Het wetsvoorstel Breed Offensief is in februari 2020 bij de Tweede Kamer ingediend. Doel van het wetsvoorstel is te bevorderen dat meer mensen uit de Participatiewet met een arbeidsbeperking aan het werk gaan en blijven.
Het wetsvoorstel is gereed voor plenaire behandeling. Nadat het kabinet-Rutte III demissionair werd heeft de Tweede Kamer het wetsvoorstel niet-controversieel verklaard en de wetsbehandeling tot nader order uitgesteld.
1 januari 2022
De beoogde invoeringsdatum van 1 juli 2021 is hierdoor niet haalbaar. De minister zou gelet op het belang van de voorgestelde maatregelen voor mensen met een arbeidsbeperking en voor werkgevers willen streven naar invoering van het wetsvoorstel op 1 januari 2022, uiteraard onder het voorbehoud dat beide Kamers het wetsvoorstel aannemen.
Voor de in het wetsvoorstel opgenomen vereenvoudigingen van de Wet tegemoetkomingen loondomein (Wtl) wordt de beoogde ingangsdatum opgeschoven naar 1 januari 2023 vanwege de voor de uitvoering benodigde voorbereidingstijd om deze vereenvoudigingen te implementeren.
Deze nieuwe beoogde invoeringsdatum is haalbaar wanneer de Tweede Kamer besluit het wetsvoorstel in het voorjaar van 2021 te behandelen, en aansluitend behandeling in de Eerste Kamer plaatsvindt. Het wetsvoorstel moet uiterlijk 1 oktober 2021 in het Staatsblad staan, om gemeenten voldoende
voorbereidingstijd te geven. Als dit niet haalbaar of wenselijk wordt geacht, zal de inwerkingtreding verder opschuiven.
Lagere regelgeving
Een aantal maatregelen uit de bredere agenda van Breed Offensief kan wel doorgaan, omdat zij op grond van de huidige wet bij lagere regelgeving kunnen worden vormgegeven. Zo zijn per 1 januari 2021 het gewijzigde Besluit SUWI en de Regeling SUWI van kracht. Het doel van de wijzigingen is om de samenwerking tussen UWV en de gemeenten en de werkgeversdienstverlening in de
arbeidsmarktregio’s te versterken.
Uniforme loonwaardebepaling
Ook is het Besluit loonkostensubsidie Participatiewet 2021 op 8 maart 2021 in het Staatsblad gepubliceerd (Stb. 2021, 113) en de daarop aansluitende ministeriële regeling in de Staatscourant (Stcrt. 2021, 9937), met daarin een uniforme methode voor loonwaardebepaling.
De uitvoering wordt nu in gereedheid gebracht om de uniforme loonwaardebepaling in het kader van de Participatiewet en de Wet Wajong per 1 juli 2021 te kunnen toepassen. Verder wordt de implementatie van het preferente werkproces loonkostensubsidie bij gemeenten voortgezet.
In nauwe afstemming met gemeenten wordt gewerkt aan een nieuwe wijze van financiering van de loonkostensubsidies. Streven is dat deze wijziging met ingang van 1 januari 2022 kan worden ingevoerd.
Vereenvoudiging Wet banenafspraak
In de afgelopen periode heeft het kabinet gewerkt aan een concept voor een wetsvoorstel voor de vereenvoudiging van de Wet banenafspraak en quotum arbeidsbeperkten.
De planning was gericht op inwerkingtreding van het wetsvoorstel Wet banenafspraak per 1 januari 2022. Eind 2020 bleek dat door de druk op de uitvoeringsorganisaties UWV en Belastingdienst vanwege de coronamaatregelen het wetsvoorstel Wet banenafspraak niet meer in 2020 aan de Tweede Kamer kon worden aangeboden en is de beoogde inwerkingtredingsdatum van 1 januari 2022 niet meer haalbaar.
Met het oog op de demissionaire status van het kabinet vindt de minister het niet gepast dit wetsvoorstel nog aan de Tweede Kamer aan te bieden. Het volgende kabinet zal een eigen afweging willen maken over een nieuwe vormgeving van de banenafspraak.
Opschorting quotumheffing
De vertraging van dit wetstraject heeft enkele praktische gevolgen voor de uitvoering van de quotumheffing op grond van de huidige wetgeving.
In de Wet deactivering en uitstel quotumheffing is de uitvoering van de quotumheffing tot de verwachte inwerkingtredingsdatum van het nieuwe wetvoorstel, 1 januari 2022, opgeschort.
Verdere opschorting van de quotumheffing tot de inwerkingtreding van het nieuwe systeem was voorzien in het wetsvoorstel Wet Banenafspraak. Nu het wetsvoorstel niet aangeboden wordt aan de Tweede Kamer, zal verdere opschorting op een later moment dit jaar van een wettelijke grondslag moeten worden voorzien. Dit kan door later in het jaar alsnog het wetsvoorstel in te dienen of via een ander wetstraject. Dit is nodig om te voorkomen dat anders de opschorting per 1 januari 2022 afloopt terwijl de heffing niet kan worden uitgevoerd.
Ook is het nodig om de uitvoering, werkgevers en werknemers hierover vroeg genoeg duidelijkheid te
geven. Als de wettelijke grondslag na 1 januari 2022 in werking treedt, is het nodig dat deze grondslag tot 1 januari 2022 terugwerkt en dat de uitvoering daarop kan anticiperen.
Kamerbrief voortgang wetsbehandeling Breed Offensief
Wetsvoorstel breed offensief – meer arbeidsbeperkten aan het werk