Het vorige record voor een maandgemiddelde dateert van oktober 2008 en bedroeg 3,4 procent. Als gevolg van de wereldwijde economische crisis zakten daarna de gemiddelden. Momenteel worden zelfs loonstijgingen van 5 procent of meer afgesproken. De vorige periode waarin dat gebeurde waren de jaren zeventig van de twintigste eeuw.
In juni werden 18 nieuwe cao’s afgesloten, normaal zijn dat er 49. Het relatief lage aantal akkoorden volgt op maanden met juist een groot aantal afspraken. Het totaal aantal cao’s dat in 2022 is afgesloten is zelfs iets groter dan in andere jaren. Tot en met juni werden 181 nieuwe cao’s afgesloten voor 2,5 miljoen werknemers.
Normaal patroon
De oplopende trend in de hoogte van loonafspraken, begonnen in het voorjaar van 2021, is in juni verder voortgezet. Het patroon in de loonafspraken blijft daarmee normaal: na gunstige economische berichten volgen stijgende afspraken met een vertraging van een jaar of meer. Daarbij wordt de huidige stijging van de lonen versterkt door krapte op delen van de arbeidsmarkt. Naast economische omstandigheden en arbeidsmarktkrapte klinkt ook de maatschappelijke onrust over koopkracht door in de loonafspraken. In een-vijfde van de 2022-cao’s wordt naast de ‘gewone’ procentuele afspraken een vast minimumbedrag afgesproken om de lonen te verhogen. Hierdoor gaan werknemers in de onderste salarisschalen er verhoudingsgewijs meer op vooruit. Daarmee tonen werkgevers hun zorg voor de koopkrachtproblemen van de lagere inkomensgroepen.
Bron: AWVN