De Regeling van 3 december 201 tot het verstrekken van subsidies in het kader van leren en ontwikkelen van werkzoekenden en werkenden in de derde leerweg (Subsidieregeling praktijkleren in de derde leerweg) is gepubliceerd.
De Subsidieregeling praktijkleren in de derde leerweg is opgesteld als uitvloeisel van het steun- en herstelpakket dat de economische en maatschappelijke gevolgen van het coronavirus beoogt te beperken. De subsidieregeling heeft tot doel de directe en duurzame inzetbaarheid van werkzoekenden en werkenden op de arbeidsmarkt te verbeteren door kortdurende bij- en omscholing via praktijkleren in het mbo in de derde leerweg bij een erkend leerbedrijf te subsidiëren.
Doelgroep
Onder de doelgroep vallen:
- werknemers die werkloos dreigen te raken maar niet in aanmerking komen voor dienstverlening op grond van artikel 30a, eerste lid, onderdeel b, van de Wet SUWI. Dit betekent dat deze werknemers werkloos dreigen te raken over meer dan vier maanden;
- personen die in aanmerking komen voor ondersteuning bij arbeidsinschakeling op grond van de artikelen 30a van de Wet SUWI en 73 van de Werkloosheidswet. Dit omvat werkenden waarbij redelijkerwijs is aan te tonen dat binnen vier maanden hun dienstbetrekking zal beëindigen en redelijkerwijs valt aan te nemen dat zij recht zullen hebben op een werkloosheidsuitkering alsook personen die recht hebben op een werkloosheidsuitkering. Verder omvat dit onderdeel personen die recht hebben op een uitkering of arbeidsondersteuning op grond van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA), de Ziektewet (ZW) en Wajongers;
- personen die in aanmerking komen voor ondersteuning bij arbeidsinschakeling op grond van artikel 7, eerste lid, onderdeel a, van de Participatiewet;
- personen als bedoeld in artikel 38b, eerste en tweede lid, of artikel 38f, vijfde lid, van de Wet financiering sociale verzekeringen. Dit zijn personen die in de doelgroep tijdelijke impuls banenafspraak vallen.
Bij praktijkleren in het mbo voor werkzoekenden en werkenden wordt werken bij een bedrijf of organisatie die als erkend leerbedrijf een praktijkplaats biedt, gecombineerd met het doen van (een deel van) een mbo-opleiding.
Het kan gaan om een mbo-opleiding:
- gericht op het behalen van een praktijkverklaring.
- gericht op het behalen van een certificaat.
- gericht op het behalen van een diploma.
Derde leerweg
Deze mbo-opleidingen worden uitgevoerd in de derde leerweg. Deze leerweg wordt niet door het Ministerie van OCW bekostigd en is een aanvulling op de mogelijkheid om een diplomagerichte mbo-opleiding te volgen via de beroepsbegeleidende leerweg (bbl) of de beroepsopleidende leerweg (bol).
De derde leerweg kent, anders dan de andere twee leerwegen in het mbo, geen wettelijk vastgestelde urennorm voor begeleide onderwijstijd en beroepspraktijkvorming. Daarnaast geldt de wettelijke studieduur niet.
Ook kan in de derde leerweg een deel van een mbo-opleiding worden gedaan. Door deze kenmerken biedt de derde leerweg meer mogelijkheden voor maatwerk, wat juist voor werkzoekenden en werkenden waardevol is.
Subsidie
De subsidie die met deze regeling wordt verstrekt, is een tegemoetkoming in de kosten van het bedrijf of de organisatie voor het als erkend leerbedrijf realiseren van een praktijkplaats. Denk hierbij aan kosten voor begeleiding, de verminderde arbeidsproductiviteit van de kandidaat die nog in opleiding is en eventuele verletkosten als sprake is van aanvullende lessen of examens die elders plaatsvinden. Om een praktijkplaats te kunnen bieden dient het bedrijf of de organisatie door de Samenwerkingsorganisatie Beroepsonderwijs Bedrijfsleven (SBB) erkend te zijn als leerbedrijf voor (het deel van) de mbo-opleiding dat de kandidaat gaat doen.
