Een motie is op 24 september aangenomen waarin wordt verzocht om in de “subsidievoorwaarden van de NOW op te nemen dat gesteunde bedrijven moeten meewerken aan begeleiding naar nieuw werk, hiervoor voldoende budget vrij te maken en een sanctie uit te werken voor werkgevers die
aantoonbaar niet aan deze voorwaarde voldoen.”
Minister Koolmees informeert over de stand van zaken van de uitvoering van deze motie en de werking hiervan in de praktijk.
Verplichting werkgever
Invulling aan deze motie is gegeven in artikel 12, onderdeel ‘e’ in de NOW3. Het artikel verplicht de werkgever om, indien hij een verzoek om toestemming doet om de arbeidsovereenkomst van een of meer werknemers op te zeggen, tijdens de subsidieperiode contact op te nemen met UWV voor ondersteuning bij de begeleiding naar ander werk.
Als de werkgever niet aan deze verplichting voldoet, wordt bij de vaststelling van de bewuste subsidieperiode het subsidiebedrag verlaagd met 5 procent.
Vaststelling NOW3
UWV opent op maandag 4 oktober 2021 het aanvraagloket voor de vaststelling van de derde tranche van de NOW (subsidieperiode oktober t/m december 2020) en zal dan voor het eerst de uiteindelijke subsidie moeten verlagen als blijkt dat de werkgever geen/niet tijdig contact heeft opgenomen met het
Klantcontactcentrum van UWV in verband met begeleiding naar ander werk.
Van-werk-naar-werk melding
Recente cijfers van UWV d.d. 25 mei 2021 tonen aan dat er tijdens de derde tranche 611 van-werk-naar-werk meldingen zijn ontvangen. Van deze 611 meldingen zijn er 74 ná de subsidieperiode en daarmee te laat ontvangen waardoor voor deze werkgevers het uiteindelijke subsidiebedrag alsnog met 5 procent moet worden verlaagd. Daarnaast hebben 765 werkgevers überhaupt géén van-werk-naar-werk melding gedaan.
De derde NOW-regeling omschrijft duidelijk wanneer de werkgever een van-werk-naar-werk melding moet doen en welke sanctie wordt opgelegd als niet aan deze verplichting wordt voldaan.
In bezwaar gaan
Tegelijkertijd bestaat de mogelijkheid dat het opleggen van de 5%-sanctie door de betrokken werkgevers wordt uitgelegd als een te strikte interpretatie van de regelgeving en dat zij hiertegen in bezwaar zullen gaan, bijvoorbeeld omdat zij niet op de hoogte waren van de verplichting of omdat de
ontslagen werknemer aansluitend een nieuwe baan heeft gevonden en de werkgever daardoor geen noodzaak zag voor een van-werk-naar-werk melding bij UWV. Dit legt waarschijnlijk extra druk op de bezwaarafhandeling bij UWV.
Op de website van UWV staat de betreffende verplichting vanaf de derde tranche vermeld, inclusief de financiële gevolgen als deze verplichting niet wordt nageleefd.