De werkneemster is op 4 juli 2022 krachtens een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd, voor de duur van zeven maanden, bij de werkgever in dienst getreden in de functie van operationeel manager tegen een loon van € 2.773,33 bruto per maand, exclusief vakantiebijslag en overige emolumenten.
Naar de kantonrechter
De werkneemster verzoekt de werkgever binnen twee dagen na de beschikking te veroordelen tot betaling van:
- € 2.773,33 bruto wegens het niet nakomen van de aanzegverplichting;
- € 582,40 bruto aan transitievergoeding vermeerderd met de maximale wettelijke verhoging van 50%;
- € 2.017,09 bruto aan vergoeding van opgebouwde maar niet genoten vakantiedagen;
- € 1.588,42 bruto voor eindafrekening vakantiebijslag, vermeerderd met de maximale wettelijke verhoging van 50%;
- € 723,06 aan vergoeding buitengerechtelijke kosten;
- de wettelijke rente over de hiervoor genoemde bedragen vanaf 4 januari 2023 c.q. de dag dat die bedragen verschuldigd zijn tot de dag van algehele voldoening;
- de proceskosten, vermeerderd met de wettelijke rente.
Werkgever in gebreke gebleven
De werkneemster legt daaraan ten grondslag dat de voor bepaalde tijd aangegane arbeidsovereenkomst op 3 februari 2023 is geëindigd en dat de werkgever verzuimd heeft om haar uiterlijk een maand daarvoor te informeren over het al dan niet voortzetten van de arbeidsovereenkomst.
Verder heeft de werkgever geen transitievergoeding aan haar betaald en blijft de werkgever ondanks sommatie in gebreke met het opmaken van de eindafrekening en uitbetaling van loon.
Vorderingen toegewezen
De werkgever is niet op de zitting verschenen.
De door de werkneemster gestelde feiten en omstandigheden zijn niet door de werkgever weersproken, zodat de kantonrechter uitgaat van de juistheid hiervan.
De niet weersproken vorderingen wijst de kantonrechter toe.
Uitspraak Rechtbank Limburg, 31 maart 2023, ECLI:NL:RBLIM:2023:2515