
Wat staat er in het wetsvoorstel ‘Meer zekerheid flexwerkers’:
- Werknemers met een flexibel arbeidscontract krijgen meer zekerheid over hun inkomen en hun werktijd.
- Uitzendkrachten krijgen recht op ten minste gelijkwaardige arbeidsvoorwaarden als reguliere werknemers.
- Er komen strengere regels om draaideurconstructies met tijdelijke contracten te voorkomen.
- Oproepcontracten worden vervangen door contracten met een minimumaantal uren dat je standaard wordt betaald en ingeroosterd.
Uitzendkrachten zelfde arbeidsvoorwaarden
Mensen die werken via een uitzendbureau krijgen recht op minimaal dezelfde arbeidvoorwaarden als mensen die regulier in dienst zijn. Ook worden de fases van uitzendwerk waarin je elke dag kan worden ontslagen of niet weet hoeveel uren je kan werken verkort van anderhalf jaar naar één jaar. Op deze manier zorgt het wetsvoorstel voor meer zekerheid voor uitzendkrachten en minder uitbuiting via uitzendconstructies van bijvoorbeeld arbeidsmigranten.
Draaideurconstructies tegengaan
Het uitgangspunt van de nieuwe wet is dat tijdelijke contracten alleen bedoeld zijn voor tijdelijk werk. Na een tijdelijk contract moeten werknemers sneller een vast dienstverband krijgen. In de huidige wet mag er na drie tijdelijke contracten zes maanden lang geen tijdelijk contract worden gegeven (ketenregeling). Om draaideurconstructies tegen te gaan, wordt deze termijn in de nieuwe wet vervangen door een termijn van 5 jaar. Ook mag er in de cao nog maar beperkt uitzonderingen op deze regel worden gemaakt.
Oproepcontract wordt bandbreedtecontract
In plaats van de nulurencontracten komt er een bandbreedtecontract. Daarin wordt er minimum- en een maximumaantal uren afgesproken, waarbij het verschil maximaal 130% is. Dit betekent dat bij een minimum van 10 uur het maximum 13 uur is. Oproepen die boven het maximum zitten, mag de werknemer weigeren. Als er structureel meer wordt gewerkt, moet de werkgever een contract aanbieden met een hoger aantal uren.
Deze wijziging zorgt voor meer zekerheid bij de werknemer over het inkomen en de uren waarop je wordt ingeroosterd. De wet kent wel een uitzondering voor bijbanen van jongeren, scholieren en studenten, zij kunnen op een oproepcontract blijven werken.
Inwerkingtreding per 2027
Nu het wetsvoorstel is aangeboden aan de Tweede Kamer kan de behandeling starten. Als na de Tweede Kamer ook de Eerste Kamer instemt, treedt de wet per 1 januari 2027 in werking. Het onderdeel gelijke beloning voor uitzendkrachten kan al een jaar eerder in werking treden, op 1 januari 2026.
Hervorming arbeidsmarkt
Samen met een aantal andere wetsvoorstellen vormt dit voorstel een hervorming van de Nederlandse arbeidsmarkt die moet zorgen voor meer zekerheid voor werknemers en meer wendbaarheid voor ondernemers. Deze wetsvoorstellen komen voort uit afspraken die het kabinet in 2023 heeft gemaakt met vakbonden en werkgevers. De basis is het rapport van de commissie Borstlap uit 2020 en het SER-advies uit 2021.
Gevolgen voor salarisadministratie
In de memorie van toelichting staat in paragraaf 8.2.2 de gevolgen voor de salarisadministratie.
1 Ketenbepaling
De wijzigingen ten aanzien van de ketenbepaling heeft geen gevolgen voor de salarisadministratie, omdat werkgevers voor de mogelijke controle op de loonheffingen al 5 jaar na einde arbeidsovereenkomst (tijdelijke) arbeidsovereenkomsten zullen bewaren in hun administratie.
2 Oproepovereenkomst
Bij het aangaan van nieuwe arbeidsovereenkomsten moet een extra gegeven in de loonaangifte worden ingevuld, namelijk of er sprake is van een bandbreedtecontract. Vooral mkb’ers zullen dit als extra regeldruk ervaren. Dit effect is echter marginaal, omdat de werkgever hoe dan ook de loonaangifte moet indienen en deze slechts met één extra gegeven wordt uitgebreid.
Als de vorm van lopende contracten verandert, moet dit ook in de loonaangifte worden verwerkt, zoals ook nu al het geval is. Dit moet ook op de loonstrook worden verwerkt, maar dat is geen extra handeling. Dat komt doordat bijna alle werkgevers gebruik maken van salarissoftware die zowel de loonaangifte als de loonstroken genereert.
Ten aanzien van oproepovereenkomsten bewaren werkgevers naar verwachting het bewijs van inschrijving in hun salarisadministratie, om zo bij juridische procedures te kunnen aantonen dat echt sprake was van een scholier of student, mocht de werknemer dit alsnog betwisten.
3 Uitzend
De nieuwe regels voor uitzenden hebben naar verwachting strikt genomen geen effect op de salarisadministratie, omdat uitzendwerkgevers nu ook al alle informatie in het kader van het fasesysteem zullen bewaren en ook de gegevens ten aanzien van de arbeidsvoorwaarden-informatie die zij van de inlenende onderneming ontvangen.
Memorie van toelichting
De memorie van toelichting bevat de volgende onderdelen:

