De motie van de leden Dijk en Smeulders is op 5 november 2020 aangenomen, waarin wordt verzocht om mogelijkheden te onderzoeken of werkgevers de door werknemer gespaarde verlofdagen kunnen onderbrengen bij een derde partij, zodat meer mensen eerder kunnen stoppen met werken met behoud van salaris.
Extern: financiering aanspraak verlof
Onder het bij een derde partij onderbrengen van verlofdagen wordt hier verstaan het extern onderbrengen van de financiering van de aanspraak op verlof en waarbij wel sprake blijft van een aanspraak op verlof in de relatie werkgever-werknemer.
Afspraken over verlofsparen in cao’s
Uit de ‘rapportage cao-afspraken 2020 die jaarlijks door het ministerie van SZW wordt opgesteld, blijkt dat er in veel cao’s afspraken zijn opgenomen die betrekking hebben op verlofsparen. Veel werknemers hebben dus de mogelijkheid om verlofuren op te sparen. In de cao’s zijn verschillende afspraken opgenomen, zoals eerder stoppen met werken voorafgaand aan pensionering, of omzetten van verlofsparen in studieverlof of het daadwerkelijk uit betalen van de uren.
Het verlof kan uit verschillende bronnen worden gespaard, zoals bovenwettelijke uren, overwerkuren, een deel van de eindejaarsuitkering of vakantietoeslag en compensatie-uren.
Het onderzoek laat ook zien dat gespaarde verlofuren vooralsnog op de balans van de werkgever
staan. Wel geven sommige sectoren aan dat zij de komende tijd graag willen onderzoeken of zij het verlofsparen bij een derde partij kunnen onderbrengen.
Gesprekken gevoerd
Om invulling te geven aan de motie zijn gesprekken gevoerd met werkgevers- en werknemersvertegenwoordigers uit een aantal sectoren die in de praktijk al gekeken hebben naar de mogelijkheid om de uitvoering van verlofsparen bij een derde partij onder te brengen.
Extern beleggen
Gesprekpartners hebben aangegeven dat zij verlofsparen graag bij een derde partij extern willen onderbrengen. De gespaarde verlofuren van de werknemer komen namelijk direct voor rekening van de werkgever op het moment dat de werknemer het verlof opneemt.
Aangezien vooraf niet duidelijk is wanneer een werknemer de gespaarde verlofuren wil opnemen of laten uitbetalen, kan het zijn dat de werkgever hierdoor wordt verrast en op dat moment voor een extra uitgave komt te staan.
Het is natuurlijk wel zo dat de werkgever formeel moet instemmen met het op te nemen verlofsaldo. De werknemer bepaalt echter vaak het moment van opname.
Door het verlofsparen extern te beleggen wordt de toezegging met betrekking tot het verlofsparen meer expliciet gemaakt en vooraf gefinancierd.
In de praktijk lastig
Toch blijkt het extern onderbrengen van het verlofsparen in de praktijk lastig te zijn. Hiervoor noemen de gesprekpartners een aantal redenen.
1 Financieel risico
Ten eerste zien werkgevers een financieel risico door de waardestijging van de ingelegde verlofuren. De gespaarde uren van de werknemer die door de werkgever extern wordt belegd, worden door reguliere en periodieke salarisverhogingen namelijk steeds meer waard. Dit speelt natuurlijk ook in de situatie dat de werkgever de uitvoering niet heeft uitbesteed maar op de eigen balans heeft staan, maar dit effect wordt bij uitbesteding wel meer zichtbaar. Een externe uitvoerder zal namelijk eisen dat dit risico vanaf het begin wordt afgedekt.
2 Rendement beleggingen te laag
Ten tweede is het rendement van de beleggingen wellicht te laag waardoor de werkgever alsnog moet bij storten. Het ingelegde geld kan namelijk worden gebruikt voor beleggen om met de rendementen de uitvoeringskosten te dekken en om te indexeren. De vraag is dan echter of de te verwachten rendementen hoog genoeg hiervoor zullen zijn en of er niet alsnog door de werkgever een extra
bijdrage geleverd moet worden.
3 Niet aantrekkelijk voor externe uitvoerders
Ten derde wordt aangegeven dat de uitvoering niet aantrekkelijk is voor externe uitvoerders vanwege de geringe omvang en de onzekerheid over inleg en opname. Verlofsparen is qua omvang te klein en daarom niet aantrekkelijk voor uitvoerders. Daarnaast is er veel onzekerheid voor uitvoerders, omdat van tevoren niet te zeggen is hoeveel verlofuren gespaard worden en hoeveel verlofuren
opgenomen worden en op welk moment.
4 Ontwikkeltijd te lang
Ten vierde wordt aangegeven dat de ontwikkeltijd lang is. Het kost uitvoerders in ieder geval 1,5 tot 2 jaar om een systeem op te zetten om verlofsparen extern te kunnen onderbrengen. Het vergt dus een aanzienlijke tijdsinvestering.
Uitbestedingskosten wegen zwaar
Op basis van de gevoerde gesprekken is Schouten tot de conclusie gekomen dat het in principe mogelijk is om de financiering van de aanspraken op verlof onder te brengen bij een derde partij en dat het ook iets is wat de sectoren, waar een gesprek mee is gevoerd, graag zouden willen. Zij lopen echter in de praktijk tegen de bovengenoemde problemen aan, waarbij met name de kosten van uitbesteding zwaar wegen. Dat weerhoudt ze op dit moment om die stap te zetten. Zij hebben echter wel aangegeven van plan te zijn om nader te onderzoeken of het extern beleggen van het verlofsparen voor de toekomst alsnog mogelijk kan worden gemaakt.
Nogmaals onder de aandacht
De mogelijkheid om verlofsparen onder te brengen bij een derde partij is een kwestie waarbij werkgevers en vakbonden aan zet zijn. Daarom lijkt het de minister zinvol om dit onderwerp nogmaals bij hen aan de orde te stellen.
Kamerbrief over onderbrengen van gespaarde verlofdagen bij derde partij