
Minister Hijum schreef in de brief van januari 2025 over zijn ambitie om het stelsel voor ziekte en arbeidsongeschiktheid te vereenvoudigen. In deze brief staan nog geen concrete voorstellen, maar geeft Van Hijum wel een denkrichting. Vóór de zomer van 2025 stuurt de minister een brief waarin hij concrete maatregelen presenteert. Deze maatregelen worden vervolgens uitgewerkt in een wetsvoorstel.
Inkomenspositie
Bij de keuzes die de minister gaat maken, is de inkomenspositie van mensen een belangrijke factor waar hij rekening mee houdt. Andere waarden die hij meeneemt zijn de uitvoerbaarheid, uitlegbaarheid en betaalbaarheid van het stelsel.
Afschaffen IVA
Het afschaffen van de IVA betekent dat UWV niet meer zal beoordelen of mensen die meer dan 80% arbeidsongeschikt zijn, ook duurzaam arbeidsongeschikt zijn. Onder het huidige stelsel ontvangen mensen die meer dan 80% en duurzaam arbeidsongeschikt zijn, een uitkering van 75% van hun gemiddelde oude loon (tot aan het maximum dagloon).
Voor mensen die in het huidige stelsel volledig en duurzaam arbeidsongeschikt zouden worden beoordeeld, betekent afschaffing van de IVA dat zij een lagere uitkering krijgen, namelijk 70% van hun gemiddelde oude loon (tot aan het maximum dagloon).
Alleenstaanden met een IVA-uitkering gebaseerd op het minimum of modaal loon gaan er door de lagere uitkering ruim 4% op achteruit. Als er sprake is van een partner met een inkomen zo hoog als het minimumloon, is er sprake van een achteruitgang van 1,8%. In eerste instantie kunnen mensen een beroep doen op de Toeslagenwet om het inkomen aan te vullen tot het sociaal minimum, als dat nodig is. Voor een deel van de groep zou het kunnen betekenen dat deze mensen in aanmerking komen voor een aanvulling uit de Participatiewet.
Afschaffen vervolguitkering (VVU)
Het afschaffen van de vervolguitkering (VVU) binnen de WGA zorgt ervoor dat bepaalde mensen een hogere uitkering zullen krijgen. Het gaat hierbij om mensen met een arbeidsongeschiktheidspercentage van 35-80% die minder dan 50% van hun restverdiencapaciteit benutten. In het huidige systeem is de hoogte van hun uitkering een deel van het minimumloon. Deze mensen zijn in sommige gevallen aangewezen op aanvullende regelingen, zoals de Toeslagenwet.
Het is belangrijk om de inkomenseffecten van het pakket aan maatregelen als geheel te zien. Omdat nog geen besluiten zijn genomen over maatregelen, kan Van Hijum ook niet vooruitlopen op de inkomenseffecten van het totaalpakket aan maatregelen.
Mismatch
De minister heeft de verschillende maatregelen uit het OCTAS-rapport uitgewerkt. Hierbij was het effect op de mismatch tussen de vraag en het aanbod van sociaal-medische beoordelingen een van de belangrijke elementen waar hij naar heeft gekeken. Op dit moment is sprake van toenemende achterstanden. De te nemen maatregelen moeten tot gevolg hebben dat de druk op UWV afneemt. Van Hijum heeft UWV dan ook betrokken om deze inschattingen zo goed mogelijk te maken.
Op dit moment is de bewindsman aan het onderzoeken welke maatregelen hij voor zal stellen om het ziekte- en arbeidsongeschiktheidsstelsel te verbeteren en te vereenvoudigen. Hierbij kijkt hij naar het effect van het gehele pakket aan maatregelen op de mismatch en de werkdruk bij UWV. Zijn doel hierbij is om ervoor te zorgen dat alle maatregelen bij elkaar de werkdruk bij UWV zullen verminderen.
Verder is de minister samen met UWV aan het kijken welke maatregelen op dit moment al te nemen zijn. Deze maatregelen zijn ervoor bedoeld om de mismatch te verkleinen in de periode totdat de maatregelen naar aanleiding van OCTAS effect gaan hebben. De minister zal daarover voor de zomer informeren.
Werk staat voorop
Van Hijum richt zich voor de korte termijn op veranderingen die het huidige stelsel van ziekte en arbeidsongeschiktheid verbeteren en vereenvoudigen. Voor de langere termijn is hij van plan om onder andere te onderzoeken hoe een stelsel waarbij werk voorop staat eruit zou kunnen zien. Hij heeft daar nog geen stappen in gezet.
