
Minister Heinen van Financiën heeft op 18 april 2025 de Voorjaarsnota aangeboden. Wat staat er in dat van belang is voor het vakgebied salarisadministratie?
In de Voorjaarsnota dekt het kabinet tegenvallers en zitten investeringen en ombuigingen. Zo zijn tegenvallers op onder meer de arbeidsongeschiktheid (WIA) verwerkt. Het kabinet schrapt de bezuiniging in 2026 op kinderopvang voor werkenden. Daarnaast wordt de huurtoeslag verhoogd en krijgen gemeenten de komende jaren extra geld. Het kabinet kiest voor ingrepen in de sociale zekerheid via de WW en het kindgebonden budget.
Er komt geld beschikbaar voor het corrigeren van foutief vastgestelde WIA-uitkeringen. Om opvolging te geven aan de aanbevelingen uit de Onafhankelijke Commissie Toekomst Arbeidsongeschiktheidsstelsel (OCTAS) zijn middelen beschikbaar gesteld. Op SZW-terrein staat daar tegenover dat de WW-duur per 1 januari 2027 met 6 maanden wordt verkort, conform het hoofdlijnenakkoord (HLA).
Een realistische invoer van het nieuwe financieringsstelsel voor de kinderopvang leidt tot incidentele vrijval van middelen. Daarbij wordt de vergoeding voor middengroepen de komende jaren stapsgewijs verhoogd. Verder wordt het kindgebonden budget (WKB) sneller afgebouwd voor de hogere inkomens.
Maatregelen SZW
Naar aanleiding van de meest recente raming van het CPB en de meest recente uitvoeringsinformatie van de verschillende uitvoeringsorganisaties, zijn de regelingen op de SZW-begroting bijgesteld. Hieruit volgt een per saldo tegenvaller. Deze tegenvaller wordt voornamelijk veroorzaakt door een forse tegenvaller op de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA) en tegenvallers op de kinderopvangtoeslag (KOT) en de Ziektewet (ZW).
WIA – onvermijdelijke (herstel)maatregelen
Voor de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA) worden verschillende onvermijdelijke maatregelen genomen. Een deel van deze maatregelen zijn herstelacties.
- De eerste herstelactie betreft het herstellen van fouten in de vaststelling van de hoogte van het WIA-dagloon in de periode 2020-2024.
- Een tweede herstelactie betreft het opvolging geven aan een uitspraak van de Centrale Raad van Beroep (CRvB, uitspraak loonloze tijdvakken).
- Een derde herstelactie betreft fouten die gemaakt zijn bij de indexatie van WIA-uitkeringen in de periode 2006-2022.
Daarnaast worden maatregelen genomen om de druk op UWV bij het sociaal-medisch beoordelen te verlichten. Dit betreft een vereenvoudigde beoordeling voor 60-plussers, extra uitvoeringskosten voor het UWV, en het wettelijk verankeren van het kwijtschelden van voorschotten.
Realistische ingangsdatum KOT
In het Hoofdlijnenakkoord is afgesproken om per 2027 een nieuwe financiering van kinderopvang in te voeren. Om een goede overgang te borgen, is besloten meer tijd te nemen voor de implementatie van en overgang naar de nieuwe financiering. In 2029 gaat de nieuwe financiering in.
Compensatie middengroep en flankerend beleid kinderopvang
Een deel van de besparing die volgt uit de realistische ingangsdatum KOT wordt ingezet om voorafgaand aan het nieuwe financieringsstelsel voor de kinderopvang, een ingroeipad te hanteren. Dit ingroeipad zorgt ervoor dat de vergoedingspercentages stijgen en geleidelijk kunnen toegroeien naar 96% voor alle werkende ouders. Daarnaast worden middelen ingezet om middengroepen en de sector te ondersteunen bij de overgang naar het nieuwe financieringsstelsel.
In 2027 krijgen middeninkomens met een verzamelinkomen tot circa € 84.000 een vergoeding van 96% tot de maximumuurprijs. In 2029 geldt dit voor álle werkende ouders met kinderopvangtoeslag.
Steiler afbouwen recht op WKB (extra knikpunt)
Met deze maatregel wordt een extra knikpunt ingericht voor het kindgebonden budget (WKB) voor ouders met een gezamenlijk inkomen vanaf 60.000 euro. Voor hen wordt het afbouwpercentage verhoogd, waarmee zij sneller het recht op het kindgebonden budget (WKB) verliezen.
