Als sprake is van meerdere inhoudingsplichtigen ontstaat in sommige situaties een verschil tussen de in totaal afgedragen loonheffing en de daadwerkelijk verschuldigde inkomstenbelasting. Dat komt doordat inhoudingsplichtigen in principe alleen rekening kunnen houden met het door henzelf verstrekte inkomen.
Inkomen uit vroegere arbeid
De inkomstenbelasting bestaat voor inkomen uit (vroegere) arbeid uit verschillende belastingschijven.
Voor belastingplichtigen die de AOW-leeftijd hebben bereikt, geldt dat hun inkomen uit arbeid in 2020 wordt belast tegen 19,45 procent tot een bedrag ad € 34.713 of € 35.376 (afhankelijk van de
geboortedatum).
Over een hoger inkomen is een tarief van 37,35 procent van toepassing. Mocht het belastbaar inkomen in box 1 meer bedragen dan € 68.508, dan is over dit meerdere belasting verschuldigd tegen een tarief van 49,50 procent.
Loonheffing = voorheffing
De loonheffing is een voorheffing van de verschuldigde inkomstenbelasting over inkomen uit arbeid. De inhoudingsplichtige draagt zorg voor de afdracht van deze heffing.
De SVB is inhoudingsplichtige voor wat betreft de AOW-uitkeringen. Een andere inhoudingsplichtige, bijvoorbeeld een pensioenfonds, verzorgt het aanvullend pensioen.
Bruto-inkomen
Voor de berekening van de af te dragen loonheffingen kunnen inhoudingsplichtigen alleen rekening houden met het door henzelf te verstrekken bruto-inkomen. Een inhoudingsplichtige heeft geen zicht op overig door de belastingplichtige te ontvangen inkomen.
Bij het berekenen van het in te houden belastingbedrag passen inhoudingsplichtigen ieder afzonderlijk de loonbelastingtabel toe, waarbij iedere inhoudingsplichtige start met het toepassen van de belastingschijf met het laagste tarief.
Discrepantie
Deze wetstechnisch juiste werkwijze heeft als gevolg dat er een discrepantie kan ontstaan tussen de afgedragen loonheffing en de daadwerkelijk verschuldigde inkomstenbelasting.
Over (een deel van) het totale inkomen kan een hoger tarief van toepassing zijn of een ander (lager) bedrag aan heffingskorting dan waar de afzonderlijke inhoudingsplichtige rekening mee houdt.
Mogelijkheden
Het is niet prettig om na afloop van een kalenderjaar een aanslag met een te betalen bedrag te ontvangen. Om dit te voorkomen zijn er verschillende mogelijkheden voorhanden.
1 Voorlopige aanslag
Belastingplichtigen kunnen een voorlopige aanslag inkomstenbelasting voor het lopende kalenderjaar aanvragen.
In de voorlopige aanslag kan de belastingplichtige een inschatting geven van het totale te verwachten jaarinkomen uit arbeid, waardoor deze bij een te betalen bedrag de (meer dan de ingehouden) verschuldigde inkomstenbelasting verspreid over het lopende kalenderjaar kan afdragen.
Indien een belastingplichtige een vastgestelde aanslag met een te betalen bedrag krijgt opgelegd, krijgt deze belastingplichtige in de meeste gevallen twee kalenderjaren later automatisch een voorlopige aanslag opgelegd door de bevoegde Belastinginspecteur.
De mogelijkheid voor het aanvragen van een voorlopige aanslag inkomstenbelasting voor het lopende
kalenderjaar is in de meeste gevallen de meest accurate mogelijkheid om een bij afloop van het kalenderjaar te betalen bedrag bij de aanslag inkomstenbelasting te voorkomen.
2 Heffingskortingen
Daarnaast kunnen belastingplichtigen ervoor kiezen om de loonheffingskorting, zoals de ouderenkorting, bij geen enkele inhoudingsplichtige te laten toepassen.
De heffingskortingen kunnen na afloop van het kalenderjaar alsnog worden geclaimd bij het indienen van de aangifte inkomstenbelasting. Dit leidt er in de meeste gevallen toe dat bij de aangifte inkomstenbelasting geen belasting meer verschuldigd is.
Of dat in alle gevallen zo zal zijn, valt niet op voorhand te zeggen want dat is afhankelijk van de feiten en omstandigheden van de individuele belastingplichtige.
3 Hoger tarief
Tot slot kan de belastingplichtige de inhoudingsplichtige verzoeken een hoger tarief in te houden en af te dragen aan de Belastingdienst dan de loonbelastingtabel voorschrijft. Hiervoor is echter ook de welwillendheid van de inhoudingsplichtige benodigd. Deze is namelijk niet verplicht aan het verzoek van de belastingplichtige te voldoen.
De Belastingdienst heeft goedgekeurd dat een inhoudingsplichtige op verzoek van een belastingplichtige meer loonbelasting en premie volksverzekering mag inhouden dan de toepasselijke loonbelastingtabel voorschrijft. Deze goedkeuring is juist verleend om belastingplichtigen de mogelijkheid te bieden de loonbelasting en premie volksverzekeringen beter te laten aansluiten bij de aanslag inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen.
Kamerbrief reactie op vraag samenloop loon- en inkomstenbelasting bij meerdere pensioenen
Kom ook naar de cursus Inkomstenbelasting voor de salarisadministrateur op 16 maart 2021