De subsidie is niet bedoeld om de kosten van de mbo-instelling voor de uitvoering van de mbo-opleiding te vergoeden.
Voorwaarden
Voorwaarde voor het verstrekken van de vergoeding aan het bedrijf of de organisatie voor het als erkend leerbedrijf realiseren van een praktijkplaats, is dat sprake is van een praktijkovereenkomst (POK) en dat de opleiding moet zijn gestart in de periode vanaf 1 januari 2021 tot en met 31 december 2022.
In de POK worden afspraken gemaakt tussen de mbo-instelling, het erkend leerbedrijf die een praktijkplaats realiseert en de student (kandidaat) over de inrichting van de beroepspraktijkvorming.
Max. 40 weken – max. € 2.700
De duur van de opleiding waarvoor een vergoeding wordt verstrekt, is gemaximeerd op 40 weken vanaf de startdatum zoals opgenomen in de praktijkovereenkomst. Geen vergoeding wordt verstrekt aan het erkende leerbedrijf als een kandidaat een hele kalenderweek niet aanwezig is op de praktijkplaats.
Voor het realiseren van een praktijkleerplaats van 40 weken kan het erkende leerbedrijf een vergoeding van maximaal € 2.700 krijgen.
Als de kandidaat minder dan 40 weken aanwezig is geweest op de praktijkplaats, wordt de hoogte van de vergoeding naar rato vastgesteld. Indien een langere duur van de mbo-opleiding gewenst is, kan dit worden afgesproken in de POK, maar kunnen de kosten gemoeid met de langere duur van de opleiding niet gefinancierd worden uit de middelen voor praktijkleren in het mbo uit het steun- en herstelpakket.
Eenmalig subsidie
Voor het realiseren van een praktijkplaats waar een kandidaat een (deel van een) mbo-opleiding doet in de derde leerweg, kan het erkende leerbedrijf eenmalig subsidie ontvangen. Omdat de Stimuleringsregeling voor leren en ontwikkelen in mkb-ondernemingen en specifiek voor de grootbedrijven in de landbouw-, horeca- of recreatiesector (SLIM-regeling) ook voorziet in subsidie voor praktijkleren in het mbo in de derde leerweg, is bepaald dat een subsidieaanvraag wordt afgewezen indien voor eenzelfde gerealiseerde praktijkplaats en kandidaat al subsidie is verleend op basis van de SLIM-regeling.
De Regeling omscholing naar kansrijke beroepen in de ict en techniek voorziet in een subsidie die, bij een overstap naar een ander beroepssegment en daadwerkelijke omscholing, ook ingezet kan worden voor een mbo-opleiding in de derde leerweg en de praktijkondersteuning die een (leer)bedrijf biedt. Daarom is bepaald dat een subsidieaanvraag wordt afgewezen indien voor hetzelfde omscholingstraject en voor dezelfde kandidaat/werknemer al subsidie is verleend op basis van deze omscholingsregeling.
De uitvoering van deze taken ligt bij Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO).
Aanvraagtijdvak
Een subsidieaanvraag kan bij de minister worden ingediend in de volgende tijdvakken:
- van 3 januari 2022, 09:00 uur, tot en met 31 januari 2022, 17:00 uur;
- van 1 juni 2022, 09:00 uur, tot en met 30 juni 2022, 17:00 uur;
- van 1 december 2022, 09:00 uur, tot en met 31 december 2022, 17:00 uur;
- van 1 juni 2023, 09:00 uur, tot en met 30 juni 2023, 17:00 uur; en
- van 1 december 2023, 09:00 uur, tot en met 31 december 2023, 17:00 uur
Regeldruk
De administratieve lasten zitten in het indienen van de subsidieaanvraag zelf. Voor de indiening van de aanvraag is een digitaal portaal beschikbaar, waar een werkgever door het proces van indienen wordt geleid.
De administratieve lasten per aanvraag worden geschat op € 7,85; 10 minuten vermenigvuldigd met een vaststaand uurtarief per werkgever (€ 47).
De totale lasten van de regeling komen daarmee op € 157.000, uitgaande van 20.000 praktijkplaatsen waarvoor subsidie wordt aangevraagd.