Het gaat om de volgende vier vragen:
- Hoe vraag ik een zwangerschapsuitkering aan voor de werkneemster?
- Hoe lang duurt het zwangerschaps- en bevallingsverlof?
- Hoe wordt het dagloon voor een zwangerschapsuitkering (WAZO) berekend?
- Moet ik aan UWV doorgeven dat de werkneemster bevallen is?
1 Aanvragen uitkering
Vraag de werkneemster wanneer zij met verlof wil gaan. Dit kan elke dag zijn tussen de 6 en 4 weken vóór de dag na de vermoedelijke bevallingsdatum.
Is de werkneemster zwanger van een tweeling of meerling, dan gaat haar zwangerschapsverlof in tussen 10 en 8 weken voor de dag na de uitgerekende datum.
Zwangerschapsverklaring
De werkneemster vraagt om een zwangerschapsverklaring bij haar huisarts of verloskundige. Op deze verklaring staat de uitgerekende datum. De werkneemster bewaart deze verklaring in haar eigen administratie. Tot 1 jaar na de einddatum van de zwangerschaps- en bevallingsuitkering kunnen wij uw werknemer om de zwangerschapsverklaring vragen, als dat nodig is voor controle.
Zwangerschapsuitkering
De werkgever kan de zwangerschapsuitkering aanvragen tussen de 4 en 2 weken voor de ingangsdatum van het verlof.
Geef bij de aanvraag aan of UWV de uitkering aan de werkgever of aan de werknemer moet overmaken. Gewoonlijk betaalt UWV aan de werkgever. Maar soms is het handig als UWV de uitkering direct overmaakt aan de werkneemster, bijvoorbeeld als het dienstverband van de werkneemster afloopt tijdens het verlof.
Als de zwangerschap van de werkneemster tijdens de eerste 24 weken eindigt, krijgt zij geen zwangerschapsuitkering. Meldt zij zich ziek als gevolg van de miskraam of een abortus, dan kan de werkgever een Ziektewet-uitkering voor haar aanvragen.
Is de zwangerschap na 24 weken beëindigd door een vroeggeboorte? Of is de baby bij de bevalling overleden? Dan krijgt de werkneemster een bevallingsuitkering van 16 weken.
Lees meer over Zwangerschapsuitkering aanvragen.
2 Duur verlof
Het zwangerschapsverlof duurt minimaal 16 weken. UWV betaalt tijdens dit verlof een zwangerschapsuitkering (WAZO). De uitkering duurt net zo lang als het verlof.
Na de bevalling heeft de werkneemster altijd recht op minimaal 10 weken verlof. Hiervan moet zij 6 weken verplicht aaneengesloten opnemen na de bevalling. De rest van haar bevallingsverlof mag zij, in overleg met de werkgever, over een periode van 30 weken flexibel opnemen.
Als de werkneemster ziek is tijdens of na haar zwangerschap, kan de duur van het verlof langer zijn.
De duur van het verlof kan langer of korter zijn, als de bevallingsdatum anders blijkt dan de uitgerekende datum.
In de volgende situaties kan het bevallingsverlof langer dan 10 weken duren:
- als de werkneemster voor de uitgerekende datum bevalt, of zij korter verlof opneemt dan 6 weken voor de uitgerekende datum;
- als het kind van de werkneemster na de bevalling in het ziekenhuis wordt opgenomen.
Meer informatie bij Verlofperiode zwangerschap
3 Berekening dagloon
Een zwangerschapsuitkering is 100 procent van het dagloon. UWV berekent het dagloon op basis van het sv-loon dat de werkneemster verdiende tijdens het dienstverband waarin haar verlof begon.
UWV kijkt daarbij naar een periode van 1 jaar die eindigt op de laatste dag van de voorlaatste maand of 4 weken voorafgaand aan de dag waarop het zwangerschapsverlof begint (de referteperiode).
Meer informatie over regelen zwangerschapsverlof op Mijn werknemer is zwanger.
4 Doorgeven aan UWV
Als de werkneemster is bevallen, geeft de Basisregistratie Personen (BRP) dit aan UWV door. De werkgever hoeft dus niets te doen.
De werkgever moet de bevalling van de werkneemster alleen aan UWV doorgeven als zij in het buitenland woont, of als ze bevalt voordat haar zwangerschapsverlof ingaat.
Kijk voor meer informatie op Na de bevalling.