Het kan dan zijn dat je een andere tijdvaktabel dan normaal moet gebruiken. Dit kan van toepassing zijn bij in- of uitdiensttreding van een werknemer. En hoe zit het bij een parttime werknemer? Moet je dan ook een ander tijdvaktabel gebruiken?
Hoofdregel fulltimer
De hoofdregel is dat je de tijdvaktabel gebruikt die overeenkomt met het tijdvak waarover een werknemer loon geniet. Als bijvoorbeeld met een werknemer een loon per maand is afgesproken, gebruik je de witte maandtabel.
Andere tijdvaktabel
Als je bijvoorbeeld in een loontijdvak van een maand een of meer dagen geen loon betaalt aan een fulltime werknemer, mag je de maandtabel niet toepassen. Je zou dan rekenen met een te hoog bedrag aan algemene heffingskorting en arbeidskorting. Je gebruikt dan de week- en/of dagtabel voor de dagen waarover je wel loon betaalt, ook al is het loontijdvak van de werknemer geen week of dag.
Voor elke volle werkweek gebruik je de weektabel en voor de resterende werkdagen de dagtabel.
Week- en/of dagtabel
Je gebruikt de week- en/of dagtabel als een werknemer:
- in de loop van een loontijdvak in of uit dienst treedt waardoor hij in het loontijdvak een aantal dagen geen loon krijgt;
- een aantal dagen geen loon van de werkgever krijgt, maar rechtstreeks van het UWV een arbeidsongeschiktheidsuitkering;
- een aantal dagen geen loon krijgt, omdat hij onbetaald verlof opneemt;
- met recht op vakantiebonnen, vakantie opneemt. De werknemer krijgt die vakantiedag(en) dus geen loon.
Ziek (wachtdagen)
Let op: als een werknemer in verband met ziekte in het loontijdvak een of meer dagen geen loon krijgt (zogenoemde ‘wachtdagen’), is geen sprake van het doorbreken van het loontijdvak. Je blijft de reguliere tijdvaktabel gebruiken voor het lagere loon van dat tijdvak. Je vermeldt dan in de aangifte loonheffingen wel code ‘Z’ van de incidentele inkomstenvermindering.
Voorbeeld fulltimer in dienst
De werknemer treedt in week 15 op donderdag 9 april in dienst. De periode van 9 tot en met 30 april valt in 4 weken met 16 werkdagen, als volgt verdeeld:
- week 15: 2 dagen;
- week 16: 5 dagen;
- week 17: 5 dagen;
- week 18: 4 dagen.
Het loontijdvak is de periode van 9 april tot en met 30 april. Dit noemen we wel een ‘afwijkend loontijdvak’ omdat dit anders is dan de standaard loontijdvakken. Omdat daarvoor geen tabel
is, moet je voor de tabeltoepassing herleiden.
Voor deze eerste niet-volle maand, de maand van indiensttreding, betaal de werkgever de werknemer € 1.600.
Bij volle maanden gebruik je de witte maandtabel, maar in deze maand, ‘knip’ je als volgt:
- week 15: 2 dagen;
- week 16 en 17: 5 dagen (2 volle weken);
- week 18: 4 dagen.
Het afwijkende tijdvak bestaat dus uit 2 weken plus 6 dagen.
Je berekent de inhouding met de witte loonbelastingtabel als volgt:
- 2 keer de weektabel over € 500 (= (€ 1.600 :16) x 5). Stel de inhouding is € 60,48 per week;
- 6 keer de dagtabel over € 100 (= € 1.600 : 16). Stel de inhouding is € 12,10 per dag.
Je houdt op het loon voor dit afwijkende loontijdvak in: 2 keer € 60,48 + 6 keer € 12,10 = € 193,56.
Je mag ook 16 keer de dagtabel toepassen, dat wil zeggen dat je 16 keer € 12,10 = € 193,60 berekent.
Parttimer
Voor parttime werknemers is de bovengenoemde regel niet van toepassing. Voor deze werknemers gebruik je de tijdvaktabel die gelijk is aan het uitbetalingstijdvak. Je kijkt dus naar de frequentie waarmee je het loon uitbetaalt en niet naar het werkelijke loontijdvak.
Het gaat om een parttime werknemer als deze gewoonlijk op minder dan 5 dagen in de week werkt.
Let op: deze parttimerregeling geldt ook voor fulltimewerknemers die op 4 dagen werken, bijvoorbeeld werknemers met een fulltimecontract van 36 uur die 4 keer 9 uur werken. Bij de parttimerregeling mag je niet de kwartaaltabel gebruiken.
Voorbeeld parttimer in dienst
Een parttimewerknemer treedt halverwege maart bij de werknemer in dienst. Hij werkt 2 dagen per week, op maandag en dinsdag. Dan zitten er nog 3 maandagen en dinsdagen in maart. Je betaalt zijn loon per maand uit. Ondanks dat hij in maart loon krijgt over 6 dagen (zijn eigenlijke loontijdvak is dan 6 dagen) treedt hiervoor het uitbetalingstijdvak (maand) in de plaats. Dan moet je over maart de witte maandtabel gebruiken. Dit is een andere systematiek dan bij de fulltimewerknemer van het vorige voorbeeld. Je mag dus niet 6 keer de witte dagtabel gebruiken.
Meer uitleg over parttimers lees je in paragraaf 9.3.4 Handboek Loonheffingen.
In paragraaf 9.3 Loonbelasting/premie volksverzekeringen berekenen: rekenvoorschriften en tabellen van het Handboek Loonheffingen lees je meer over de toepassing van de tijdvaktabellen.
Bron: Forum Salaris