
Minister Van Gennip van SZW beantwoordt vragen over het wetsvoorstel Verzamelwet SZW 2024 waaronder over de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag.
De Wet invoering minimumuurloon treedt per 1 januari 2024 in werking. De huidige formulering van artikel 11 zorgt voor knelpunten in de uitvoering. Daarom moeten technische aanpassingen plaatsvinden in dit artikel. Het gaat om vaste maandbetaling (artikel 11, eerste lid) en plus-min-urensysteem (artikel 11, tweede lid).
Tweede Kamerleden hebben een vraag gesteld over het arbeidspatroon. Hoeveel afwijking van het aantal gewerkte uren is er nodig om een wijziging in het arbeidspatroon te bewerkstelligen?
Wijziging arbeidsduur bepaald door werkgever en werknemer
Er is vanuit de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag niet een bepaald aantal (niet) gewerkte uren dat als drempel moet om te concluderen dat de arbeidsduur of het arbeidspatroon wijzigt. Het is in principe aan de werkgever en de werknemer om te bepalen dat de arbeidsduur of het arbeidspatroon wijzigt.
Feitelijke arbeidsduur en werkdagen in week
Het kabinet gaat ervan uit dat met ‘aantal gewerkte uren’ wordt gerefereerd aan de feitelijke arbeidsduur en met ‘arbeidspatroon’ wordt gerefereerd aan de dagen in de week waarop door een werknemer wordt gewerkt.
Daarbij is het zo dat het aantal gewerkte uren (in een kalenderjaar) volgt uit het arbeidspatroon van een medewerker en niet andersom.
Vast arbeidspatroon
Voor de berekening van het vaste bedrag per maand van een werknemer op basis van artikel 11, eerste lid, is van belang om te weten wat het arbeidspatroon is, omdat niet elke dag van de week altijd precies 52 keer in een jaar voorkomt.
Een vast arbeidspatroon kan in het ene jaar tot een hoger totaal aantal gewerkte uren leiden dan in een ander jaar. Dat leidt in verschillende kalenderjaren ook tot een ander gemiddeld aantal werkbare dagen/uren per maand waar het vaste bedrag per maand op gebaseerd moet worden.
Wijziging gewerkte uren in kalenderjaar
Indien het arbeidspatroon van een werknemer structureel verandert, kan dat leiden tot een wijziging in het aantal gewerkte uren in een kalenderjaar. Bij toepassing van een vast bedrag per maand bij een vast afgesproken arbeidsduur per week (artikel 11, eerste lid) is het aantal gewerkte uren per jaar namelijk afhankelijk van het feitelijke te werken dagen.
Gemiddeld aantal te werken uren per maand
In artikel 11, eerste lid, is geregeld dat – uitgaande van een in de collectieve arbeidsovereenkomst, publiekrechtelijke regeling, of schriftelijke arbeidsovereenkomst vast overeengekomen arbeidsduur per week en een vaste beloning per maand – mag worden uitgegaan van een gemiddeld aantal te werken uren per maand.
Feitelijk aantal werkbare dagen per kalenderjaar
Dit gemiddeld aantal te werken uren per maand moet dan worden berekend op basis van het feitelijke aantal werkbare dagen per kalenderjaar waarop de desbetreffende werknemer arbeid verricht.
Het feitelijke aantal werkbare dagen kan als gevolg van een structurele wijziging van het arbeidspatroon dus wel wijzigen. Als iemand door structurele wijziging van het arbeidspatroon op een andere dag gaat werken dan kan dit effect hebben op het totaal aantal werkbare dagen in een jaar.
Voorbeeld
Iemand werkte volgens het oorspronkelijke arbeidspatroon op een dinsdag en die dinsdag kwam in dat betreffende kalenderjaar 52 keer voor in een jaar. Vervolgens wordt het arbeidspatroon structureel gewijzigd (de arbeidsduur per week blijft hetzelfde) waardoor iemand in plaats van op dinsdag op woensdag gaat werken. De woensdag komt in dat betreffende kalenderjaar 53 keer voor. Hierdoor wijzigt het aantal te werken dagen waarop de desbetreffende werknemer arbeid verricht in dat kalenderjaar.
Afwijking van één werkbare dag
Deze wijziging van één werkbare dag brengt met zich mee dat het gemiddelde aantal te werken uren per maand wijzigt. Hierdoor zal het vaste bedrag per maand (gemiddeld aantal te werken uren per maand × wettelijk minimumuurloon) vanaf de structurele wijziging van het arbeidspatroon veranderen.
Het gaat dan dus om de afwijking van één werkbare dag die invloed heeft op het totaal aantal te werken dagen in dat betreffende kalenderjaar.
Let op: voor meerwerk moet ook per uur meerwerk het wettelijk minimumuurloon worden betaald. Meerwerk kan immers ook gezien worden als een afwijking van het arbeidspatroon.
Nota naar aanleiding van verslag Verzamelwet SZW 2024