Met de NOW wordt ernaar gestreefd dat er zoveel mogelijk werkgelegenheid en inkomen behouden blijft voor alle werknemers, juist ook voor werknemers met een oproepcontract of tijdelijke arbeidsovereenkomst zonder een beroep te moeten doen op de WW of de bijstand.
Om de regeling beter te laten werken, is volgens de Stichting van de Arbeid een aantal
aanpassingen noodzakelijk. De aanpassingen betreffen drie opeenvolgende stappen:
- stimuleren dat werkgevers werknemers in dienst houden;
- rekening houden met de allocatiefunctie van de uitzendsector;
- het creëren van een ‘coronavangnet’ waarmee werknemers die toch te maken krijgen met een beëindiging van het dienstverband, gecompenseerd worden zonder een beroep te hoeven doen op de WW of de bijstand.
Onevenwichtigheid NOW
De NOW bevat een onevenwichtigheid. Als de loonsom achteraf toch lager blijkt te zijn, zal de tegemoetkoming worden gekort. Daar bovenop geldt een boete bij ontslag op bedrijfseconomische gronden indien dit bij UWV bekend is.
Het gevolg is dat bij deelname aan de NOW het ontslaan van een werknemer met een vaste arbeidsovereenkomst geld kost, terwijl het niet meer in dienst hebben van werknemers met een oproepcontract of tijdelijke arbeidsovereenkomst in de regel per saldo toch geld bespaart.
Dit wordt nog versterkt omdat de totale vergoeding die bedrijven krijgen vaak toch geen 90 procent van de loonkosten blijkt te zijn. Dat verschil loopt bovendien nog verder op als er na januari nog collectief en individueel afgesproken loonsverhogingen zijn ingegaan.
Hoge WW-premie
Voor werknemers met een tijdelijk, oproep- of uitzendovereenkomst geldt een premieopslag voor de WW van vijf procentpunt. Het is mogelijk om de vergoeding aan bedrijven voor personeel waarvoor de hoge premie wordt betaald, te verhogen. Hiermee kan gestimuleerd worden werknemers met een flexibel contract in dienst te houden.
Allocatiefunctie
De NOW houdt te weinig rekening met de allocatiefunctie van uitzendbureaus. De allocatiefunctie is juist in de huidige situatie van groot belang. Maar als een uitzendbureau nieuwe krachten bemiddelt, hoeft geen sprake te zijn van omzetverlies terwijl voor de oude krachten geen werk meer is en ze niet kunnen worden doorbetaald.
Drie voorstellen
De Stichting van de Arbeid doet drie voorstellen om de NOW te wijzigen, in aanvulling op het voorstel in de StvdA-brief van 10 april 2020 (de Stichting verzoekt in deze brief de NOW-regeling aan te passen voor bedrijven die onderdeel zijn van een concern; de mogelijkheid om op werkmaatschappij-niveau aanspraak te maken op de NOW):
- Een verhoging van de vergoeding van 90 procent naar 100 procent.
- De opslag op de loonsom aan bedrijven voor personeel waarvoor de hoge Awf-premie wordt betaald, wordt verhoogd naar 40 procent.
- In aanvulling hierop stelt de Stichting voor de uitzendsector voor dat achteraf de omzet die met de allocatie van medewerkers die per 1 maart al in dienst waren is behaald, niet wordt verrekend bij het definitief vaststellen van de tegemoetkoming.
Vangnet voor flexwerkers
De bedoeling is dat alle werknemers zoveel mogelijk gelijk worden behandeld en in de geest
van de NOW worden gecompenseerd.
- Werknemers die niet in dienst van de werkgever of het uitzendbureau kunnen blijven en ten minste 13 weken voorafgaande aan 1 maart hebben gewerkt, moeten gedurende de looptijd van de NOW een beroep op het coronavangnet kunnen doen zonder acht te slaan op al of niet opgebouwde WW-rechten.
- Het coronavangnet wordt alleen verstrekt wanneer de werknemer een werkgeversverklaring kan overleggen. Hierin verklaart de werkgever dat door de omzetderving vanwege de coronacrisis het contract niet kan worden verlengd respectievelijk er voor de oproep- en uitzendkracht geen werk is en de NOW geen soelaas biedt en niet zal worden gebruikt.
- Gedurende de periode dat betrokkene gebruik maakt van het coronavangnet wordt de transitievergoeding opgeschort. Alleen als de werkgever de werknemer na die periode niet terugneemt, is alsnog transitievergoeding verschuldigd.
- De rijksoverheid financiert het coronavangnet.
- Werknemers worden conform de hoogte van de vergoeding van NOW gecompenseerd. Voor werknemers die een jaar of langer hebben gewerkt, kan UWV het loon op dezelfde manier vaststellen als bij de aanvraag van een WW-uitkering gebeurt. Voor werknemers die korter dan een jaar hebben gewerkt, wordt uitgegaan van het loon over de laatste 13 weken voor 1 maart.
- Als werknemers al een WW-uitkering krijgen, wordt die met terugwerkende kracht – indien ze aan bovenstaande voorwaarden voldoen – verrekend. WW-rechten worden niet opgesoupeerd.
- UWV beschikt over de noodzakelijke gegevens. Uitvoering door UWV ligt daarom voor de hand.
In aanvulling op de voorstellen tot aanpassing van de NOW en het implementeren van het coronavangnet, wil de Stichting nog drie onderdelen onder de aandacht brengen:
- verzuim en verlofkosten. De kosten voor werkgevers voor ziekteverzuim en het niet kunnen werken van medewerkers lopen fors op. Het zou daarom helpen als de overheid werkgevers en werknemers vergoedt uit de algemene middelen.
- uitkering vakantietoeslag (‘vakantiegeld’). Veel werknemers rekenen op de vakantie-uitkering voor noodzakelijke uitgaven. Voor werkgevers kan het een grote inbreuk op de liquiditeitspositie van de onderneming betekenen en in deze tijd kan het leiden tot onnodig banenverlies. De uitbetaling van de vakantietoeslag valt niet onder de NOW.
- overheid als opdrachtgever. Werkgevers en werknemers hebben behoefte aan een duidelijke richtlijn over het gedrag van overheden en door de overheid gefinancierde instellingen als opdrachtgever. Die richtlijn zou er uit moeten bestaan dat overheden doorbetalen, ook als diensten niet meer volledig kunnen worden geleverd als gevolg van de corona-maatregelen. Daarbij kan rekening worden gehouden met variabele kosten die nu niet worden gemaakt.
Brief Stvda over noodpakket flexarbeid