In de Wet verbetering poortwachter staat welke processtappen de werkgever en de werknemer moeten volgen als een werknemer langdurig ziek dreigt te worden.
Als het tegen het einde van het tweede ziektejaar tot een WIA-aanvraag komt, moet de werknemer een verslag van de re-integratie-inspanningen gedurende de eerste twee ziektejaren meesturen. UWV toetst aan de hand hiervan of de re-integratie inspanningen van zowel de werkgever als de werknemer voldoende waren (RIV-toets).
Loonsanctie
Als UWV van mening is dat het re-integratieresultaat niet bevredigend is en de gebreken hersteld kunnen worden, legt UWV de werkgever een verlenging van de loondoorbetalingsverplichting of betaling van ziekengeld aan eigenrisicodragers Ziektewet op van standaard 52 weken (loonsanctie).
Financiële prikkel
De verlenging is erop gericht om de werknemer de (eerder gemiste) kans te geven alsnog naar vermogen aan het werk te komen. Daarnaast kan de mogelijkheid om een verlenging van de loondoorbetalingsplicht of ziekengeld opgelegd te krijgen een preventieve werking hebben. Werkgevers hebben immers een (financiële) prikkel om de begeleiding van de zieke werknemer goed vorm te geven.
Onderzoek naar derde ziektejaar
Over wat er na het opleggen van de verlenging gebeurt, is weinig bekend: welke re-integratie-inspanningen doen werkgevers en werknemers in de verlengingsperiode en wat bereiken ze hiermee? En hoe wordt een verlenging ervaren door de werknemers en werkgevers?
Om meer zicht te krijgen op wat er in dit ‘derde ziektejaar’ gebeurt, heeft de minister onderzoek laten uitvoeren. Het onderzoek bestond uit een kwantitatief en een kwalitatief deel. De uitkomsten geven geen aanleiding voor nieuwe beleidswijzigingen.
Wat zijn de uitkomsten?
Hieronder een weergave van de de onderzoeksresultaten:
- Van de ruim 25.000 RIV-toetsen door UWV in 2018 leidt bijna 12 procent tot een verlenging vanwege repareerbare tekortkomingen in de re-integratie (inhoudelijke sanctie).
- De opgelegde verlenging van de loondoorbetaling leidt tot herstel van de tekortkomingen bij een deel van de werknemers, tot hogere werkhervatting en tot verlaging van de WIA-instroom.
- Na een opgelegde verlenging doet 63 procent van de werkgevers geen poging de verlengingsperiode te bekorten, 13 procent van alle werkgevers met een verlenging doet wel een poging tot duurverkorting maar zonder succes en 24 procent weet de duur succesvol te bekorten.
- Na afloop van de verlengingsperiode stromen minder werknemers de WIA in dan normaal: 46 procent versus 67 procent.
- Verder blijkt dat werknemers zonder bekortingsverzoek vaak werken (51 procent) en relatief vaak de WIA-aanvraag niet voortzetten. Dit suggereert dat ook bij deze groep nog re-integratie-inspanningen zijn verricht.
Vrijwillige verlenging
Naast de 3.000 opgelegde verlengingen is in 2018 ook ruim 2.000 keer de loondoorbetaling vrijwillig verlengd. Na bijna 2/3 van de vrijwillige verlengingen volgt geen WIA-aanvraag meer en anderhalf jaar na de verlengingsaanvraag heeft 76 procent nog een dienstverband. De mogelijkheid tot vrijwillige verlenging van de loondoorbetalingsperiode draagt dus bij aan het behoud van het werk en verlaging van het aantal WIA-aanvragen.
Het effect dat optreedt is afhankelijk van verschillende factoren, waaronder het ziekteverloop, de grootte van de werkgever, en de relatie tussen werkgever en werknemer.
Niets doen
Werkgevers kiezen er soms bewust voor om niets te doen en geen of beperkte re-integratieactiviteiten in te zetten. In de keuze kunnen sociale aspecten en de relatie tussen de werkgever en werknemer leidend zijn. Maar het kan ook een gecalculeerde beslissing zijn waarbij een afweging wordt gemaakt tussen de kosten van een re-integratietraject, de kosten van het doorbetalen van het salaris en de kansen van
de betreffende werknemer op de arbeidsmarkt naar leeftijd, opleiding en het soort beperking.
De werkgevers die een bekortingsverzoek indienen, hebben in de meeste gevallen geprobeerd de tekortkomingen in de re-integratie te repareren. Als er sprake is van passende en duurzame werkhervatting in het derde ziektejaar, is dat meestal in een functie bij de eigen werkgever.
Werken naar vermogen
Op basis van dossiers is onderzocht in hoeverre werken naar vermogen is gerealiseerd met de verlenging. De meest voorkomende belemmering was dat re-integratie niet mogelijk was door onder meer de aard en ernst van beperkingen van de werknemer en/of doordat er geen mogelijkheden zijn voor werkhervatting bij de eigen werkgever en het tweede-spoortraject (nog) geen resultaat op had
geleverd.
Vooral in situaties waarin werkhervatting bij de eigen werkgever mogelijk was, was men bij de WIA-claimbeoordeling naar vermogen aan het werk.
Meer kennis en bewustwording
Na een ervaring met een verlenging is er meer kennis en bewustwording van de richtlijnen van de Wet verbetering poortwachter en de wijze waarop UWV dit toetst. Dat kan ervoor zorgen dat de werkgever in nieuwe situaties beter inzet op de re-integratie van de werknemer.
Verzamelbrief ziekte en arbeidsongeschiktheid
Effecten van verlenging van loondoorbetaling en betaling ziekengeld