
‘Ga niet rommelen met de 30%-regeling voor buitenlands talent. Dit zet de Nederlandse bedrijven van de toekomst (scale-ups) op achterstand en maakt Nederland onaantrekkelijker voor het technische talent dat we keihard nodig hebben.’
Deze oproep doen zo’n 40 bedrijven, VNO-NCW, Techleap en een aantal ondernemersorganisaties in een brief aan de Tweede Kamer.
Dreigende inperking
In de politiek gaan stemmen op om de 30%-regeling verder in te perken, nadat een paar jaar geleden al de looptijd totaal onverwacht werd ingekort van acht naar vijf jaar. Hiervan waren destijds veel onderzoekers aan universiteiten en bij bedrijven de dupe, terwijl juist Nederland, als kleiner land en met een beperkte beroepsbevolking, zich gunstig zou moeten onderscheiden om schaars talent hier heen te halen.
‘Penny wise pound foolish’
Ingrid Thijssen, VNO-NCW-voorzitter:
‘Een verdere inperking van deze regeling zou -zoals de Britten dat noemen- penny wise pound foolish zijn. Voor veel scale-ups is de regeling namelijk cruciaal om talenten aan te kunnen trekken. Daar moeten we het van hebben voor onze toekomstige duurzame economie en met een beperkt aanbod van specialistische technici. (…) Juist nu talent zo schaars is moet je zo’n belangrijke regeling niet beknotten, terwijl de landen om ons heen deze succesvolle regeling notabene gekopieerd hebben en de regeling positief is geëvalueerd en de schatkist meer oplevert dan het kost.’
Werking 30%-regeling
De 30%-regeling geeft werkgevers en bijvoorbeeld universiteiten de mogelijkheid om maximaal 30 procent van het salaris belastingvrij uit te keren aan hun buitenlandse werknemers die tijdelijk in Nederland werken. Zij hebben ook te maken met extra kosten voor internationale scholen, huisvesting, etc.
Juist voor het aantrekken van buitenlands talent naar Nederland is de regeling de afgelopen jaren cruciaal gebleken. Een eerdere evaluatie door de overheid laat bovendien zien dat de regeling goed werkt en doet wat het beoogt.