De tijdelijke invoering van de Baangerelateerde Investeringskorting (BIK) leidt tot een beperkte tijdelijke toename van bedrijfsinvesteringen en daarnaast tot een verschuiving van investeringen in de tijd.
De toename is groter dan als ingezet zou worden op alternatieve regelingen, zoals een verlaging van de winstbelasting of verhuurderheffing. De werkloosheid zou meer dalen bij een verlaging van werkgeverspremies dan door de BIK, zeker als die verlaging permanent is.
Korting via afdracht loonheffingen
De BIK is een tijdelijke maatregel om investeringen te bevorderen en maakt onderdeel uit van het wetsvoorstel Belastingplan 2021.
Het betreft een generieke korting van 2,44 procent tot 3 procent op nieuwe bedrijfsinvesteringen in de periode 1 januari 2020 tot en met 31 december 2022, voor investeringen waartoe is besloten na 1 oktober 2020.
De korting wordt verrekend via de afdracht loonheffing.
Alternatieve regelingen
De BIK wordt in deze notitie vergeleken met versnelde fiscale afschrijving van nieuwe bedrijfsmiddelen, verlaging van het hoge tarief voor de vennootschapsbelasting (vpb), verlaging van de werkgeverspremie voor het Arbeidsongeschiktheidsfonds (Aof) en verlaging van de verhuurderheffing.
De totale budgettaire omvang van deze maatregelen is telkens 4 mld. euro, verspreid over drie jaar bij de verhuurderheffing en over twee jaar bij de overige maatregelen.
Maatregelen die aangrijpen bij de investeringskosten, zoals de BIK, zijn meer geschikt voor het bevorderen van bedrijfsinvesteringen dan andere maatregelen. Een investeringskorting kan het jaarlijkse investeringsniveau doen stijgen met gemiddeld ongeveer 2,5 mld. euro en opzichte van het basispad.
Kleine bedrijven
Uit de literatuur blijkt dat bij een gegeven budget, een investeringskorting of versnelde afschrijving een
groter effect kan hebben als deze wordt gericht op kleinere bedrijven. De BIK is niet specifiek gericht op kleine bedrijven.
De regeling geldt alleen voor investeringen vanaf 20.000 euro en deze doelmatigheidsdrempel kan voor sommige kleinere bedrijven te hoog zijn. Bovendien is bij de BIK het kortingspercentage van 3 procent voor de eerste 5 mln. euro aan bedrijfsinvesteringen in een jaar nauwelijks hoger dan de 2,44 procent voor het bedrag daarboven en geldt geen bovengrens.
Om het totale niveau van de bedrijfsinvesteringen te bevorderen, zou een investeringskorting die meer is gericht op kleine bedrijven een groter effect kunnen hebben.
Vpb-verlaging
Het effect van een vpb-verlaging op de investeringen neemt toe als het tarief voorzienbaar voor een
langere tijdshorizon wordt verlaagd. Een tijdelijke vpb-verlaging heeft slechts een klein effect op
investeringen, omdat het rendement op nieuwe bedrijfsmiddelen grotendeels pas na 2022 wordt gerealiseerd.
Aof-premie
Een maatregel die aangrijpt bij de kosten van arbeid, zoals verlaging van de aof-premie, is meer geschikt
voor het verminderen van de werkloosheid dan andere maatregelen.
Permanente verlaging van de Aof-premie zorgt voor een geleidelijke daling van de werkloosheid ten opzichte van het basispad, oplopend tot 0,2%-punt in 2025.
Een tijdelijke verlaging van de Aof-premie kan in 2021 en 2022 een groter of kleiner effect hebben dan een permanente verlaging. Een tijdelijk lagere aof-premie zal minder doorwerken in hogere lonen, maar het creëren van extra banen wordt dan alleen gestimuleerd voor tijdelijke werkzaamheden.
Verhuurderheffing
Verlaging van de verhuurderheffing heeft vrijwel geen macro-economisch effect.
Coronacrisis
Vanwege de coronacrisis is de omvang van de hierboven beschreven effecten op investeringen een
bovengrens. Het macromodel houdt namelijk geen rekening met de verhoogde onzekerheid over
economische ontwikkelingen.
Ook zullen bedrijven die hard zijn geraakt door de crisis of slechte vooruitzichten hebben waarschijnlijk niet extra gaan investeren als gevolg van een relatief beperkte fiscale prikkel. Daarom zullen generieke maatregelen de komende jaren waarschijnlijk een kleiner effect hebben dan de doorrekeningen laten zien.
CPB-Notitie-Analyse-verwachte-effecten-Baangerelateerde-Investeringskorting-en-alternatieven
Baangerelateerde Investeringskorting gekoppeld aan loonheffing