De keuze voor de inrichting van zo’n stelsel bepaalt de verantwoordelijkheid van werkgevers om mensen te ondersteunen bij werkhervatting en de mate waarin werkgevers zich kunnen onttrekken aan deze verantwoordelijkheid. Het voorstel van OCTAS voor variant 2 ‘Werk staat voorop’ gaat er vanuit dat de huidige wachttijd, inclusief de verplichtingen voor werkgever en werknemer, blijven bestaan.
Re-integratie
Re-integratie is de verantwoordelijkheid van de werkgever en de werknemer. Werkgevers (en werknemers) hebben tijdens de periode van loondoorbetaling bij ziekte de verplichting om zich in te zetten om werkhervatting mogelijk te maken. Deze re-integratie-inspanningen worden door de werkgever opgenomen in het re-integratieverslag en bij een WIA-aanvraag door UWV getoetst.
Bij onvoldoende inzet op re-integratie kan de loondoorbetalingsperiode met maximaal 52 weken worden verlengd. Hierin zit een waarborg dat werkgevers voldoende inzetten op re-integratie tijdens de periode van loondoorbetaling bij ziekte; dit geldt ook voor werkgevers die eigenrisicodrager zijn voor de Ziektewet.
Nog geen beslissingen genomen
Er is op dit moment nog niet besloten dat de IVA wordt afgeschaft en dat de WGA-uitkering wordt herzien. Ideeën daartoe zijn geschetst in mijn brief van januari. Voorop staat dat veruit de meeste werknemers en werkgevers willen dat de uitkomst van een arbeidsongeschiktheids(her)beoordeling zo dicht mogelijk aansluit bij de werkelijkheid. En daarmee dus bij wat de (voormalige) werknemer nog kan.
Financieel belang
De huidige vormgeving van de WIA leidt ertoe dat werknemers en werkgevers financieel belang kunnen hebben bij een bepaalde uitkomst van de (her)beoordeling, ook als die niet helemaal aansluit bij de werkelijkheid. Zowel werkgevers als werknemers hebben namelijk een financieel belang bij de toekenning van een IVA-uitkering. Het doel van de voorgenomen vereenvoudiging is om het aantal regimes binnen de WIA terug te brengen. Doordat er minder regimes zijn, is er voor mensen minder aanleiding om door middel van een herbeoordeling in een ander regime te komen. De minister verwacht hierdoor dat er minder strategische aanvragen worden gedaan.
Los van de redenen om een aanvraag voor een (her)beoordeling te doen, blijft het arbeidsongeschiktheidspercentage de uitkomst van een onafhankelijke beoordeling door UWV.
Werkgeverslasten?
Het is nu nog te vroeg om te zeggen wat het effect van het pakket aan maatregelen naar aanleiding van OCTAS precies zal zijn op de lasten voor werkgevers. Dit is afhankelijk van welke maatregelen het pakket zal omvatten. Het kabinet houdt bij de totstandkoming en de verdere uitwerking van het pakket oog voor de lastenontwikkeling van werkgevers.
Voor wat betreft de maatregelen die in de brief van januari zijn genoemd als mogelijke manieren om het stelsel voor ziekte en arbeidsongeschiktheid te vereenvoudigen, geldt dat de budgettaire gevolgen inderdaad significant zijn.
Arbeidsparticipatie versterken
Het versterken van de arbeidsparticipatie is en blijft een belangrijk onderdeel van de sociale zekerheid en daarmee ook van het arbeidsongeschiktheidsstelsel. Veel mensen met een WIA-uitkering kunnen én willen werken naast de uitkering. Zeker met de huidige krappe arbeidsmarkt is het voor de samenleving belangrijk dat zoveel mogelijk mensen die kunnen werken, dat ook doen.
WGA 35-min
Mensen die na twee jaar loondoorbetaling bij ziekte of Ziektewetuitkering nog arbeidsmogelijkheden hebben en meer dan 65% van het oude salaris kunnen verdienen, komen niet in de WIA terecht. Zij behoren tot de zogenoemde groep WGA 35-min. Als mensen worden afgewezen voor hun WIA-aanvraag en geen werkgever meer hebben, kunnen zij aanspraak maken op een WW-uitkering. Sinds 2019 ondersteunt UWV mensen die zijn afgewezen voor de Ziektewet of WIA vanwege 35-min.
UWV biedt gedurende de periode dat deze mensen recht hebben op een WW-uitkering dezelfde dienstverlening aan als die zij aanbiedt aan mensen in de WIA. Dat wil zeggen dat UWV intensieve persoonlijke ondersteuning kan bieden en ook re-integratie-dienstverlening en/of scholing voor deze mensen kan inkopen.