Staatssecretaris van Financiën beantwoordt vragen over het toepassen van de arbeidskorting bij werkende gepensioneerden. Deze vragen zijn gesteld naar aanleiding van het pakket Belastingplan 2020, onderdeel inkomensbeleid.
Zo’n 430.000 gepensioneerden hebben recht op de arbeidskorting, omdat zij naast hun AOW-uitkering nog loon- of winstinkomen genieten.
Handboek Loonheffingen
Werkgevers worden onder meer door middel van het Handboek Loonheffingen geïnformeerd en moeten de regels (waaronder die van de arbeidskorting) zelf toepassen. Binnen de Belastingdienst zijn geen signalen bekend dat werkgevers in dit geval vergeten om de arbeidskorting toe te passen. Niet uit te sluiten valt dat dit in een incidenteel geval voorkomt.
Loonheffingskorting
Bij een combinatie van een AOW-uitkering en loon kan het voorkomen dat een belastingplichtige ervoor kiest om de loonheffingskorting te laten toepassen door de Sociale Verzekeringsbank (SVB). In dat geval wordt de arbeidskorting niet toegepast. Dit kan via de inkomstenbelasting worden rechtgetrokken.
Als de belastingplichtige ervoor kiest om de loonheffingskorting te laten toepassen op het loon, in plaats van op de AOW-uitkering, dan wordt gelijk rekening gehouden met de arbeidskorting.
Niet verzilveren
AOW-gerechtigden met recht op arbeidskorting kunnen een deel van hun heffingskortingen niet verzilveren als zij een laag inkomen of relatief hoge aftrekposten hebben.
Zo kan een werkende AOW-er die deel uitmaakt van een AOW-paar en geen aanvullend pensioen heeft tot een arbeidsinkomen van circa € 5000 een deel van zijn heffingskortingen niet verzilveren.
Een alleenstaande AOW-gerechtigde zonder aanvullend pensioen kan tot een arbeidsinkomen van circa
€ 3000 een deel van zijn heffingskortingen niet verzilveren.
Nota n.a.v. verslag Belastingplan 2020