De verwachting dat een afschaffing van het minimumjeugdloon zou leiden tot een daling in onderwijsdeelname volgt uit ‘Kansrijk minimumloonbeleid’ van het Centraal Planbureau. Het CPB behandelt in die publicatie de variant waarin het minimumjeugdloon wordt gelijkgetrokken met het reguliere minimumloon. Bij deze variant verwacht CPB een daling van de opleidingsgraad. Dat komt doordat werken aantrekkelijker wordt.
Twee stapsgewijze aanpassingen
De daling van de opleidingsgraad kan volgens CPB op lange termijn de productiviteit drukken. De conclusie dat afschaffing van het minimumjeugdloon niet leidt tot een daling in onderwijsdeelname, volgt niet uit onderzoek van SEO. Het onderzoek van SEO ging niet over afschaffing, maar over twee stapsgewijze aanpassingen in het minimumjeugdloon. Daarbij is relevant dat de meeste jongeren in 2017 en 2019 werkten voor een uurloon boven het minimum.
De aanpassingen die SEO heeft onderzocht, hadden om die reden slechts voor ongeveer 1 op de 10 jongeren gevolgen. Het gelijktrekken van het minimumjeugdloon met het reguliere minimumloon zou voor de meeste werkende jongeren gevolgen hebben.
Correcte bedragen in loonadministratie
Het kabinet helpt werkgevers en leveranciers van salarissoftware om tijdig de correcte bedragen in de loonadministratie te verwerken. Daarnaast worden sociale partners, waaronder werkgeversorganisaties, meegenomen in de uitwerking van de algemene maatregel van bestuur tot wijziging van het minimumjeugdloon. In dit kader is geregeld gesproken met de Stichting van de Arbeid, waar onder meer werkgeversorganisaties VNO-NCW en AWVN zitting in hebben.
Daarnaast is overleg gevoerd met het Vakcentrum, de Raad Nederlandse Detailhandel (RND) en het Centraal Bureau Levensmiddelenhandel (CBL) over de gevolgen voor werkgevers in de detailhandel. Zo kunnen alle werkgevers zich voorbereiden.
Besluit tot verhoging minimumjeugdloon
Het besluit tot verhoging van het minimumjeugdloon is op 17 april 2025 in de Voorjaarsnota bekendgemaakt. De verhoging treedt op 1 januari 2027 in werking. Werkgevers hebben zo ruim anderhalf jaar de tijd om zich voor te bereiden.
Aandacht voor gevolgen
Het kabinet zet geen gerichte financiële ondersteuningsmaatregelen in omdat eerdere compenserende maatregelen, zoals het jeugd-LIV, beperkt effectief zijn gebleken. Tegelijkertijd heeft het kabinet aandacht voor de gevolgen van de verhoging van het minimumjeugdloon voor werkgevers, bijvoorbeeld in de kabinetsreactie op de verkenning naar het minimumjeugdloon die op 4 juli 2025 is verstuurd.
Balans
In de keuze voor de verhoging van het minimumjeugdloon is gekeken naar de balans tussen de toereikendheid van het minimumjeugdloon afgezet tegen andere overwegingen zoals het volgen van onderwijs en arbeidsdeelname van jongeren. In de afweging is rekening gehouden met de gevolgen voor het volgen van onderwijs en werkgelegenheid.
Effecten verhoging
In de kabinetsreactie op de verkenning naar het minimumjeugdloon is al een aantal effecten van de verhoging beschreven. Het netto inkomen van jongeren die 36 uur per week werken en het minimumjeugdloon betaald krijgen is gebruikt als indicator voor de inkomenseffecten. Daarnaast is ingegaan op de verwachting dat de deelname van onderwijs en betaald werk van jongeren mogelijk licht zullen afnemen. Indicatoren hier zijn het aantal jongeren dat ingeschreven staat bij een opleiding, het aantal jongeren dat betaald werk verricht en het aantal gewerkte uren.
Evaluatie
Tot slot is het kabinet van plan om de effecten van de verhoging van het minimumjeugdloon enkele jaren na inwerkingtreding te evalueren. Hierbij wordt in ieder geval onderzocht wat de effecten van de verhoging van het minimumjeugdloon zijn voor de inkomens van jongeren en voor hun deelname aan betaalde arbeid en onderwijs.
Antwoorden op Kamervragen over het wettelijk minimumjeugdloon

