Ook wijzigt de regeling ten aanzien van de overeenkomst over werkbehoud.
De minister brengt de Tweede Kamer op de hoogte over een volgende wijzigingsregeling voor de Noodmaatregel overbrugging werkgelegenheid (NOW).
Deze regeling geeft invulling aan de nieuwe parameters voor de 4e tranche van deze regeling. De wijziging in de parameters van de vijfde tranche van de NOW (subsidietijdvak april-juni 2021) komt in een volgende wijzigingsregeling te staan.
Wijziging parameters 4e tranche
Met de wijziging van de parameters voor de 4e tranche (subsidietijdvak januari-maart 2021) wil het kabinet recht doen aan de moeilijke situatie waar veel ondernemers zich in bevinden. Zeker met de aangescherpte maatregelen van de laatste maanden lukt het ondernemers vaak maar met grote moeite om hun bedrijf voort te zetten en de lonen te betalen.
Met de wijziging wordt de eerder in de regeling verwerkte afbouw ongedaan gemaakt en blijven de parameters van de derde tranche van de NOW ook voor de vierde tranche van toepassing. Daarnaast heeft het kabinet specifiek voor het vergoedingspercentage besloten dit te verhogen naar 85 procent.
Dit betekent dat de nieuwe parameters voor de NOW die vanaf januari – maart gaan gelden zijn:
NOW 3 – eerste tijdvak | NOW 3 – tweede tijdvak | |
Periode | Oktober t/m december 2020 | Januari t/m maart 2021 |
Vergoedingspercentage | 80% | 85% |
Loonsomvrijstelling | 10% | 10% |
Minimaal omzetverlies | 20% | 20% |
Forfaitaire opslag | 40% | 40% |
Maximale vergoeding loon | 2x dagloon | 2x dagloon |
Intrekkingsverzoeken
Na de publicatie van het register met aanvragen voor de NOW1 afgelopen zomer, ontving UWV vele verzoeken tot intrekking van de eerdere subsidieaanvraag. Het aantal intrekkingsverzoeken nam opnieuw toe rond de opening van het aanvraagloket van de vaststelling NOW1.
Afwijzing
De afhandeling van deze verzoeken is erg arbeidsintensief en vormen een risico voor de uitvoering.
Daarom worden intrekkingsverzoeken die worden ingediend op een tijdstip dat zij niet meer tot gevolg hebben dat de omzetperiode van het opvolgende subsidietijdvak zelf mag worden gekozen, door UWV afgewezen.
Vaststelling op nihil
In dit geval bestaat voor de werkgever uiteraard wel de mogelijkheid om ofwel bij de vaststellingsaanvraag te verzoeken om de subsidie op nihil vast te stellen, ofwel om in het geheel geen verzoek tot vaststelling te doen. Ook dan wordt de subsidie uiteindelijk op nihil vastgesteld.
Een vaststelling op nihil leidt tot terugvordering van het verstrekte voorschot. Verzoekt de werkgever om vaststelling op nihil, dan hoeft hij ook geen accountants- of derdenverklaring bij te voegen, als dat
verplicht zou zijn vanwege de hoogte van het voorschot of het subsidiebedrag.
In tijd beperkt
Een verzoek tot intrekking van een verleningsbeschikking voor de NOW kan tot gevolg hebben dat de werkgever de omzetperiode van het opvolgend subsidietijdvak zelf mag kiezen. Dit was tot nu toe steeds het geval als het intrekkingsverzoek werd gedaan voordat de subsidie van het opvolgende tijdvak werd aangevraagd. Die mogelijkheid wordt vanaf nu voor intrekkingsverzoeken voor de verleningsbeschikking in tijd beperkt.
Intrekkingsverzoeken voor bepaalde datum
Voor de derde tranche geldt dat bij intrekkingsverzoeken die zijn ingediend voor 15 februari 2021 (de datum van opening van het aanvraagtijdvak voor de vierde tranche) nog een eventuele wijziging van de omzetperiode mogelijk is voor de vierde tranche. Voor de vierde tranche geldt dit voor intrekkingsverzoeken die voor het einde van dat subsidietijdvak (dus voor 1 april 2021) zijn ingediend.
Heeft de werkgever in de periode van 1 januari tot en met 14 februari 2021 verzocht om de verleningsbeschikking voor de derde tranche in te trekken en wenst hij zelf de omzetperiode voor de vierde tranche te kiezen, dan moet hij telefonisch contact opnemen met UWV voordat hij de aanvraag voor de vierde tranche doet.
Overeenkomst over werkbehoud
Indien een werkgever een NOW-aanvraag doet op het niveau van de werkmaatschappij, is in de regeling onder meer als voorwaarde opgenomen dat als de werkgever 20 of meer werknemers heeft, er een overeenkomst over werkbehoud moet worden gesloten met de belanghebbende verenigingen van werknemers.
Bij het ontbreken van een dergelijke overeenkomst wordt bij de vaststelling de subsidie op nihil gesteld en wordt het voorschot teruggevorderd. De accountant toetst deze voorwaarde bij zijn onderzoek.
Gedachte achter deze subsidievoorwaarde is dat door betrokkenheid van de vakbonden de uitzondering om op werkmaatschappijniveau NOW aan te vragen alleen wordt gebruikt indien dat echt noodzakelijk is en dat door de overeenkomst er geen werkgelegenheid verloren gaat.
Averechts effect
Naar nu blijkt kan de voorwaarde soms een averechts effect hebben, namelijk wanneer niet alle belanghebbende vakbonden de overeenkomst van werkbehoud hebben getekend. Dat leidt namelijk tot nihilstelling van de subsidie, waardoor een werkgever onvoldoende geld heeft om iedereen te betalen en in dienst te houden.
Het niet tekenen van de overeenkomst door een belanghebbende vakbond kan het gevolg zijn van een meningsverschil met de werkgever, maar kan ook het gevolg zijn van het feit dat een vakbond met slechts enkele leden in het bedrijf over het hoofd is gezien bij het opstellen van de overeenkomst. De accountant constateert vervolgens dat niet alle bonden de overeenkomst hebben getekend en dat leidt tot nihilstelling van de subsidie. Dit vindt het kabinet ongewenst.
Getekend door minimaal 1 vakbond
Het kabinet vindt het echter onverminderd van belang dat door de betrokkenheid van de vakbeweging geborgd wordt dat de werkgelegenheid waar mogelijk behouden blijft. Daarom wordt de regeling zodanig aangepast dat de overeenkomst getekend moet zijn door minimaal één belanghebbende vertegenwoordiging van werknemers. Zodoende blijven de belangen van werknemers gewaarborgd en worden onnodige nihilstellingen voorkomen.
Wijzigingsregeling NOW t.b.v. intrekkingsverzoeken en aanpassen percentages 4e tranche
Bijlage Regeling tot wijziging NOW 3 incl. wijziging ovk over werkbehoud