STAP-budget is een nieuwe vergoeding voor scholing en staat voor Stimulering van de ArbeidsmarktPositie. Je kunt een vergoeding van maximaal € 1.000 per jaar aanvragen om te gebruiken voor scholing.
Het maximumbedrag van € 1.000 is afgeleid van de bedragen die werden opgevoerd bij de recent afgeschafte fiscale aftrek van scholingsuitgaven. Het maximum bedrag voor STAP is iets hoger vastgesteld dan de gemiddelde tegemoetkoming onder de fiscale aftrek.
Door de enorme interesse voor het STAP-budget, met pieken van boven de 50.000 belangstellenden die gelijktijdig op het aanvraagportaal wilden inloggen, zijn er bij aanvang helaas technische problemen door de overbelasting ontstaan.
Aan het einde van de derde dag was het volledige budget voor het eerste aanvraagtijdvak (€ 32 miljoen) benut en waren ruim 35.000 aanvragen toegekend. Desbetreffende aanvragers hebben kort na hun aanvraag ook een positieve beschikking mogen ontvangen. Uit de grote belangstelling blijkt wel dat het STAP-budget voldoet aan een scholingsvraag. Het is positief dat zoveel burgers zich willen ontwikkelen. De snelle uitputting laat verder zien dat de regeling toegankelijk is, aldus de minister.
Uit de ervaringen met het eerste tijdvak is duidelijk geworden op welke onderdelen het aanvraagproces kan worden verbeterd. UWV heeft verbetermaatregelen doorgevoerd waardoor de capaciteit voor het tweede aanvraagtijdvak is uitgebreid om zo lange wachtrijen te voorkomen. Het tweede aanvraagtijdvak is op 2 mei jl. opengegaan. Op de tweede dag na openstelling was het beschikbare budget van € 36,5 miljoen uitgeput.
Generieke keurmerken
Om de kwaliteit van keurmerken, opleiders en scholingsactiviteiten te kunnen borgen zonder dat de uitvoeringssystematiek van het STAP-budget in de eerste fase wordt overbelast, is in de eerste fase van het STAP-budget gekozen voor een ingroeimodel voor de instroom van keurmerken. Dit is volgens Van Gennip inherent aan het opzetten van het nieuwe uitvoeringssysteem. Vooralsnog is het aantal keurmerken beperkt tot enkele generieke keurmerken. Deze keurmerken zijn toegankelijk voor opleiders in verscheidene vormen.
Omzetseis
Wel is het zo dat twee van de vijf al toegelaten keurmerken er voor hebben gekozen om een omzetseis te hanteren om in aanmerking te komen voor het desbetreffende keurmerk. Met deze omzetseis proberen keurmerken mogelijk de financiële stabiliteit van opleiders en de voortgang van opleidingen te garanderen. Dit is geen eis die voortvloeit uit de regeling van het STAP-budget.
Brancheorganisaties
In aanvulling op de generieke keurmerken wordt er in de eerste fase van STAP ook ervaring opgedaan met enkele brancheorganisaties.
Het gaat hierbij veelal om kleinere opleiders die specialistische scholing bieden. Dit proces zit nog in de opstartfase en is daarom nu nog beperkt tot een aantal branches die in overleg met de
werkgeversorganisaties zijn geselecteerd.
Nieuw keurmerken
In de volgende fase komen ook andere keurmerken in aanmerking.
Het toetsingskader en beoordelingsproces, dat op dit moment wordt ontwikkeld, moet voor keurmerken inzichtelijk maken aan welke criteria het keurmerk moet voldoen om toegang te kunnen
bieden aan opleiders en scholingsactiviteiten tot het scholingsregister STAP. De verwachting is dat het proces rond de zomer gereed is en de eerste nieuwe keurmerken een verzoek tot toelating kunnen indienen. Hiermee zal het aantal keurmerken dat toegang biedt tot het STAP-budget en daarmee ook het aanbod van keurmerken voor opleiders om toe te kunnen treden verder toenemen.
Meest voorkomende opleiders
In het eerste aanvraagtijdvak zijn er voor ruim 4200 verschillende opleidingen van 235 opleiders aanvragen voor het STAP-budget toegekend. Hieronder wordt een overzicht gegeven van het aantal toegekende aanvragen van de vijf meest voorkomende opleiders in het eerste aanvraagtijdvak, afgerond op honderdtallen.
