Dit blijkt uit nieuw onderzoek naar hybride werken onder kleine en grote bedrijven van VNO-NCW en MKB-Nederland. Het onderzoek werd uitgevoerd onder leden van VNO-NCW, MKB-Nederland, AWVN en LTO Nederland. Het onderzoek bevestigt de uitkomsten van eerdere onderzoeken van AWVN.
Doel van het onderzoek was om te kijken welke beweegredenen werkgevers uit de private sector (uit uiteenlopende bedrijfstakken) hebben om te kiezen voor hybride werken, hoe ze dat vormgeven en wat ze nodig hebben om het in goede banen te leiden. Vragen zijn gesteld aan zowel leidinggevenden (47 procent) als HR-adviseurs (53 procent) met goed zicht op alles rondom hybride werken in hun bedrijf.
Hybride werken wordt normaal
Bij de onderzochte bedrijven verwacht zo’n 36 procent dat mensen voortaan 40 procent van de tijd thuis gaan werken en 60 procent van de tijd op een bedrijfslocatie.
26 procent verwacht dat dit in de verhouding 20 procent thuis en 80 procent op locatie zal gebeuren en 18 procent denkt dat 60 procent thuisgewerkt wordt en 40 procent op locatie.
‘Hybride werken – waar dat kan – wordt naar de verwachting van bedrijven dus gemeengoed, maar de verdeling tussen locatie en thuis verschilt per bedrijf’, aldus VNO-NCW en MKB-Nederland.
Naar het werk
Belangrijkste redenen om op locatie te werken voor bedrijven zijn:
- het ondersteunen van de sociale cohesie en cultuur in teams/bedrijven: 71 procent;
- het mogelijk maken van fysieke samenwerking/overleg: 71 procent;
- het feit dat innovatie en creatieve processen op locatie beter gaan: 56 procent;
- het feit dat processen niet op een andere locatie kunnen plaatsvinden: 54 procent.
Thuiswerken
Als belangrijkste redenen om thuiswerken mogelijk te blijven maken, na het vervallen van het thuiswerkadvies, noemen werkgevers vooral:
- de werk-privebalans die dan beter is: 65 procent;
- om een aantrekkelijke werkgever te zijn: 59 procent;
- geconcentreerder/efficiënter kunnen werken: 55 procent;
- omdat werknemers het graag willen: 54 procent;
- reistijdbesparing: 53 procent;
- duurzaamheid: 39 procent.
Opvallend genoeg zijn er nauwelijks bedrijven die kosten willen besparen door meer thuiswerk (15 procent).
Afspraken over hybride werken
Tweederde van de bedrijven heeft inmiddels al afspraken gemaakt over het hybride werken. Dit gebeurt vaak tussen medewerkers en leidinggevende onderling, met de OR of in een aparte bedrijfsregeling. Van de bedrijven die nog geen afspraken heeft, is de helft van plan dit snel te doen.
Wat werkt (niet) in de praktijk?
Bedrijven willen vooral op bedrijfsniveau afspraken maken met hun mensen en teams over wat werkt in de praktijk en wat niet. Bedrijven geven in de enquête aan vooral behoefte te hebben aan goede voorbeelden van hoe andere bedrijven dit met succes organiseren op de werkvloer.
Geen aanvullende regelgeving
In veel mindere mate kijken ondernemers naar ‘Den Haag’ voor aanvullend beleid (22 procent). Het gaat ondernemers dan vooral om heldere regelgeving rond fiscaliteit. 65 procent van de werkgevers heeft geen behoefte om verder zaken in de wet te veranderen, omdat dit onderwerp bij uitstek iets is wat je met elkaar regelt op de werkvloer. Onder kleinere mkb-bedrijven schiet dit percentage zelfs omhoog naar bijna 90 procent.
Gerichte vrijstelling thuiswerkkosten
Veel werkgevers willen een vergoeding aan de werknemer geven voor de extra kosten verbonden aan het thuiswerken.
Met de in het wetsvoorstel Belastingplan 2022 opgenomen introductie van een gerichte vrijstelling in de werkkostenregeling voor de vergoeding van bepaalde thuiswerkkosten, is het vanaf 1 januari 2022 mogelijk dat de werkgever deze vergoeding vrij van loonheffingen kan toekennen.
Gerichte vrijstelling voor thuiswerkkostenvergoeding vanaf 2022
Het onderzoek werd uitgevoerd onder leden van VNO-NCW, MKB-Nederland, LTO Nederland en AWVN. Het aantal respondenten was 226, waarbij de bedrijven goed waren verdeeld over het land en de verschillende bedrijfstakken uit de achterban van de ondernemingsorganisaties.
Bron: AWVN