De minister geeft aan dat de TOFA een grofmazige regeling is waardoor niet iedereen recht heeft op de regeling.
Klopt het dat werknemers waarbij het vakantiegeld in april wordt uitbetaald of waarbij sprake is van een maandloon waar het vakantiegeld automatisch bij in zit (all-in loon) UWV coulant optreedt en opnieuw naar deze aanvragen voor de TOFA kijkt?
Als de aanvraag is afgewezen en de aanvrager meent dat de afwijzing wordt veroorzaakt vanwege een te hoog maandloon door uitbetaling van vakantiegeld, dan kan hij bezwaar maken. UWV bekijkt de aanvraag dan opnieuw.
Vindt de minister het ook krom dat UWV bij werknemers met een all-in loon (waarbij het vakantiegeld al is uitbetaald) wel opnieuw naar de aanvragen kijkt, terwijl werknemers zonder all-in loon (waardoor hun vakantiegeld niet is uitbetaald) te weinig inkomsten hebben om aanspraak te maken op de TOFA en UWV niet opnieuw naar de aanvraag kijkt? Is Koolmees bereid om met UWV te bespreken om ook coulant op te treden voor deze groep werknemers zodat zij ook alsnog gebruik kunnen maken van de TOFA?
In de zoektocht naar een extra vangnet voor flexwerkers is de TOFA de enige uitvoerbare oplossing gebleken. Er zitten haken en ogen aan de regeling, waaronder de grofmazigheid als gevolg van de noodzaak om de regeling uitvoerbaar te houden.
De minister heeft in mei aangegeven dat de selectie op basis van gegevens in de polisadministratie van de mensen die in aanmerking komen tamelijk willekeurige uitkomsten kan geven. Dat is helaas ook in dit voorbeeld het geval, aldus Koolmees.
Is de minister bereid UWV te vragen om ook coulant te zijn voor werknemers die, vanwege een direct gebrek aan inkomsten tijdens de lockdown, hun vakantiedagen hebben laten uitbetalen, maar hierdoor nu buiten de boot vallen voor de TOFA?
Ook dit is volgens de minister helaas een voorbeeld waarin een dergelijk grofmazige regeling geen recht kan doen aan de complexe werkelijkheid.