Een top drie van de misverstanden over pensioen en AOW.
Misverstand 1. Op de AOW-leeftijd ga ik met pensioen
Wat is het verschil tussen de AOW-gerechtigde leeftijd en de pensioenrichtleeftijd?
Tot enkele jaren terug was de AOW-gerechtigde leeftijd 65 jaar en gold in vrijwel alle pensioenregelingen een pensioenrichtleeftijd van eveneens 65 jaar. Er was als het ware sprake van één pensioenleeftijd. Vanaf 1 januari 2013 is de AOW-gerechtigde leeftijd verhoogd en deze gaat in stappen naar 67 jaar. Zie hieronder:
Aan het einde van elk jaar wordt de nieuwe AOW-gerechtigde leeftijd bepaald. Op het moment dat de AOW-gerechtigde leeftijd wordt verhoogd, gaat de pensioenrichtleeftijd al vijf jaar eerder omhoog. Als uit de berekening aan het einde van het jaar blijkt dat de AOW-gerechtigde leeftijd vanaf 2028 omhoog zal gaan, gaat de pensioenrichtleeftijd dus al eerder met 1 jaar omhoog. Bij een maximale pensioenregeling geldt vanaf 1 januari 2018 al een pensioenrichtleeftijd van 68 jaar.
Pensioenrichtleeftijd = AOW-gerechtigde leeftijd?
Hoe kan het dan dat bij sommige deelnemers in een pensioenregeling, op het uniforme pensioenoverzicht (UPO) een pensioenrichtleeftijd staat die gelijk is aan de AOW-gerechtigde leeftijd? Daar zijn twee redenen voor.
- Veel pensioenregelingen kennen niet meer de maximale opbouw of juist een hogere franchise dan de minimale wettelijke franchise. Bijvoorbeeld:
- pensioenfonds voor de Detailhandel: jaarlijkse opbouw van 1,41%;
- pensioenfonds voor de Groothandel in aardappelen, groenten en fruit: jaarlijkse opbouw van 1,77%;
- pensioenfonds voor de Reisbranche: jaarlijkse opbouw van 1,51%;
- pensioenfonds Zorg & Welzijn: jaarlijkse opbouw van 1,75%.
- De pensioenopbouw heeft officieel wel als pensioenrichtleeftijd 68 jaar. De pensioenuitvoerder herrekent echter de pensioenaanspraak van 68 jaar naar de AOW-gerechtigde leeftijd.
Misverstand 2. Mijn pensioen bedraagt 70% van mijn laatst genoten salaris
Tot 1 januari 2013 gold er bij een middelloonregeling op 65-jarige pensioenrichtleeftijd een jaarlijkse opbouw van 2,25% per dienstjaar. Op dit moment is de maximale jaarlijkse opbouw in een middelloonregeling 1,875% per dienstjaar en dat met een pensioenrichtleeftijd van 68 jaar.
Rekenvoorbeeld | 65 jaar (middelloonregeling) | 68 jaar (middelloonregeling) |
Pensioengevend salaris | € 34.802 | € 34.802 |
Franchise | € 14.802 | € 14.802 |
Pensioengrondslag | € 20.000 | € 20.000 |
Opbouwpercentage | 2,25% | € 1,875 |
Jaarlijkse opbouw | € 450 bruto per jaar | € 375 bruto per jaar |
Leeftijd nu | 45 jaar | 45 jaar |
Pensioenleeftijd | 65 jaar | 68 jaar |
Aantal dienstjaren | 20 jaar | 23 jaar |
Totaal op te bouwen | € 9.000 bruto per jaar | € 8.625 bruto per jaar |
Kortom: een lager ouderdomspensioen en ook nog eens op een latere pensioenrichtleeftijd. Dit alles heeft er toe geleid dat maar weinig pensioengerechtigden de 70% van het laatst genoten salaris bereiken. Tot 1 januari 2006 was er zelfs nog de mogelijkheid om te sparen om eerder te kunnen stoppen met werken. Laten we dit dan al helemaal niet meenemen in de vergelijking.
Wel 70% laatst genoten salaris?
Wanneer kun je wél 70% van je laatst genoten salaris bereiken vanaf je pensioenrichtleeftijd?
Stel je bent alleenstaande en hebt een bruto jaarsalaris van € 30.000. Je AOW-uitkering bedraagt dan € 16.650. Als je dan nog een klein pensioen hebt opgebouwd, kun je al snel de 70% van je laatst genoten salaris ontvangen (pensioen en AOW samen). Of als je parttime werkt en een bruto jaarsalaris verdient van € 11.000. Dan kom je zelfs uit boven de 100% van je laatst genoten salaris. Laat staan als je in zijn geheel niet werkt maar wel een AOW-uitkering gaat ontvangen.
Geen 70% laatst genoten salaris?
En wanneer is het dan moeilijk om 70% van je laatst genoten salaris te bereiken? Je hebt een partner en een bruto jaarsalaris van € 60.000. Je ontvangt dan een AOW-uitkering van € 11.500 bruto per jaar. Dan moet je al een redelijk ouderdomspensioen opbouwen om überhaupt de 50% van je laatst genoten salaris te halen.
Misverstand 3. In het laatste jaar voor mijn pensioenrichtleeftijd bouw ik het meeste pensioen op
Als er sprake is van een eindloonregeling dan bouwt de deelnemer inderdaad in het laatste jaar voor de pensioenrichtleeftijd het meeste pensioen op. Dit door de back-service over de reeds verstreken dienstjaren. Echter: wie heeft er nog een eindloonregeling? Bij een middelloonregeling bouwt de deelnemer een pensioenaanspraak op over “dat” jaar en niet meer over het verleden. Kortom: ieder jaar een laagje pensioen erbij zonder reparatie over het verleden. Bij een premie-overeenkomst is het in zijn geheel niet relevant, aangezien de hoogte van de pensioenuitkering afhankelijk is van het rendement op de ingelegde pensioenpremies.
Informeer werknemers goed
Iedere keer vraag ik mij af hoe het toch komt dat de genoemde misverstanden nog steeds een eigen leven leiden. Een eenduidig antwoord kan ik hier niet op geven. Wel kan ik aangeven dat het belangrijk is dat deelnemers goed geïnformeerd worden. Per slot van rekening moeten zij een weloverwogen beslissing gaan nemen vanaf wanneer zij een pensioenuitkering wensen te ontvangen en op welke wijze deze pensioenuitkering vorm wordt gegeven.
Pensioencommunicatie is belangrijk. De afgelopen twintig jaar is er veel gewijzigd in de fiscale wetgeving met directe invloed op de pensioenregeling. Bovengenoemde aspecten zijn lang niet altijd bekend en duidelijk. Verstrek daarom goede en volledige informatie om onrust bij werknemers te voorkomen!
Ron Mulder MPLA is docent en daarnaast pensioenadviseur bij ten Hag pensioenadviseurs
Bron: Pensioen Vanmorgen | Magazine
Ron Mulder geeft je tijdens de Nationale Salarisdag in de sessie Actualiteiten pensioen een update en tips en tricks omtrent het pensioenakkoord en de verwerking daarvan in de salarisadministratie.