Het gemiddelde bedrag per aanvraag was in de eerste ronde € 800:
- NHA – afgeronde 8.000 toekenningen;
- LOI – 7.400;
- Laudius – 3.000
- Growth Tribe Education – 2.800;
- NTI – 2.100.
Dat de aantallen aanvragen per opleider verschillen heeft waarschijnlijke meerdere oorzaken.
Allereerst bepaalt de voorkeur en behoefte van mensen voor welke scholingsactiviteiten het STAP-budget is aangevraagd. Inherent aan het ondersteunen van de eigen regie is dat iemand zelf kan kiezen welke scholing het beste past. Om mensen de ondersteunen bij het maken van de keuze voor passende scholing zijn er, flankerend aan het STAP-budget, vanaf begin april 15.000 ontwikkeladviezen beschikbaar voor mensen tot maximaal mbo2-niveau.
Een andere waarschijnlijke verklaring voor de verdeling van de toekenningen is de variatie in de breedte van het aanbod per opleiders. De grote opleiders bieden honderden tot meer dan duizend verschillende opleidingen aan via het scholingsregister STAP, terwijl andere opleiders een of enkele opleidingen hebben geregistreerd. Daarbij komt dat sommige opleidingen op meerdere locaties tegelijk en op meerdere momenten in het jaar worden aangeboden.
Naar verwachting hebben daarnaast inspanningen van opleiders om hun aanbod onder de aandacht te brengen tot grotere verschillen in het aantal toekenningen tussen opleiders geleid.
Wat verder opvalt is dat nog niet alle opleiders die op dit moment in aanmerking komen voor het STAP-budget hun aanbod, of slechts een deel daarvan, hebben geregistreerd in het STAP-scholingsregister.
Aantal opleiders
Sinds openstelling van het eerste aanvraagtijdvak is het aantal opleiders inmiddels al ruim verdubbeld. De verwachting is dat dit aantal nog aanzienlijk gaat toenemen aangezien de aansluiting van de brancheorganisaties recent is gestart en de aansluiting van het CEDEO- en CPION-keurmerk binnenkort zal starten. Naarmate het aanbod uitbreidt, is de verwachting dat de aanvragen zich over meer opleiders zal spreiden. In ieder geval wordt de komende aanvraagtijdvakken het gebruik van het STAP-budget nauwgezet gevolgd waarbij ook aandacht wordt besteed aan de variatie van de aanvragen.
Zelf aanvragen
Er wordt gemonitord worden voor welke opleidingen het STAP-budget wordt aangevraagd. Het aantal opleiders en scholingsactiviteiten neemt nog steeds toe waardoor de verdeling over de verschillende opleiders waarschijnlijk ook zal veranderen in de volgen de aanvraagtijdvakken. Het STAP-budget moet de individu zelf aanvragen door in te loggen via DigiD. Het is voor opleiders niet mogelijk om vooraf een claim te leggen op het budget.
Bij opleiding inschrijven
Om het STAP-budget aan te kunnen vragen moet het individu zich eerst bij de opleider hebben ingeschreven voor een opleiding. Opleiders kunnen er voor kiezen om aanmeldgegevens in de vorm van een vooraanmelding aan te leveren bij UWV. Als opleiders gebruik maken van het aanleveren van gegevens via de vooraanmelding verkleint het risico dat het individu onjuiste gegevens invult tijdens het aanvragen van het STAP-budget. De vooraanmelding leidt geenszins tot een verhoogde kans op aanspraak door de opleider op het STAP-budget.
Bij het aanvraagproces van het STAP-budget wordt geen deelnamecertificaat gevraagd. Het STAP-budget moet namelijk voorafgaande aan de start van de scholing worden aangevraagd. Na afloop van de scholingsactiviteit moet de opleider wel een bewijs van deelname aanleveren bij UWV. De toetsingskamer STAP houdt in de gaten of het bewijs van deelname terecht is afgegeven.
Geen hobbymatige opleidingen
Opleiders die zijn toegelaten op basis van hun keurmerk of erkenning mogen alleen arbeidsmarktgerichte scholing opgeven in het scholingsregister. Dit houdt in dat hobbymatige opleidingen niet in aanmerking komen voor het STAP-budget.
Beantwoording schriftelijke vragen n.a.v. brief voortgang STAP-budget