Het kabinet wil het aantrekkelijker maken om met de fiets naar het werk te gaan omdat dit beter is voor het milieu.
De huidige fiscale regels om de waarde te bepalen van het privévoordeel van een ter beschikking gestelde fiets van de zaak ervaart de praktijk als belemmerend.
Lening
Werkgevers kunnen hun werknemers bijvoorbeeld een lening verstrekken voor de aanschaf van een (elektrische) fiets, die terugbetaald kan worden via de belastingvrije vergoeding van 0,19 euro per zakelijke kilometer waaronder woon-werkverkeer. Maar uit overleg met de branche blijkt dat voor werknemers de hoge aanschafprijs van een (elektrische) fiets nog steeds een drempel kan vormen om woon-werkverkeer met de fiets af te leggen.
Waarde privévoordeel
Als een werkgever een fiets die voor zakelijke kilometers wordt gebruikt, mede voor privédoeleinden ter beschikking stelt aan zijn werknemer, behoort de waarde van het in dat kader door de werknemer genoten privévoordeel tot het bij die werknemer te belasten loon.
In de fiscale wetgeving staan op dit moment geen specifieke bepalingen over de wijze waarop de waarde van dat privévoordeel moet worden bepaald. Er is ook niet voorzien in een forfaitaire bijtelling zoals voor de door de werkgever ter beschikking gestelde auto. Zonder zulke bepalingen is het vaststellen van de waarde van dat privévoordeel ingewikkeld en leidt het tot hoge administratieve lasten.
Forfait
Daarom is voorgesteld om vanaf 1 januari 2020 de waarde van het privévoordeel van de fiets van de zaak vast te stellen met behulp van een forfait.
Uitgaande van een verondersteld privégebruik van 25 procent, is een bijtelling voorgesteld van 7 procent van de consumentenadviesprijs, ofwel de oorspronkelijke nieuwwaarde, van de fiets.
Voor met de fiets van de zaak afgelegde (al dan niet zakelijke) kilometers bestaat geen recht op een belastingvrije vergoeding.
De bijtelling wordt in ieder geval van toepassing als de fiets voor (een deel van) het woon-werkverkeer ter beschikking staat.
Er wordt geen onderscheid gemaakt tussen de verschillende soorten fietsen. Dus geen gedifferentieerd tarief voor bijvoorbeeld (elektrische) stadsfietsen, bakfietsen en speed pedelecs.
Werknemers die een fiets van de zaak privé mogen gebruiken of voor het woon-werkverkeer krijgen te maken met de bijtelling. Dat betekent dat 7 procent van de waarde van de adviesprijs van de fiets bij het inkomen wordt bijgeteld.
Voorbeeld fiets
Daphne heeft een inkomen van 35.000 euro. Zij krijgt van haar werkgever een elektrische fiets in gebruik van 2.000 euro. Per jaar is de bijtelling hiervoor 140 euro (2.000 euro x 7 procent). Voor de fiets betaalt ze op jaarbasis 59 euro aan belasting.
Vanaf het moment dat de ter beschikking gestelde fiets in eigendom overgaat op de werknemer of tot het privévermogen van de ondernemer of resultaatgenieter gaat behoren, is de bijtelling niet langer van toepassing.
Geen bijtelling meer
Als de ter beschikking gestelde fiets in eigendom overgaat op de werknemer of tot het privévermogen van de ondernemer of resultaatgenieter gaat behoren, is de bijtelling niet langer van toepassing. Een met die overgang samenhangend voordeel voor de werknemer, ondernemer of resultaatgenieter is op basis van de daarvoor geldende regels belast. Daarvan is bijvoorbeeld als de werknemer bij de eigendomsoverdracht niet de (volledige) waarde in het economische verkeer van de fiets hoeft te betalen.
Btw-regels
De nieuwe forfaitaire regeling in de inkomsten- en loonbelasting beïnvloedt de bestaande btw-regels voor een ter beschikking gestelde fiets van de zaak niet.
Als de inkoopprijs van de aan de werknemer verstrekte fiets na aftrek van de eigen bijdrage van de
werknemer hoger is dan 749 euro inclusief btw, is de aftrek van btw uitgesloten voor het bedrag dat
uitkomt boven 749 euro.
Tot de grens van 749 euro inclusief btw komt de btw volledig voor aftrek in aanmerking, mits de ondernemer volledig aftrekgerechtigd is.
Fiscale vergroeningsmaatregelen 2019