De werkneemster vraagt het College voor de Rechten van de Mens om te beoordelen of de werkgever verboden onderscheid op grond van arbeidsduur heeft gemaakt door geen compensatie te verlenen voor erkende feestdagen die op haar roostervrije dag vallen.
Dit is een verboden onderscheid op grond van arbeidsduur, zo oordeelt het College.
Wat is de situatie?
Een vrouw werkt 35 uur per week op dinsdag tot en met vrijdag. Aangezien veel feestdagen op een maandag vallen profiteren haar collega’s die wel op maandag werken naar rato van het aantal uren dat zij werken meer van de vrije feestdagen dan de vrouw doet. De werkneemster denkt dat zij hierdoor ongelijk wordt behandeld en vraagt de huisartsenpraktijk hier rekening mee te houden.
De huisartsenpraktijk stelt alle medewerkers gelijk te behandelen, omdat het voor al deze medewerkers een kwestie van geluk of pech is als een feestdag op een werkdag of vrije dag valt.
Oordeel College
Het College oordeelt dat het doel dat de huisartsenpraktijk nastreeft is te waarborgen dat alle medewerkers op een gelijke wijze worden behandeld waar het gaat om erkende feestdagen die vallen op roostervrije dagen. Het College is van oordeel dat dit doel voldoende zwaarwegend is en geen discriminerend oogmerk heeft. Het doel van verweerster is daarmee legitiem.
Geen compensatie voor feestdagen
Vervolgens is de vraag of het gekozen middel passend is om het doel te bereiken. Het middel dat de huisartsenpraktijk inzet om dit doel te bereiken is het niet geven van compensatie voor erkende feestdagen die vallen op roostervrije dagen.
Gelijke behandeling
Het College overweegt dat het feit dat er in de cao-huisartsenzorg geen regel is opgenomen over compensatie voor feestdagen de werkgever niet ontslaat van de in artikel 7:648 BW neergelegde verplichting om als werkgever te waarborgen dat iedere werknemer, voltijders en deeltijders, op gelijke wijze wordt behandeld.
Nadeel t.o.v. collega’s
Het College overweegt verder dat het standpunt van de werkgever dat het middel geschikt is om alle medewerkers op dit punt gelijk te behandelen, op gespannen voet staat met de erkenning dat de werkneemster van datzelfde middel nadeel heeft ondervonden ten opzichte van collega’s die ook in deeltijd werken.
Vast staat immers dat de vrouw in verhouding tot het aantal uren dat zij werkte naar rato te weinig uren vrij heeft gehad, terwijl een collega van haar, die op maandag en donderdag werkt, naar rato meer vrije uren heeft genoten. Met het middel wordt dan ook niet het door de werkgever beoogde doel bereikt.
Verboden onderscheid
Nu het middel niet passend is, is het College van oordeel dat het gemaakte onderscheid niet objectief gerechtvaardigd is.
De huisartsenpraktijk heeft verboden onderscheid gemaakt op grond van arbeidsduur, aldus het College.
Nadeel voor deeltijdmedewerkers
De feestdagen vallen jaarlijks op verschillende weekdagen, maar verhoudingswijze het vaakst op een maandag. Het College heeft in eerdere oordelen al bepaald dat dit met name voor deeltijdmedewerkers tot een nadeel kan leiden.
Jaarurensysteem
Werkgever moeten hier rekening mee houden. Dit kan onder meer door een jaarurensysteem in te voeren. Met het jaarurenstysteem krijgt elke werknemer naar rato van het aantal uren dat de werknemer per week werkt hetzelfde aantal vrije (feest)dagen.
Als een werknemer door sluiting vanwege een feestdag feitelijk meer feestdaguren vrij heeft dan waar deze recht op heeft, moet dit worden gecompenseerd. Dit heeft het gevolg dat werknemers naar rato van het dienstverband een gelijk aantal uren werken, ongeacht op welke weekdag een feestdag valt.
Kleine deeltijders
Het College erkent dat onder het jaarurensysteem bij kleine deeltijders het nadeel kan optreden dat zij onder omstandigheden verplicht kunnen worden op een andere wijze werkuren te genereren dan de voltijders die een en ander binnen de reguliere arbeidstijd kunnen realiseren. Bijvoorbeeld door te werken buiten de reguliere werktijden of door het inleveren van vakantie-uren.
Het College acht dit nadeel objectief gerechtvaardigd omdat het College geen alternatieve oplossing ziet die net zo veel recht doet aan het uitgangspunt van gelijke behandeling van voltijders en deeltijders en daarbij deeltijders minder last bezorgen.