De ketenaansprakelijkheid voor loon heeft als doel de totstandkoming van bonafide ketens te bevorderen, waarin werknemers het loon ontvangen waar zij recht op hebben en om oneerlijke concurrentie tussen werkgevers tegen te gaan.
De werknemer kan met deze maatregel tegelijkertijd de werkgever en de opdrachtgever hoofdelijk aansprakelijk stellen voor de betaling van het loon waar hij of zij recht op heeft.
Wanneer de loonvordering bij genoemde partijen niet kan worden uitgevoerd, kan de werknemer naar alle volgende schakels in een opdrachtketen gaan. Uiteindelijk kan de hoofdopdrachtgever aansprakelijk worden gesteld voor de voldoening van het achterstallige loon.
Door opdrachtgevers aan te spreken op voldoen van het verschuldigde loon moeten zij meer bereid zijn onderbetaling binnen de opdrachtketen te voorkomen en waar nodig aan te pakken.
Per 1 juli 2015 geldt de ketenaansprakelijkheid voor de overeenkomst van opdracht en de overeenkomst van aanneming van werk. Sinds 1 januari 2017 geldt de ketenaansprakelijkheid ook voor het verrichten van arbeid voor een werkgever ter uitvoering van vervoersovereenkomsten met betrekking tot goederenvervoer over de weg.
Preventieve werking
Zowel werkgevers als vakbonden geven aan dat er preventieve werking uitgaat van ketenaansprakelijkheid. In dit kader kan gewezen worden op de maatregelen die opdrachtgevers de afgelopen jaren genomen hebben met het oog op de niet-verwijtbaarheid, zoals de instelling van (sectorale) keurmerken en het opstellen van standaard contractuele bepalingen voor opdrachtnemers.
Sectoren waar opdrachtgevers duidelijk preventieve maatregelen nemen, zijn de uitzend-, transport- en bouwsector. Ook overheidsopdrachtgevers hebben preventieve maatregelen genomen met het oog op de ketenaansprakelijkheid.
Hoewel werkgevers en vakbonden het erover eens zijn dat er preventieve werking van ketenaansprakelijkheid kan uitgaan, verschilt hun waardering van de maatregel.
Wat zeggen vakbonden?
Vakbonden wijzen op het feit dat dreigen met aansprakelijkstelling vaak al voldoende is om werkgevers alsnog tot correcte betaling van het loon te doen overgaan, zodat een juridische procedure niet nodig is.
De FNV schat in dat men sinds de inwerkingtreding van de ketenaansprakelijkheid voor ongeveer 3 à 3,5 miljoen euro aan achterstallig loon heeft teruggevorderd via schikkingen, zonder dat daar een rechter aan te pas hoefde te komen.
Afhankelijkheidsrelatie
Een andere reden die genoemd wordt voor het geringe aantal juridische procedures is dat de werknemer van zijn werkgever afhankelijk is voor werk en inkomen en soms ook huisvesting. Door deze afhankelijkheidsrelatie kan het in bepaalde gevallen voor vakbonden lastig zijn om werknemers ertoe over te halen een gerechtelijke procedure te beginnen en lukt het niet om voldoende gegevens over werknemers en ketens te verkrijgen om een claim jegens de werkgever of opdrachtgever in te dienen.
Met het oog hierop zal verkend worden in hoeverre de regelgeving is aan te passen zodat een vakbond gegevens kan vorderen over een of meerdere schakels in een keten, zonder dat sprake is van een machtiging van een werknemer.
Wat zeggen werkgevers?
Werkgevers merken op dat het aantal individuele en collectieve claims op basis van ketenaansprakelijkheid klein is. Dit kan inderdaad een bewijs zijn dat de preventieve werking van ketenaansprakelijkheid effect heeft, maar volgens werkgevers ook een bewijs dat het probleem van onderbetaling minder groot is dan verondersteld werd.
Administratieve lasten niet-verwijtbaarheid
Hoewel men niet tegen het doel van ketenaansprakelijkheid is, roept dit bij werkgevers wel de vraag op of de ketenaansprakelijkheid zou moeten gelden voor alle partijen, in alle sectoren, ongeacht het risico op onderbetaling bij een onderneming of specifieke sector. Dit wringt omdat de preventieve maatregelen om niet-verwijtbaar te zijn – zoals certificering voor een keurmerk en meewerken aan controles – ook bonafide bedrijven tijd en geld kosten. Werkgevers merken in dit kader ook op dat opdrachtgevers graag meer zekerheid zouden hebben welke maatregelen zij moeten nemen om niet-verwijtbaar te zijn.
Privacywetgeving
Werkgevers hebben daarnaast aangegeven dat privacywetgeving het eenvoudig oppakken van verantwoordelijkheid rond ketenaansprakelijkheid in de weg kan staan. Volgens werkgevers maakt privacywetgeving het opdrachtgevers bijvoorbeeld lastig om bij schakels lager in de keten te controleren of werknemers de juiste beloning ontvangen, omdat individuele gegevens niet met hen mogen worden gedeeld.
De wet vereist niet dat gegevens op persoonsniveau worden bijgehouden en eventueel doorgegeven. In de praktijk geven sommige opdrachtgevers echter aan dat zij het voor een adequate beoordeling van het risico op onderbetaling noodzakelijk vinden dat ook vooraf gegevens over individuele werknemers kunnen worden opgevraagd.
Er zal nader verkend worden of schakels in de keten de mogelijkheid moet worden gegeven om persoonsgegevens te verwerken ten behoeve van een risicoanalyse vooraf en ter correctie op onderbetaling achteraf.
Evaluatie Wet aanpak schijnconstructies