Door de invoering van de Wet arbeidsmarkt in balans (WAB) wijzigt de werkloosheidspremie en hangt deze nu af van het soort contract.
Een werkgever die voor een werknemer met een tijdelijk contract en een modaal inkomen vorig jaar 538 euro aan werkgeverslasten betaalde, moet dit jaar voor dezelfde werknemer 99 euro per maand meer betalen.
Voor hetzelfde personeelslid in vaste dienst is de werkgever in 2020 juist 42 euro per maand goedkoper uit. Het grote verschil is bijna volledig toe te schrijven aan de nieuwe WW-premie.
Deze cijfers volgen uit berekeningen van HR- en salarisdienstverlener ADP, die jaarlijks inzicht geeft in de werkgeverslasten.
Lage of hoge WW-premie?
Met de WAB zijn de sectorale werkloosheidspremies per 2020 afgeschaft. Er is nog één WW-premie: Algemeen werkloosheidsfonds (AWF) met een hoog (7,94%) en een laag (2,94%) tarief.
Voor werknemers met een vast contract zijn werkgevers de lage premie verschuldigd. Voor tijdelijke en flexibele contracten betaalt de werkgever de hoge premie.
Dik van Leeuwerden, verantwoordelijk voor wet- en regelgeving bij ADP Nederland, geeft aan dat werkgevers alert moeten blijven:
“Zelfs als de werkgever terecht de lage premie heeft betaald, kan er na afloop van het jaar alsnog herziening plaatsvinden. Dat is bijvoorbeeld het geval als je 30% meer uren hebt verloond dan vooraf contractueel vastgelegd”.
Met de nieuwe WAB-regels wil het kabinet werkgevers verleiden tot het aanbieden van meer vaste contracten.
Van Leeuwerden:
“Dit heeft grote gevolgen voor sectoren met veel flexwerkers. Denk bijvoorbeeld aan de horeca en de thuiszorg. Als werkgevers geen vaste contracten kunnen aanbieden, dan zien zij hun loonkosten flink stijgen.”
Administratieve eisen
Naast financieel heeft de WW-premiewijziging ook administratief impact. Zo moeten werkgevers vaststellen of alle contracten voor onbepaalde tijd schriftelijk zijn vastgelegd zijn en door werknemer én werkgever zijn ondertekend.
Als het contract ooit stilzwijgend is omgezet zonder schriftelijke bevestiging en ondertekening is dat niet voldoende om een lage WW-premie te mogen rekenen. Om werkgevers iets meer tijd te geven om aan deze administratieve vereisten te voldoen, heeft minister Koolmees uitstel gegeven tot 1 april 2020.
Drie maanden extra tijd voor administratieve eisen lage WW-premie
Overheidswerkgevers
Ambtelijke organisaties zijn een uitzondering als het gaat om de nieuwe WW-premie. Ambtenaren vallen sinds dit jaar onder het civiele arbeidsrecht, maar toch blijven overheidswerkgevers eigenrisicodrager voor de WW. Voor hen blijft de UFO-premie van toepassing. Deze daalt voor het eerst in jaren van 0,78% naar 0,68%.
Overige werknemerspremies
In verhouding met de WW-premie zijn er weinig schokkende ontwikkelingen als het gaat om de overige premies. De werkgeversbijdrage voor de Zorgverzekeringswet (ZVW) daalt van 6,95% naar 6,70%. De AOF-premie voor het Algemeen arbeidsongeschiktheidsfonds stijgt van 6,46% naar 6,77%. Deze premie wordt nog verhoogd met 0,50% bijdrage Kinderopvangfonds. Ook in de pensioenpremies zijn de verschillen ten opzichte van 2019 te verwaarlozen.
Definitieve premies sociale verzekeringen 2020 – hoge en lage WW-premie