Staatssecretaris Heijnen van Financiën informeert over de resultaten van onderzoek naar mispercepties van de marginale druk en de effecten hiervan op het arbeidsaanbod.
Het onderzoek is uitgevoerd door de Erasmus Universiteit en het ministerie van Financiën, in samenwerking met de ministeries van Sociale Zaken en Werkgelegenheid; Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, en Volksgezondheid, Welzijn en Sport.
Marginale druk inschatten lastig
Het Nederlandse belasting- en toeslagenstelsel is complex, onder meer door de vele inkomensafhankelijke regelingen. Hierdoor kan het voor mensen moeilijk zijn om hun marginale druk in te schatten.
De marginale druk geeft aan welk deel van de stijging in het bruto-inkomen verloren gaat aan extra belastingen en verlies aan inkomensafhankelijke regelingen. Een voorbeeld: als iemand 100 euro meer gaat verdienen, daardoor 50 euro extra belasting gaat betalen en 10 euro aan kindgebonden budget gaat verliezen, is de marginale druk 60 procent.
Het kan lastig zijn voor mensen om in te schatten in hoeverre extra uren werken ook tot een hoger besteedbaar inkomen leidt.
Onderzoek
Het onderzoek is gedaan onder ruim 2.500 Nederlandse burgers. In een surveyexperiment zijn drie informatie-interventies getest:
- algemene informatie over marginale druk per inkomensgroep;
- een uitnodiging voor de Nibud werkurenberekenaar, waar mensen door het invullen van een paar vragen een gepersonaliseerde schatting van hun marginale druk krijgen;
- de combinatie van voornoemde interventies.
Belangrijkste bevindingen
- Mensen met lagere bruto maandinkomens, onder de €2.000 per maand, overschatten de marginale druk met gemiddeld circa 28 procentpunten. Bij hogere inkomens is er sprake van een lichte onderschatting.
- Bij mensen die hun marginale druk overschatten zorgen de interventies voor een significante:
o afname van deze overschatting van circa 4-7 procentpunten;
o toename van het arbeidsaanbod, van circa 1,5 uur per week.
Informatie-interventies kunnen mensen dus helpen om hun marginale druk beter in te schatten, vooral bij mensen met lage inkomens die vaker hun marginale druk overschatten. Deze inzichten kunnen helpen bij het inrichten van toekomstig beleid.
Wat kan werkgever doen?
Het kan waardevol zijn om mensen op een laagdrempelige wijze tot een gepersonaliseerde schatting van hun marginale druk te laten komen. Hierbij valt te denken aan een rol voor de werkgevers, waarbij zij parttime werknemers informeren over de mogelijkheid om meer uren te werken, en hen hierbij attenderen op de Nibud werkurenberekenaar en/of vergelijkbare tools.
Ook zou de werkgever de werknemer kunnen aanbieden om samen deze tool te doorlopen, bijvoorbeeld gekoppeld aan periodieke functioneringsgesprekken waarbij ook de mogelijkheden om meer uren te werken aan bod kunnen komen.
Wat kan overheid doen?
Een andere optie is om de groep parttimers met lage inkomens vanuit de overheid actief en gericht te informeren over hun marginale druk, bijvoorbeeld per brief. Nog een andere mogelijke aanpak is een brede overheidscampagne waarbij de boodschap wordt overgebracht dat “meer werken vaak meer loont dan gedacht”. Hierbij kan het publiek ook worden aangemoedigd om gebruik te maken van tools zoals de Nibud werkurenberekenaar en/of om samen met de werkgever scherper te krijgen hoeveel extra werken oplevert.

