeftijdscohorten, de gevolgen zouden zijn van de overgang naar het nieuwe pensioenstelsel als alle bestaande pensioenaanspraken en -rechten zouden achterblijven in een niet-ingevaren gesloten deel van het pensioenfonds (en er voor hen dus niet gekozen wordt voor invaren) en de gevolgen daarvan voor de nieuwe pensioenregeling. Op die manier maakt dit inzicht onderdeel uit van de totale afweging binnen het pensioenfonds.
Een uitbreiding wordt uitgewerkt van de opdrachtbevestiging in het “Besluit uitvoering Pensioenwet en Wet verplichte beroepspensioenregeling”. Beoogde inwerkingtreding van deze AMvB is 1 januari 2026.
Het pensioenfonds geeft nu in de opdrachtbevestiging aan sociale partners aan hoe het de nieuwe pensioenregeling inclusief invaren gaat uitvoeren. De afwegingen van het pensioenfonds om af te zien van het alternatief van niet-invaren worden toegevoegd aan de opdrachtbevestiging. Deze nadere motivatie draagt ook bij aan het vergroten van draagvlak voor de transitie onder deelnemers aangezien geduid wordt dat de invaarbesluitvorming evenwichtig uitpakt voor de verschillende leeftijdscohorten.
De informatie wordt via het openbaar toegankelijke deel van de website van het pensioenfonds beschikbaar gesteld aan de deelnemer, gewezen deelnemer, gewezen partner en pensioengerechtigde.
Via de website stelt het fonds op dit moment al het transitieplan en het implementatieplan beschikbaar aan de deelnemer, gewezen deelnemer, gewezen partner en pensioengerechtigde. Daarnaast informeert de pensioenuitvoerder deelnemers, gewezen deelnemers, gewezen partners en pensioengerechtigden over de inhoud van het communicatieplan, waarin is vastgelegd hoe zij worden meegenomen in de transitie. De minister roept ook de fondsen die invaren vóór 1 januari 2026 op deze informatie met hun deelnemers te delen.
2 Realistische verwachtingen in transitie-informatie
Gegeven het politieke en maatschappelijke debat over het belang van goede informatie, verwacht Van Hijum dat de sector zich nog meer zal gaan inspannen om de deelnemer goed te informeren en mee te nemen in de transitie. De pensioensector zet daar nu wel stappen in, onder meer door het aanscherpen van het servicedocument transitiecommunicatie en het opstellen van een handreiking over het geven van toelichtingen.
Ook zal de minister voorbereidingen treffen om in de wet- en regelgeving een aanscherping op te nemen die het bevorderen van realistische verwachtingen zoals dat in de handreikingen van de sector is vormgegeven codificeert.
3 Good practices delen
Fondsen besteden veel tijd en aandacht aan het meenemen van deelnemers in de veranderingen. Zo zijn er digitale inloopspreekuren voor deelnemers, fysieke deelnemersbijeenkomsten in verschillende regio’s en periodieke gesprekken van fondsbesturen met verenigingen van gepensioneerden en jongeren, aanvullend op de bestaande overleggen met fondsorganen.
De Pensioenfederatie heeft toegezegd twee keer per jaar (zomer en winter) een rapportage op te leveren waarmee inzicht wordt geboden in wat pensioenfondsen doen om hun deelnemers mee te nemen in de transitie en om de dialoog met deelnemers te voeren.
De bewindsman wil op korte termijn concrete afspraken maken met de Pensioenfederatie om de bestaande hulpdocumenten uit de sector nog beter te ontsluiten (onder meer via Werkenaanonspensioen.nl) en op een aantal onderwerpen aanvullende hulpdocumenten op te stellen.
De minister is ervan overtuigd dat deze drie maatregelen daadwerkelijk gaan bijdragen aan een groter draagvlak onder de transitie van de nieuwe Pensioenwet.
Kamerbrief Beter betrekken en informeren van deelnemers bij invaren