UWV stelt voor de gedifferentieerde premie Werkhervattingskas (Whk) voor alle takken van bedrijf en beroep een gelijk gemiddeld percentage vast.
De gedifferentieerde premie Whk is opgebouwd uit twee premiecomponenten: WGA voor alle dienstbetrekkingen (WGA) en ZW voor flexibele dienstbetrekkingen (ZW).
Voor deze twee premiecomponenten wordt voor elk premiecomponent afzonderlijk een gemiddeld percentage vastgesteld.
De gemiddelde WGA-premie gaat met 0,01 procentpunt omhoog naar 0,76%. Bij de Ziektewet is de stijging groter, hier gaat de gemiddelde premie met 0,09 procentpunt omhoog, naar 0,52%.
Premie WGA
Voor de berekening van de gedifferentieerde premie Werkhervattingskas worden voor de premiecomponent WGA voor alle takken van bedrijf en beroep de volgende premies en parameters vastgesteld:
- Gemiddelde percentage: 0,76%
- Maximumpremie werkgevers: 3,04%
- Minimumpremie werkgevers: 0,19%
- Gemiddelde werkgeversrisicopercentage: 0,48%
- Correctiefactor werkgeversrisico: 1,18
- Correctiefactoren bij onvolledige periode werkgever
– 1 jaar bekend: 5,00
– 2 jaar bekend: 2,50
– 3 jaar bekend: 1,66
– 4 jaar bekend: 1,25
Premie ZW
Voor de berekening van de gedifferentieerde premie Werkhervattingskas over het jaar 2020 worden voor de premiecomponent ZW voor alle takken van bedrijf en beroep de volgende premies en parameters vastgesteld:
- Gemiddelde percentage: 0,52%
- Maximumpremie werkgevers: 2,08%
- Minimumpremie werkgevers: 0,13%
- Gemiddelde werkgeversrisicopercentage: 0,32%
- Correctiefactor werkgeversrisico: 1,21
- Correctiefactoren bij onvolledige periode werkgever
– 1 jaar bekend: 2,00
– 2 jaar bekend: 1,00
– 3 jaar bekend: 1,00
– 4 jaar bekend: 1,00
De sectorale premies staan in de bijlage van het Besluit vermeld.
Voor werkgevers in sector 52 ‘Uitzendbedrijven’ geldt een afwijkende maximumpremie van 10,02%.
Besluit Wfsv
In het Besluit Wfsv zijn regels gesteld over de wijze waarop de gemiddelde percentages worden vastgesteld. Ook zijn daarin regels gesteld over de wijze waarop de opslagen of kortingen worden berekend en regels over de percentages die ten hoogste aan een werkgever in rekening mogen worden gebracht en die ten minste in rekening moeten worden gebracht.
Op grond van het Besluit Wfsv stelt UWV een aantal parameters vast die dienen als basis voor de vaststelling van de individuele premie WGA en de individuele premie ZW. De parameters gelden voor de premie verschuldigd over het premieplichtige loon in het jaar 2020.
Gemiddeld percentage
Per 1 januari 2020 wordt een aantal rekentechnische wijzigingen doorgevoerd in de premiedifferentiatie. In artikel 38, tweede lid van de Wfsv is het rekenpercentage verdwenen.
Vanaf 2020 bestaat alleen nog het gemiddeld percentage dat ook fungeert als referentie-premiepercentage, dat wil zeggen: het percentage waarop grote en middelgrote werkgevers een korting of opslag kunnen krijgen.
Daarnaast is er een aantal aanpassingen in het Besluit Wfsv doorgevoerd. Hierdoor zijn de berekeningsmethoden voor de sectorale premies en de algemene premies en parameters voor de individuele premies vanaf 2020 gewijzigd.
Het uitgangspunt bij deze wijzigingen is dat de sectorale premies en individuele premies uitsluitend berekend worden op basis van lasten en loonsommen van werkgevers die deze premies betalen. Zodoende sluiten de berekende premiepercentages beter aan bij de werkelijke risico’s van de premiebetalers.
Gemiddeld premieplichtige loon
Het gemiddelde premieplichtige loon dient als basis voor het onderscheid tussen kleine, middelgrote en grote werkgevers.
Kleine werkgever is de werkgever die in het tweede kalenderjaar (2018) dat aan het premiejaar (2020) vooraf is gegaan, een premieplichtig loon heeft dat gelijk is aan of minder bedraagt dan 10 maal het gemiddelde premieplichtige loon (€ 337.000).
Middelgrote werkgever is de werkgever die in dat jaar een premieplichtig loon heeft dat meer bedraagt dan 10 maal en gelijk is aan of minder bedraagt dan 100 maal het gemiddelde premieplichtige loon (€ 3.370.000).
Grote werkgever is de werkgever die in dat jaar een premieplichtig loon heeft dat meer bedraagt dan 100 maal het gemiddelde premieplichtige loon.
Besluit gedifferentieerde premie Werkhervattingskas 2020
Wat zegt UWV?
Het gemiddeld premiepercentage WGA 2020 stijgt nauwelijks. De WGA-lasten stijgen wel in 2020, maar omdat onder meer de publiek verzekerde loonsom ook sterk groeit, is het effect op het gemiddelde percentage beperkt.
Van de bij UWV verzekerde werkgevers krijgt 56% te maken met een hogere WGA-premie, 41% met een lagere premie en voor 3% blijft de premie gelijk.
Staartlasten ZW
De stijging van de gemiddelde ZW-premie wordt veroorzaakt door een stijging van de ZW-lasten en de financiering van de staartlasten Ziektewet per 1 januari 2020.
Staartlasten zijn uitkeringen die ontstaan zijn bij werkgevers die inmiddels eigenrisicodrager zijn, maar bij de start van de uitkering nog publiek verzekerd waren.
Uit de invoering van de Wet Arbeidsmarkt in Balans op 1 januari 2020 en het daardoor verdwijnen van de sectorfondsen, vloeit voort dat de staartlasten Ziektewet vanaf 2020 worden betaald uit de Werkhervattingskas.
De grootste gevolgen voor de gedifferentieerde premies Ziektewet heeft het herindelen van alle uitzendwerkgevers in sector 52 ‘Uitzendwerkgevers’.
Van de bij UWV verzekerde werkgevers zal 74% met een stijging en 18% met een daling van de ZW-premie te maken krijgen. Voor 8% blijft de premie Ziektewet gelijk.
Lees ook de nota Gedifferentieerde premies WGA en Ziektewet 2020