Dat blijkt uit een enquêteonderzoek van UWV, zo schrijft minister Koolmees in een Kamerbrief.
Bij de totstandkoming van de controlesystematiek van de NOW is bewust en zorgvuldig gekozen voor een vorm van differentiatie die aansluit bij de grootte van de onderneming en de hoogte van de subsidie.
Accountantsverklaringen en derdenverklaringen vormen daarin een belangrijk onderdeel van het vaststellingsproces met het oog op het kunnen vaststellen van de rechtmatigheid van de NOW-subsidie. Er is geen sprake van één accountantsverklaring die voor alle bedrijven boven de daarvoor geldende grenzen geldt: kleinere ondernemers kunnen een accountantsonderzoek regelen dat past bij de grootte van hun organisatie. Op deze wijze staan de accountantskosten zo goed mogelijk in verhouding tot de hoogte van de subsidie. Daarnaast sluiten de werkzaamheden aan bij de reguliere werkzaamheden.
UWV heeft in opdracht van SZW een enquêteonderzoek over de kosten van een accountants- of derdenverklaring uitgestuurd naar ondernemers die gebruik hebben gemaakt van de NOW en al een vaststellingsaanvraag hebben ingediend. De respondenten gaven aan dat het gemiddelde bedrag voor een accountantsverklaring (benodigd vanaf een voorschot van €100.000 (en vanaf de
NOW 3 €125.000) of een definitieve subsidie vanaf €125.000) ligt op ongeveer €5300 en bij een derdenverklaring (benodigd vanaf een voorschot van €20.000 of een definitief subsidiebedrag van €25.000 en vanaf de NOW 3 €40.000) gemiddeld op ongeveer €1300.
Slechts een beperkte groep ondernemers heeft een derden- of accountantsverklaring nodig. Bij de uitwerking van het controleproces van de NOW 1 is uitgegaan dat 30 procent van de aanvragers uiteindelijk een derdenverklaring nodig zal hebben en 10 procent van de aanvragers een accountantsverklaring nodig heeft. Voor de latere periodes is de schatting dat op basis van de voorschotbedragen deze percentages lager liggen.
Antwoorden op Kamervragen over stand van zaken vaststelling NOW