
Daarnaast wordt gewerkt aan een aanpassing van het aanvraagproces van STAP-budget. Aanvragers kunnen straks altijd, en op een moment dat het hen schikt, een aanvraag doen.
STAP-budget
Uit de eerste resultaten blijkt dat de regeling erg populair is. Inmiddels hebben ruim 200.000 mensen budget toegekend gekregen. Daarbij is er een goede spreiding van leeftijdsgroepen, opleidingsniveau en contract/werkvorm. Het doel van het STAP-budget om een brede groep te bereiken, is tot nu toe goed gelukt. Ook biedt het scholingsregister STAP een ruim aanbod van 1.100 opleiders met 112.000 verschillende scholingsactiviteiten. Dit zijn positieve eerste resultaten.
Tegelijkertijd zijn er duidelijk ook mogelijkheden ter verbetering van de regeling. Het STAP-budget is een lerende regeling. Daarom neemt minister Van Gennip van SZW maatregelen om STAP-budget gerichter te besteden en om misbruik en oneigenlijk gebruik beter tegen te gaan en te voorkomen. Dit schrijft zij in een brief aan de Tweede Kamer.
Vier verbeterpunten
Op een aantal punten moet STAP volgens de minister echt strenger en strakker. Er zijn duidelijke verbeteringen nodig op de volgende vier punten:
- Aanpak misbruik en oneigenlijk gebruik
- Focus op arbeidsmarktrelevantie
- Verbeteren toegankelijkheid voor (kleine) aanbieders van scholing
- Verbeteren van de aanvraagprocedure.
Strenger opleidingen en opleiders controleren
De afgelopen maanden bleek dat niet arbeidsmarktgerichte opleidingen toch in het scholingsregister STAP kwamen. Daarnaast zijn er opleiders die zich met hun werkwijze en aanbod, niet aan de subsidievoorwaarden houden. Daarom gaan de keurmerken die opleiders toelaten (NRTO en CEDEO) straks strenger controleren of opleidingen van deze opleiders wel voldoen aan de eisen van STAP. In overleg met betrokken keurmerken, die hun verantwoordelijkheid hierin nemen, wordt hier nadere invulling aan gegeven.
Gelimiteerd aantal opleidingen
Uit de eerste resultaten blijkt ook dat een beperkt aantal opleidingen relatief vaak wordt gekozen. Het gaat daarbij veelal om opleidingen die (grotendeels) online zijn. Voor opleiders is het aantrekkelijk om hier reclame voor te maken en cursisten te werven, omdat de extra kosten per deelnemer beperkt zijn. Om te voorkomen dat STAP als ongepast verdienmodel wordt gebruikt, wordt het aantal toekenningen per opleiding vanaf 2023 gelimiteerd.
De Toetsingskamer heeft de afgelopen maanden veel werk verzet. In september zijn 51.000 van de, toen nog 61.000, opleidingen getoetst. Ook zijn sinds de start van STAP 5.000 opleidingen, op verzoek van de Toetsingskamer, vrijwillig uit het scholingsregister verwijderd.
Aanpassing aanvraagproces
Daarnaast werkt het kabinet aan een aanpassing van het proces voor het aanvragen van STAP-budget. Het is de bedoeling dat mensen straks altijd, en op een moment dat het hen schikt, een aanvraag kunnen doen. Dit moet het oriëntatieproces vergemakkelijken en de frustratie van lange wachtrijen wegnemen.
De ketenpartijen werken aan een verandering van het aanvraagproces, waarbij de lange wachtrijen kunnen worden voorkomen. De implicaties van deze verandering worden op dit moment in een uitvoeringstoets uitgevraagd. Als de ketenpartners concluderen dat dit haalbaar is, kan deze aanpassing naar verwachting medio 2023 worden gerealiseerd.
Uitbreiding scholingsaanbod
Minister Van Gennip wil het scholingsaanbod van STAP uitbreiden en gerichter inzetten voor maatschappelijk cruciale beroepen. Zo wordt er gekeken naar mogelijkheden om meer verschillende type opleiders – waaronder kleine opleiders – toegang te bieden tot het scholingsregister STAP en om (vanaf komende zomer) meerjarige opleidingen via STAP mogelijk te maken.
Maatschappelijk cruciale sectoren
Daarnaast wil het kabinet dat STAP gerichter kan worden ingezet voor scholing naar maatschappelijk cruciale sectoren. Dit heeft minister Van Gennip eerder ook toegezegd aan de Tweede Kamer in reactie op de motie-Dassen. Het doel is om – met behoud van de keuzevrijheid binnen STAP – mensen te stimuleren om scholing te kiezen voor die maatschappelijk cruciale sectoren zoals zorg, onderwijs, ICT en techniek.