In het eerste tijdvak komen bedrijven met een omzetdaling van ten minste 20 procent in aanmerking voor steun. Vanaf januari 2021 moet sprake zijn van een omzetdaling van ten minste 30 procent.
Het doel van de regeling blijft het ondersteunen van werk en inkomen. Het wordt echter ook belangrijk dat werkgevers en werknemers zich aanpassen aan de huidige economische situatie.
De tegemoetkoming aan bedrijven voor loondoorbetaling wordt in stappen afgebouwd. Daarnaast komt er ruimte voor werkgevers om de loonsom te laten dalen zonder dat dit ten koste gaat van de subsidie.
Belangrijkste wijzigingen
De belangrijkste wijzigingen op een rij:
- NOW 3.0 geldt tot 1 juli 2021 (3 tijdvakken van 3 maanden).
- Het minimale omzetverlies om aanspraak te kunnen maken op de regeling, gaat vanaf het tweede tijdvak omhoog van 20 naar 30 procent.
- De steun over 9 maanden kent een geleidelijke afbouw van vergoedingspercentages: van 80 procent, naar 70 procent naar 60 procent.
- Tegenover de afbouw van de vergoeding, bestaat de mogelijkheid om de loonsom geleidelijk te laten dalen met 10 procent, 15 procent en 20 procent zonder dat dit ten koste gaat van de subsidie.
- De korting die in de NOW 2.0 wordt toegepast op het moment dat sprake is van bedrijfseconomisch ontslag wordt losgelaten.
- Het maximaal te vergoeden loon per werknemer wordt in het derde tijdvak (april, mei, juni 2021) worden verlaagd naar maximaal 1x het dagloon.
De NOW is onderdeel van een omvangrijk steun- en herstelpakket waarin het kabinet ook geld beschikbaar stelt voor scholing en van-werk-naar-werk. Hiermee krijgen werkgevers en werknemers de ruimte om de bedrijfsvoering aan te passen.
Omzetverlies
In het eerste tijdvak – vanaf oktober – geldt de regeling voor alle werkgevers met een (verwacht) inkomensverlies van ten minste 20 procent, als zij verder ook aan de voorwaarden voldoen.
Vanaf het tweede tijdvak – vanaf januari – wordt dit verhoogd naar 30 procent.
De precieze voorwaarden van NOW 3.0 worden op dit moment nader uitgewerkt en worden uiterlijk 1 oktober bekend.
Voor deelname aan NOW 3.0 per 1 oktober maakt het niet uit of de werkgever eerder wel of niet heeft deelgenomen aan NOW-regelingen.
NOW 3.0 loopt vanaf 1 oktober in 3 tijdvakken van 3 maanden tot 1 juli 2021.
Wanneer aanvragen?
Het UWV streeft ernaar het eerstvolgende aanvraagtijdvak per maandag 16 november 2020 te openen. Daarbij kan met terugwerkende kracht een aanvraag worden ingediend worden voor het eerste tijdvak.
- Het eerste tijdvak loopt van 1 oktober tot en met 31 december.
- Het tweede tijdvak loopt van 1 januari 2021 tot en met 31 maart 2021.
- en het derde tijdvak loopt van 1 april 2021 tot en met 30 juni 2021.
Voor elk tijdvak kan een werkgever beslissen om wel of geen aanvraag te doen. Ook als een werkgever geen aanspraak heeft gemaakt op de NOW 1.0 of 2.0, kan de werkgever gebruik maken van de NOW 3.0.
Afbouw vergoedingspercentage
De werkgever kan een tegemoetkoming in de loonkosten ontvangen, waarbij het maximale vergoedingspercentage het percentage van de totale loonsom is bij een omzetverlies van 100 procent. Dit vergoedingspercentage wordt per tijdvak langzaam afgebouwd.
Deze afbouw ziet er als volgt uit:
- In het eerste tijdvak – vanaf 1 oktober – bedraagt het maximale vergoedingspercentage 80 procent.
- In het tweede tijdvak – vanaf 1 januari – bedraagt het maximale vergoedingspercentage 70 procent.
- In het derde tijdvak – vanaf 1 april – bedraagt het maximale vergoedingspercentage 60 procent.
Vrijstellingspercentage loonsom
Werkgevers met langdurig omzetverlies krijgen de ruimte een deel van de loonsom te laten dalen, zonder een verlaging van de subsidie. Het vrijstellingspercentage is het percentage van de totale loonsom dat de werkgever kan laten dalen zonder gevolgen voor de hoogte van de tegemoetkoming in de loonkosten.
Het vrijstellingspercentage voor de loonsom loopt op:
- 10 procent in het eerste tijdvak (vanaf 1 oktober);
- 15 procent in het tweede tijdvak (vanaf 1 januari);
- 20 procent in het derde tijdvak (vanaf 1 april).
De (vrijwillige) daling van de loonsom kan op verschillende manieren tot stand komen. Denk aan natuurlijk verloop in het personeelsbestand, door minder personeel aan te houden of door een vrijwillig loonoffer te vragen van werknemers.
Individuele afspraken over het loon zijn niet gekoppeld aan de aanvraag van de subsidie. De afspraken kunnen mogelijk in onderling overleg tussen werkgever en werknemer tot stand komen, mits aan de juridische voorwaarden voor een dergelijke afspraak is voldaan.
De korting in de NOW 2.0 bij bedrijfseconomisch ontslag wordt losgelaten.
Maximaal te vergoeden loon
Het maximaal te vergoeden loon per werknemer is in de eerste twee tijdvakken van 3 maanden (oktober/november/december en januari/februari/maart) gelijk aan de NOW 1.0 en 2.0, namelijk maximaal twee keer het dagloon, wat neerkomt op € 9.538 per maand.
In het 3e tijdvak (april/mei/juni) wordt dit verlaagd naar maximaal één keer het dagloon. Daarmee komt de situatie tijdens het laatste tijdvak meer op een lijn met de gebruikelijke sociale zekerheid.
Bron: Rijksoverheid.nl