In deze beleidsregel is vastgelegd dat als de accountant niet tot een goedkeurend oordeel met een redelijke mate van zekerheid kan komen, maar waarin een oordeelonthouding alleen vanwege inherente beperkingen wordt afgegeven de subsidie op een lager bedrag uitkomt.
Gelet op het grote aantal aanvragen acht de minister het noodzakelijk om een standaard korting vast te stellen die voor de subsidieaanvrager en de accountant helderheid verschaft over de gevolgen van een oordeelonthouding. Een korting van 10 procent acht Koolmees in deze gevallen proportioneel.
Deze korting wordt vastgesteld op 10 procent van het bedrag waarop de subsidie zonder korting zou zijn vastgesteld.
Controleerbare administratie
Een belangrijk onderdeel van de NOW-regeling is dat alle voor de vaststelling van de subsidie van belang zijnde gegevens kunnen worden nagegaan.
De werkgever is verplicht een zodanig controleerbare administratie te voeren. Daarnaast moet een (goedkeurende) accountantsverklaring of een derdenverklaring worden meegestuurd met de aanvraag van de vaststelling.
Accountantsverklaring
Een accountantsverklaring moet voldoen aan de eisen die zijn vastgelegd in het accountantsprotocol en conform de Standaarden van de NBA. In het accountantsprotocol is een differentiatie aangebracht in de verschillende verklaringen die nodig zijn (verschillende categorieën). Met deze differentiatie wordt rekening gehouden met de grootte van de organisatie en de hoogte van het te ontvangen subsidiebedrag.
Hieronder vind je het schema van deze differentiatie:
Type organisatie | Organisatie die niet voldoet aan criteria controleplicht | Organisatie die voldoet aan criteria controleplicht |
---|---|---|
Subsidiebedrag | ||
≥€ 125.000 (of voorschot € 100.000) < € 375.000 | I. Aan assurance verwante opdracht, inclusief aanvullende werkzaamheden (NVCOS Standaard 4415N) | III. Assurance-opdracht met beperkte mate van zekerheid ( NVCOS Standaard 3900N) |
≥€ 375.000 | II. Assurance-opdracht met beperkte mate van zekerheid (NVCOS Standaard 3900N) | IV. Assurance-opdracht met redelijke mate van zekerheid (NVCOS Standaard 3900N) |
Aanvraag niveau werkmaatschappij (artikel 6a van de regeling) | IVa. Assurance-opdracht met redelijke mate van zekerheid (NVCOS Standaard 3900N) |
Gevolgen voor NOW-subsidie
In de gevallen dat de accountant geen goedkeurende verklaring kan afgeven is hier niet aan voldaan, of is inhoudelijk in strijd met de regeling gehandeld en zijn er gevolgen voor de subsidie.
Verklaring met beperking
Bij een verklaring met beperking heeft een organisatie een te grote fout of onzekerheid in haar omzetverantwoording om de accountant een goedkeurende verklaring af te laten geven. In dat geval wordt van de accountant gevraagd de onzekerheden en fouten in de verklaring op te nemen en hiervoor een pro forma berekening te maken voor de gevolgen van de omzetdaling op grond van het accountantsprotocol. Op grond hiervan zal het UWV fouten en onzekerheden in de aanvraag corrigeren.
Een aanvrager kan ervoor kiezen deze fouten en onzekerheden zelf te herstellen voorafgaand aan de afgifte van de verklaring. Als de aanvrager kiest voor een correctie, dan kan de accountant een goedkeurend(e) oordeel of conclusie verstrekken en wordt deze correctie door UWV niet doorgevoerd, maar wordt conform de verantwoording vastgesteld.
Oordeelonthouding
Indien sprake is van een verklaring van oordeelonthouding in het kader van een opdracht tot het verstrekken van oordeel met een redelijke mate van zekerheid heeft de accountant niet kunnen vaststellen dat de werkgever een volledig controleerbare omzetdaling opgeeft voor de NOW-subsidie of zich heeft gehouden aan de eisen ten aanzien van de loonsom (betaling van lonen en het niet aangaan van gefingeerde dienstverbanden), omdat hij zich onvoldoende een oordeel kon vormen over de controleerbaarheid en betrouwbaarheid van deze administratie of de toereikendheid van de administratieve organisatie.
Nihilstelling
In beginsel heeft het niet kunnen vaststellen van het juiste percentage van de omzetdaling ernstige gevolgen voor de verantwoording van de NOW-subsidie. De hoogte van de NOW-subsidie is immers in zeer belangrijke mate afhankelijk van de definitieve omzetdaling die de werkgever opgeeft.
Indien een controlerend accountant niet kan vaststellen of de omzetdaling die de werkgever opgeeft juist en volledig uit de administratie blijkt, kan de juistheid van de subsidie niet worden vastgesteld.
Daarom wordt in deze gevallen de subsidie niet conform de aanvraag, maar op nihil vastgesteld. Alleen voor situaties waarin sprake is van bijzondere omstandigheden bij en van de werkgever wordt afgezien van nihilstelling en overgegaan tot lagere subsidievaststelling dan het aangevraagde bedrag.
Een nihilstelling kan namelijk tot schrijnende situaties leiden bij ondernemingen die een verklaring met een redelijke mate van zekerheid nodig hebben, maar waarbij sprake is van genoemde inherente beperkingen, zoals ondernemingen waarbij als gevolg van de omvang van de onderneming of coronagerelateerde omstandigheden de administratieve organisatie en interne beheersing (AO/IB) (tijdelijk) ontoereikend is geworden ondanks de grootte van hun organisatie.
Deze situaties leiden ertoe dat er geen redelijke mate van zekerheid kan worden verschaft, maar hierbij geeft de accountant aan dat een dergelijke oordeelonthouding uitsluitend komt door inherente beperkingen op grond van Standaard 3900N.
Een werkgever heeft zich ook in die gevallen niet voldoende aan zijn subsidieverplichting kunnen houden of gehouden. Het geheel terugvorderen van het subsidievoorschot wordt in die gevallen echter niet proportioneel geacht.
Korting
In deze beleidsregel daarom vastgelegd dat indien de accountant niet tot een goedkeurend oordeel met een redelijke mate van zekerheid kan komen, maar waarin een oordeelonthouding uitsluitend vanwege inherente beperkingen wordt afgegeven de subsidie op een lager bedrag uitkomt.
Deze korting wordt vastgesteld op 10 procent van het bedrag waarop de subsidie zonder korting zou zijn vastgesteld.