Van alle werkgevers wordt verwacht dat zij de richtlijnen van het RIVM volgen. De richtlijnen zijn helder:
- Werknemers moeten thuis blijven bij ziekte- en verkoudheidsverschijnselen.
- Werkgevers mogen hun personeel niet controleren op corona. Alleen een (bedrijfs-)arts mag werknemers daarop controleren.
- Wanneer werkgevers vervoer van en naar huis voor werknemers verzorgen, moet dit volgens de richtlijnen van het RIVM gebeuren om te voorkomen dat een mogelijke besmetting zich verspreidt
onder de werknemers.
Het is van algemeen belang dat de RIVM-richtlijnen worden gevolgd om verdere verspreiding van het coronavirus tegen te gaan.
Het ministerie van SZW is in gesprek met sociale partners om te kijken hoe de RIVM-richtlijnen goed kunnen worden toegepast in woon-, werk- en reissituaties. Daarnaast treffen werkgevers maatregelen om de werkplek en de huisvestingslocatie zo in te richten dat de kans op besmetting zo klein mogelijk wordt gemaakt.
Arbowet
Op grond van de Arbowet is de werkgever verantwoordelijk om de risico’s bij de arbeid te voorkomen of te beperken en in te grijpen wanneer nodig. Als de werkgever niet de nodige voorzorgsmaatregelen
treft, kan de werknemer, ondernemingsraad, personeelsvertegenwoordiging of vakbond een melding doen bij de Inspectie SZW.
Andere sectoren
Volgens een recent onderzoek van de CNV zijn er veel uitzendkrachten die als gevolg van de crisis helaas hun baan in onder meer de horeca, de detailhandel en de industrie hebben verloren. Het is echter nog te vroeg om concrete uitspraken over de aantallen getroffen arbeidsmigranten te kunnen doen, aldus de minister. Terwijl sommige sectoren een krimp ervaren, is bij andere sectoren zoals de logistiek en de glas- en tuinbouw juist een grote vraag naar personeel. Voor veel arbeidsmigranten en uitzendkrachten zou dit dus kunnen betekenen dat ze bij een andere werkgever aan de slag kunnen.
Mensen die als gevolg van de coronacrisis hun baan verliezen, kunnen solliciteren in andere sectoren waar er op dit moment door de crisis juist tekorten zijn ontstaan. Voorbeelden van zulke sectoren zijn de glas-, land- en tuinbouw, maar ook de logistiek.
In de NOW worden werkgevers opgeroepen om werknemers, ongeacht de contractvorm, zo veel mogelijk in dienst te houden en hun loon door te blijven betalen. Werknemers kunnen van baan te veranderen en naar een andere sector gaan, rekening houdend met de eventuele voorwaarden en/of opzegtermijnen in hun arbeidscontract.
Zorg voor arbeidsmigranten
Sommige arbeidsmigranten zijn voor zowel hun werk als hun woning afhankelijk van hun werkgever. Koolmees vraagt werkgevers hun verantwoordelijkheid te nemen en goed te zorgen voor de
gezondheid van arbeidsmigranten. Dit houdt bijvoorbeeld in dat werkgevers arbeidsmigranten niet op straat moeten zetten als het werk stopt of wanneer ze ziek worden.
Werken in ander land
De Europese Commissie acht het van belang dat werkenden die in een ander land wonen dan dat ze werken, zeker als zij werken in vitale beroepen, zonder belemmeringen de grenzen kunnen passeren om hun werkzaamheden uit te voeren. Dat betekent ook dat zij terug moeten kunnen keren.
Het kabinet onderschrijft het uitgangspunt van de Europese Commissie dat mobiele werkenden van en
naar hun werkplek moeten kunnen reizen, zeker als zij in vitale beroepen werken. Snelle, volledige en eenduidige implementatie van deze richtsnoeren is gewenst.
Beantwoording Kamervragen over positie arbeidsmigranten tijdens coronacrisis