
De Beleidsregel bestuursrechtelijke handhaving Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag 2024 is gepubliceerd in de Staatscourant en is op 7 september 2024 in werking getreden.
Met dit besluit wordt een nieuwe beleidsregel vastgesteld voor de bestuursrechtelijke handhaving van de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag onder gelijktijdige intrekking van de op 19 oktober 2018 vastgestelde Beleidsregel bestuursrechtelijke handhaving Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag 2018.
Wet minimumuurloon
De aanleiding voor dit besluit is de inwerkingtreding van de Wet invoering minimumuurloon per 1 januari 2024. Deze wet wijzigt onder meer op enkele onderdelen de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag (Wml). Belangrijkste wijziging van deze wet is dat wordt geregeld dat eenieder die onder de reikwijdte van de Wml valt recht heeft op een uniform minimumuurloon.
Niet meer afhankelijk van NAD
Het minimumloon per uur is hiermee niet langer meer afhankelijk van de normale arbeidsduur (NAD) in een sector. Artikel 12 van de Wml, waarin de NAD was opgenomen, is daarmee vervallen. In de beleidsregel van 2018 werd in de toelichting uitgebreid ingegaan op de uitleg van de NAD. Omdat deze uitleg niet meer van toepassing is, is ervoor gekozen deze beleidsregel in te trekken.
Boetebedragen






Het totaal aan op te leggen boetes kan per werknemer niet hoger zijn dan € 12.000.
Periodeloon
Om de onderbetaling van artikelen 7, 7a, 11, 13, 13a, 15 en 16 vast te kunnen stellen wordt door de Nederlandse Arbeidsinspectie gebruik gemaakt van een periodeloon. Dit is noodzakelijk voor de handhaving op de genoemde artikelen. Het periodeloon wordt als volgt berekend.
Wanneer tussen de werkgever en werknemer geen arbeidsduur is overeengekomen, wordt het periodeloon berekend door het aantal gewerkte uren te vermenigvuldigen met het minimumuurloon.
Voorbeeld:
Een werknemer heeft een 0-urencontract. Deze werknemer heeft in de betreffende betaalperiode 80 uur gewerkt. Het periodeloon voor de werknemer is voor deze betaalperiode 80 x € minimumuurloon.
Wanneer de werkgever en de werknemer een arbeidsduur zijn overeengekomen, wordt het periodeloon bepaald door het aantal gewerkte uren en/of de tijd waarover de werknemer recht op loon heeft op grond van enige wettelijke bepaling terwijl geen arbeid werd verricht te vermenigvuldigen met het minimumuurloon.
Voorbeeld:
Een werknemer is een 36-urige werkweek overeengekomen en wordt wekelijks betaald. Het periodeloon voor deze werknemer is 36 x € minimumuurloon.
Gemiddeld aantal arbeidsuren per maand
Wanneer op grond van een collectieve arbeidsovereenkomst, publiekrechtelijke regeling of schriftelijke arbeidsovereenkomst tussen de werkgever en de werknemer een vaste overeengekomen arbeidsduur per week en een vaste beloning per maand is overeengekomen (artikel 11, eerste lid, van de wet) en de werknemer volgens een vast arbeidspatroon werkt, wordt voor de berekening van het periodeloon van een maand uitgegaan van een gemiddeld aantal arbeidsuren per maand.
Hierbij wordt het aantal werkbare dagen per jaar op basis van het vaste arbeidspatroon vermenigvuldigd met het aantal arbeidsuren per dag. Dit totaal wordt gedeeld door 12 maanden. De uitkomst hiervan zijn de gemiddelde uren per maand. Deze worden vermenigvuldigd met het minimumuurloon.
Wanneer op grond van een collectieve arbeidsovereenkomst, publiekrechtelijke regeling of schriftelijke arbeidsovereenkomst tussen de werkgever en werknemer een vaste overeengekomen arbeidsduur per week en een vaste beloning per maand is overeengekomen (artikel 11, eerste lid, van de wet), maar de werknemer niet volgens een vast arbeidspatroon werkt, wordt voor de berekening van het periodeloon van een maand uitgegaan van het gemiddeld aantal arbeidsuren per maand. Hierbij wordt de overeengekomen arbeidsduur per week vermenigvuldigd met de factor 4 1/3. Deze uitkomst wordt vervolgens vermenigvuldigd met het minimumuurloon.
Beleidsregel bestuursrechtelijke handhaving Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag 2024