In het kennisdocument Wtl is informatie vind je algemene vragen over de Wtl terug, vragen over het lage-inkomensvoordeel (LIV), jeugd-LIV en het loonkostenvoordeel (LKV), LKV doelgroepverklaring en LKV overgangsrecht.
Nieuwe wijzigingen
Wijzigingen ten opzichte van de vorige versie (6.0):
De wijzigingen per 1 januari 2020 op een rij:
- Wijziging als gevolg van de Wet temporisering verhoging AOW-leeftijd (kamerstuk 35 223):
– Halveren bedragen jeugd-LIV;
– Halveren hoge LIV van maximaal €2000 (€ 1,01 per verloond uur) naar €1000 (€ 0,51 per verloond uur) euro per jaar (feitelijk vervalt de tussengrens van 110%; iedereen ontvangt maximaal €1000 per jaar); - Wijziging als gevolg van de Nota van Wijziging via Verzamelwet SZW 2020 (35 275):
– Aanpassen percentages uurloongrensbedragen in art 3.3 Wtl;
– Afschaffen jeugd-LIV voor 21-jarigen. - Reguliere indexering uurloongrenzen LIV (100% = €10,29 en 125% WML= €12,87).
- Daarnaast is een vraag en antwoord toegevoegd bij 5.18: Behoort een nieuwe medewerker van 56+ die in de maand voorafgaand aan indiensttreding een faillissementsuitkering had ook tot de doelgroep LKV oudere werknemer?
- Tot slot, zijn de bedragen en jaartallen in de paragrafen 1.2, 2.1, 2.3, 2.5, 2.12, 2.13, 3.1, 3.2 en 3.4 geactualiseerd.
Faillissementsuitkering
Vraag 5.18. Behoort een nieuwe medewerker van 56+ die in de maand voorafgaand aan indiensttreding een faillissementsuitkering had ook tot de doelgroep LKV oudere werknemer?
Ja. Een uitkering op grond van de Werkloosheidswet is vaak een uitkering op grond van hoofdstuk II Werkloosheidswet. Een faillissementsuitkering is echter óók een uitkering op grond van de Werkloosheidswet, maar dan op grond van Hoofdstuk IV Werkloosheidswet.
De Wtl maakt geen onderscheid tussen een uitkering op grond van hoofdstuk II en IV van de Werkloosheidswet. Dus elke uitkering op grond van de Werkloosheidswet volstaat en daarmee ook een faillissementsuitkering.
Kennisdocument Wet tegemoetkoming loondomein (Wtl)