Iedere werknemer heeft recht op verlof met behoud van loon. Voor de berekening van dat loon moet in deze zaak rekening gehouden worden met de onregelmatigheidstoeslag die deze werkneemster ontving voor de nachtdiensten die zij werkte.
Wat is de situatie?
Een vrouw is op 1 februari 2012 in dienst getreden bij een zorginstelling als verzorgende.
In de vacaturetekst stond onder meer het volgende:
“Verzorgende niveau 3 voor 20-28 uren per week (bij voorkeur in de nachten) […]
De werktijden worden na overleg vastgesteld, er wordt gewerkt in wisselende diensten.”
De cao VVT is van toepassing.
In de cao staat het volgende:
“Het salaris is een bruto bedrag waarop de werkgever sociale premies en belastingen inhoudt. Dit is exclusief toeslagen, bijdragen, uitkeringen, vergoedingen en tegemoetkoming op basis van deze cao. […]
Als je bent ingedeeld in functiegroep 65 of lager heb je recht op een toeslag als je een onregelmatige dienst werkt.”
De verzorgster werkte structureel nachtdiensten.
Loonvordering
Bij brief van 31 januari 2017 heeft de werkneemster aan de werkgever geschreven dat het aan haar betaalde loon in de periode vanaf 1 februari 2012 voor vakantie-uren te laag is vastgesteld, omdat geen rekening is gehouden met de onregelmatigheidstoeslagen. In haar brief maakt zij aanspraak op uitbetaling van een hoger loon.
Bij brief van 21 maart 2017 is door FNV namens de vrouw aanspraak gemaakt op betaling van een (bruto)bedrag van € 6.104,50. Een door de werkgever gedaan schikkingsvoorstel van (bruto) € 3.334,49 is in die brief van de hand gewezen.
De kantonrechter heeft de loonvordering van de werkneemster afgewezen.
De werkneemster gaat in hoger beroep. Zij vordert dat zij recht heeft op betaling van onregelmatigheidstoeslagen over haar wettelijke en bovenwettelijke verlofuren.
De werkgever heeft gemotiveerd verweer gevoerd.
De kern van het geschil is of de werkneemster in de periode 2012-2017 recht had op betaling van de onregelmatigheidstoeslag als onderdeel van het loon dat zij ontving voor opgenomen verlofuren.
Recht op loon tijdens verlof
Het recht op loon tijdens verlof volgt uit (onder meer) de Richtlijn 2003/88/EG betreffende een aantal aspecten van de organisatie van de arbeidstijd. Het Hof van Justitie van de Europese Unie heeft in haar arrest van 15 september 2011, ECLI:EU:C:2011:588, overwogen (r.o. 20):
“het vereiste van betaling van vakantieloon heeft tot doel, de werknemer tijdens de jaarlijkse vakantie in een situatie te brengen die qua beloning vergelijkbaar is met de situatie tijdens de gewerkte periodes [cit. om.]” en beslist “dat een lijnpiloot tijdens zijn jaarlijkse vakantie niet alleen recht heeft op behoud van zijn basissalaris maar ook op alle componenten die intrinsiek samenhangen met de taken die hem in zijn arbeidsovereenkomst zijn opgedragen en waarvoor hij in het kader van zijn globale beloning een financiële vergoeding ontvangt […].”
De kantonrechter heeft overwogen dat niet is gebleken dat de nachtdiensten intrinsiek waren aan de taken die de vrouw op basis van haar arbeidsovereenkomst verrichtte en heeft de vordering op die grond afgewezen.
Loon voor opgedragen taken
Terecht komt de verzorgster op tegen die redenering. Beslissend is immers dat de looncomponent (in dit geval: de onregelmatigheidstoeslag) intrinsiek samenhangt met de taken die aan de werkneemster zijn opgedragen. Anders dan de Nederlandse tekst van het arrest van het Hof van Justitie mogelijk doet vermoeden, blijkt uit de authentieke Engelse tekst dat het gaat om alle componenten van het loon voor (alle) taken die zijn opgedragen uit hoofde van de arbeidsovereenkomst (“the tasks which he is required to carry out under his contract of employment”) en niet alleen om loon voor de taken vermeld in de functieomschrijving.
De concrete nachtdiensten die de vrouw heeft gewerkt zijn haar steeds opgedragen door haar werkgever. Dat zij instemde of meebesliste over het rooster of heeft gevraagd om nachtdiensten te (mogen) draaien, is niet relevant.
Deel van loon
De onregelmatigheidstoeslag die de werkneemster ontving hield rechtstreeks verband met het werken van die nachtdiensten. Daaruit volgt dat die onregelmatigheidstoeslag deel uitmaakt van het loon waarop zij recht heeft voor opgenomen verlofuren. Dat geldt ook voor (extra) bovenwettelijke verlofuren en de ‘PBL’-uren, aangezien door de zorginstelling onvoldoende is onderbouwd waarom voor die verlofuren een ander loonbegrip zou moeten gelden tussen werkneemster en werkgever.
Dubbel verdienen
De zorginstelling voert nog aan dat de vrouw ‘dubbel’ zou verdienen, doordat zij in de maanden dat zij vakantie opnam ook onregelmatige diensten overnam van collega’s. Dat een werkneemster meer uren of nachtdiensten heeft gewerkt in dezelfde maand dat zij ook verlof heeft opgenomen, kan niet van invloed zijn op het te hanteren loonbegrip, zodat dit verweer niet kan slagen.
De conclusie is dat de grieven tegen het bestreden vonnis slagen en dat het vonnis wordt vernietigd. De werkgever is in het ongelijk gesteld.
Recht op toeslagen
De werkneemster heeft recht heeft op betaling van onregelmatigheidstoeslagen over haar wettelijke en bovenwettelijke verlofuren in de periode van februari 2012 tot en met 31 december 2016.
De werkgever moet en bedrag van € 6.036,03 bruto betalen als niet ontvangen onregelmatigheidstoeslagen over genoten wettelijke en bovenwettelijke verlofuren in de periode van 1 februari 2012 tot en met 31 december 2016.
Uitspraak Hof Den Bosch, 17 december 2019, ECLI:NL:GHSHE:2019:4547