Wat vindt de minister ervan dat duizenden zorgmedewerkers die dachten de zorgbonus te ontvangen, deze niet krijgen omdat werkgevers of opdrachtgevers hen geen zorgbonus toekennen?
Het kabinet heeft met de subsidieregeling ‘bonus zorgprofessionals COVID-19’ (bonusregeling) haar waardering uitgesproken voor de enorme inzet die zorgprofessionals tijdens de Covid-19-pandemie hebben laten zien.
Bonusregeling
Met de bonusregeling zijn de financiële middelen ter beschikking gesteld aan zorgaanbieders voor het toekennen van een netto bonus van € 1.000. Deze bonus was bedoeld voor zorgmedewerkers die in de periode 1 maart 2020–1 september 2020 een uitzonderlijke prestatie hebben verricht in de strijd tegen COVID-19. Hoewel iedereen in de sector zorg en welzijn belangrijk werk doet, is de bonus dus
specifiek voor deze groep bedoeld.
Bonus voor zorgmedewerkers die tussen 1 maart en 1 september 2020 uitzonderlijke prestatie hebben verricht in strijd tegen COVID-19
De bonusregeling is een aanvulling op de reguliere beloningsmogelijkheden die elke zorgaanbieder als werkgever in Nederland heeft conform de van toepassing zijnde cao’s. Zorgaanbieders kunnen vanuit hun reguliere beloningsbeleid desgewenst aan uitzonderlijke prestaties zelf een extra beloning verbinden.
Zorgaanbieder beoordeelt
Het was aan de zorgaanbieder om te beoordelen of werknemers voor de bonus die met de bonusregeling ter beschikking is gesteld in aanmerking zouden komen. Het uitgangspunt van de bonusregeling was dat zorgaanbieders alléén voor degenen zouden aanvragen waarop de regeling was gericht. Dit uitgangspunt is bewust gekozen, omdat de werkgever het beste zicht heeft op de prestaties van werknemers op de werkvloer. De Rijksoverheid kan overigens de bonus niet zelf uitkeren aan de zorgprofessionals.
Handreiking met voorwaarden
Om zorgaanbieders bij deze beoordeling te ondersteunen is door het Ministerie van VWS een handreiking opgesteld. Het wel of niet toekennen van de bonus behoorde tot de beoordelingsruimte van de zorgaanbieder. Dit uiteraard binnen de randvoorwaarden die in de bonusregeling zijn gesteld:
- er gold een maximum aan de verdiensten van de medewerker van 2x modaal;
- de zorgprofessional heeft gewerkt in de periode van 1 maart 2020 tot 1 september 2020; en
- de werkzaamheden zijn in dienstverband dan wel in opdracht van de zorgaanbieder verricht.
Geen opeisbaar recht
Van een opeisbaar recht op de bonus, indien aan de voorwaarden uit de bonusregeling werd voldaan, is geen sprake. Er moet volgens de zorgaanbieder ook sprake zijn van een uitzonderlijke prestatie in de zorg voor Covid-patiënten of de strijd tegen Covid-19. De zorgaanbieder beoordeelt of dat
het geval is; de zorgaanbieder heeft immers zicht op de werkzaamheden van de zorgprofessional.
Niet zelf indienen
Het is daarom niet mogelijk dat de zorgverlener of zzp’er voor zichzelf een aanvraag voor de bonus indient. Deze kan immers niet objectief beoordelen of een uitzonderlijke prestatie is geleverd. Daarbij moet de kanttekening gemaakt worden dat het oordeel van de werknemer en de werkgever kunnen verschillen. Als deze situatie zich heeft voorgedaan, is het aan de werknemer om met de zorgaanbieder hierover in gesprek te gaan en om een toelichting te vragen. Dat neemt niet weg dat het niet ontvangen van de bonus, indien dit is gebeurd, als een teleurstelling door de betreffende zorgprofessional kan worden ervaren.
Uitzonderlijke prestatie
Niet alle zorgprofessionals hebben een uitzonderlijke prestatie geleverd in de strijd tegen COVID-19. Er is namelijk ook zorg -en dienstverlening stil komen te liggen, of zorg heeft op aangepaste wijze
doorgang gevonden. Voor deze zorgprofessionals is de bonus niet bedoeld. Het was aan de werkgevers om daarin een keuze te maken.
Bij het opstellen van de bonusregeling is ervan uit gegaan dat naar schatting 2/3 deel van de zorgprofessionals in de sector zorg en welzijn mogelijk een uitzonderlijke prestatie heeft geleverd in de strijd tegen COVID-19. In de praktijk is in ruime mate subsidie aangevraagd: zorgaanbieders hebben gemiddeld genomen voor circa 88 procent van hun personeelsbestand een bonus aangevraagd.
Aan 1,144 miljoen van de zorgprofessionals is een bonus uitgekeerd. Dit betreft ruim 1,06 miljoen werknemers en bijna 84.000 derden (zzp’ers, uitzendkrachten en ingehuurde schoonmakers). Dit betekent dat aan het merendeel van de zorgprofessionals een bonus is toegekend.
Wie krijgt bonus, wie niet?
De voorwaarden op grond waarvan door een zorgaanbieder een verzoek om subsidie voor het toekennen van een bonus kon worden ingediend, zijn helder omschreven in de bonusregeling en sinds de publicatie van de bonusregeling in september 2020 terug te lezen. De criteria zijn helder, op één punt
na, namelijk dat de ‘uitzonderlijke prestatie’ ruim is gedefinieerd. Dit is bewust zo gedaan om zorgaanbieders ruimte te bieden zelf in te schatten wie een bonus moet krijgen en wie niet. Alleen de zorgaanbieder kan dit, aldus de minister.
Beantwoording Kamervragen over missen zorgbonus