
De Algemene Rekenkamer heeft diverse subsidieregelingen doorgelicht waarmee de rijksoverheid de arbeidsmarkt beter wil laten functioneren. De conclusie: alle drie de arbeidsmarktsubsidies werken niet of niet goed.
Het gaat om het Stagefonds Zorg, een subsidie voor omscholing van werknemers tot ICT’er of technicus en de STAP-regeling waarmee burgers € 1.000 subsidie voor een cursus krijgen als opstapje naar de arbeidsmarkt.
1 STAP-subsidie populair, matig beleid
De belangstelling bij burgers is groot voor een STAP-subsidie van € 1.000 voor een cursus of opleiding om de eigen arbeidsmarktpositie te verbeteren. Met de subsidieregeling hebben 216.269 mensen in het jaar 2022 een STAP-budget ontvangen.
Meevaller voor 60%
Onderzoek van de Algemene Rekenkamer wijst uit dat ongeveer 40% van de subsidieontvangers hun scholing zonder de STAP-bijdrage niet gevolgd zou hebben. Voor 60% was de € 1.000 vooral een meevaller, een cadeau bij de scholing. Zij zouden de scholing anders toch wel gevolgd hebben, betaald door hun werkgever of met eigen middelen.
Brede groep niet bereikt
De minister beoogt met deze subsidie een bredere groep te bereiken dan indertijd met de fiscale aftrek scholingsuitgaven, waar vooral hoogopgeleiden gebruik van maakten. Het is echter onduidelijk of deze bredere groep met de STAP-regeling wordt bereikt, en het ontbreekt op dit aspect aan een concrete doelstelling.
Laagopgeleiden
Laagopgeleide ontvangers van de STAP-subsidie maken maar 10% uit van het totaalaantal. Terwijl laagopgeleiden in de samenleving 23% van de bevolking vormen. Werkzoekenden en zzp’ers maken relatief meer gebruik van deze subsidie, mensen met een tijdelijk arbeidscontract en 55-plussers relatief minder.
STAP-budget afgeschaft per 2024
De opleidingen die met het STAP-budget worden gevolgd zijn zo breed, dat de vraag is of zij in alle gevallen arbeidsmarktgericht zijn. De onduidelijkheid of met een STAP-budget de arbeidsmarktpositie echt versterkt wordt, of met deze subsidie een bredere doelgroep bereikt wordt en de beperkte controles op misbruik en oneigenlijk gebruik in 2022 zijn reden het gevoerde beleid het oordeel ‘matig’ te geven.
Het kabinet heeft eind april aangekondigd de STAP-subsidie per 2024 af te schaffen.
2 Nauwelijks omscholing tot ICT-medewerker en technici
Een omscholingsregeling van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat (EZK) om werknemers voortaan in te zetten voor ICT en techniek heeft bijna niets opgeleverd. De regeling waarmee bedrijven de afgelopen 2 jaar subsidie konden krijgen bleef onbekend of onaantrekkelijk. Daardoor stroomden er geen werknemers uit sectoren die door de coronacrisis waren getroffen naar de sectoren ICT en techniek. Dat was wel de gedachte achter de regeling.
Stuk minder dan verwacht
De minister heeft deze regeling voor 2023 niet meer opengesteld voor nieuwe aanvragen.
In 2021 en 2022 kon een werkgever € 3.750 subsidie krijgen mits de werknemer tijdens de omscholing en een halfjaar erna in dienst zou zijn. Juist vanwege de grote vraag naar technisch geschoold personeel werd verondersteld dat deze regeling in een behoefte voorzag. Over beide subsidiejaren opgeteld is uiteindelijk in totaal voor 258 mensen een subsidie verstrekt. Dit is een stuk minder dan verwacht. Van de beschikbare € 75 miljoen over 2 jaar bleef € 74 miljoen ongebruikt.
Gebrek aan inzicht
In het verantwoordingsonderzoek over 2022 verklaart de Algemene Rekenkamer dit magere resultaat onder meer uit het gebrek aan inzicht bij de minister van Economische Zaken in de redenen waarom een werkgever investeert in omscholing of het binnenhalen van zij-instromers. De omvang van de subsidie noch die van het aantal verwachte omscholers was onderbouwd. Waar de optimistische verwachtingen op waren gebaseerd blijft de vraag.
3 Meer subsidie maar niet meer stageplekken in zorg
Het is niet aannemelijk dat het tekort aan stageplekken in de zorgsector opgelost wordt door de subsidie Stagefonds Zorg. Het beleid van de verantwoordelijk minister voor Langdurige Zorg en Sport gaat daar wel van uit. Maar geld prikkelt zorgorganisaties slechts in beperkte mate om meer stages aan te bieden. Te weinig beschikbare stagebegeleiders is het grootste knelpunt. Dat wijst op 17 mei 2023 gepubliceerd verantwoordingsonderzoek van de Algemene Rekenkamer uit.
Sinds 2008 kunnen zorgorganisaties subsidie krijgen voor stages. De minister verwacht dat de subsidie leidt tot genoeg stageplekken om later te kunnen voldoen aan de vraag naar nieuwe zorgmedewerkers.
De minister zet een hoger subsidiebudget in voor stages die opleiden tot beroepen in de zorg waarvoor zij een groter arbeidsmarkttekort verwacht. In 2022 heeft het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) zorgorganisaties met € 179,2 miljoen aan stagesubsidies ondersteund.
Werven en binden van zorgpersoneel
Geld prikkelt zorgorganisaties nauwelijks om extra stageplekken aan te bieden. Zorginstellingen houden zelden bij wat een stageplek kost en uiteindelijk oplevert. Voor deze organisaties is het werven en binden van zorgpersoneel voor de toekomst een veel belangrijkere overweging om stageplaatsen aan te bieden.
Andere aanpak
De Rekenkamer concludeert dat de stagesubsidie waarschijnlijk niet bijdraagt aan het oplossen van het personeelstekort in de zorg. De Algemene Rekenkamer vindt het zorgelijk dat de minister daar toch op blijft sturen, terwijl ondertussen het maatschappelijke probleem van personeelstekorten in de zorg groter wordt. Het is beter een andere aanpak te zoeken om meer stageplekken te creëren.