Hervorming Werkloosheidswet
In het Hoofdlijnenakkoord (HLA) is afgesproken dat een besparing plaats zal vinden op de Werkloosheidswet (WW) van 200 miljoen euro per jaar vanaf 2027. Deze besparing wordt ingevuld met een duurverkorting van de WW van 24 naar 18 maanden die ingaat vanaf 1 januari 2027. Omdat de maatregelen pas na 18 maanden een budgettair effect hebben, is er ten opzichte van het HLA een besparingstekort in 2027 en 2028 en vanaf 2029 en verder een besparingsoverschot.
Schrappen bezuiniging kinderopvang
In het HLA is de maatregel genomen om de kinderopvangtoeslag (KOT) niet te indexeren in 2026. Deze bezuiniging wordt teruggedraaid.
OCTAS (structureel 197 mln.)
Om opvolging te geven aan de aanbevelingen uit De Onafhankelijke Commissie Toekomst Arbeidsongeschiktheidsstelsel (Octas), worden maatregelen uitgewerkt.
Minimumjeugdloon omhoog
Het wettelijk minimumjeugdloon stijgt voor alle jongeren van 16 tot en met 20 jaar omhoog. Het gaat om een geleidelijke verhoging per leeftijd. Hiervoor maakt minister Van Hijum structureel € 60 miljoen beschikbaar. De precieze uitwerking en bedragen werkt het ministerie nog verder uit. De uiteindelijke wijze van aanpassing wordt voor de zomer in de kabinetsreactie op de verkenning minimumjeugdloon.
Met deze maatregel wordt het minimumjeugdloon voor 16-20-jarigen met gemiddeld 20% verhoogd. De verhoging brengt het minimumjeugdloon voor 16-jarigen gelijk aan 40% van het volwassenminimumloon, voor 17-jarigen aan 50%, 18-jarigen aan 62,5%, 19-jarigen aan 75% en voor 20-jarigen aan 87,5%. De verhoging gaat in per 1 januari 2027.
Loonkostensubsidie voor sociaal ontwikkelbedrijven
Sociaal ontwikkelbedrijven krijgen loonkostensubsidie van gemeenten voor beschutte werkplekken. Met de huidige manier van berekenen wordt de loonkostensubsidie vaak te laag vastgesteld en ontvangen sociaal ontwikkelbedrijven te weinig subsidie voor de kosten die zij maken. Om dit op te lossen, komt er een vast percentage aan loonkostensubsidie per werknemer. Het kabinet trekt hier dit jaar € 34 miljoen voor uit. Dit bedrag loopt de komende jaren op tot structureel € 90 miljoen in 2048. Het bedrag stijgt omdat het aantal beschutte werkplekken de komende jaren gaat toenemen.
Werknemers krijgen niet meer te maken met het onzekere jaarlijkse traject van de loonwaardemeting. Deze maatregel betekent een wetswijziging.
Maatregelen financiën
Het kabinet draait de voorgestelde verhoging van het btw-tarief op cultuur, media en sport terug. De Kamer had met de motie Van Dijk c.s. gevraagd om een alternatieve invulling. Dit levert een structurele derving op van 1,3 miljard euro vanaf 2026.
Als dekking wordt ongeveer de helft van de reguliere inflatiecompensatie binnen de inkomstenbelasting (via de tabelcorrectiefactor), per 1 januari 2026 niet toegekend. De tabelcorrectiefactor binnen de inkomstenbelasting wordt voor 51% toegepast (per 1 januari 2026), in plaats van 100%. Dit betekent dat de belastingschijven en heffingskortingen binnen de inkomstenbelasting beperkt worden gecompenseerd voor hogere inflatie.
Daarnaast verlaagt het kabinet de energiebelasting voor huishoudens met 200 miljoen euro vanaf 2026. Verder wordt een fiscale regeling geïntroduceerd om medewerkersparticipaties voor startups en scale-ups te stimuleren en wordt het toeslagpartnerschap vereenvoudigd.
Fiscale regeling werknemersopties voor startups en scale-ups
De regeling biedt medewerkers van dit soort bedrijven een lagere loonbelasting door de grondslag van inkomen uit aandelenopties te versmallen tot 65%. Ook wordt het moment van heffing uitgesteld tot het moment van de daadwerkelijke verkoop van de aandelen. Dit leidt tot een derving. Dit wordt gedekt door de stakingsaftrek en de meewerkaftrek stapsgewijs af te schaffen.
Uitstel pensioen bedrag ineens
De invoering van de Wet herziening bedrag ineens is opnieuw uitgesteld. Pensioenuitvoerders hebben aangegeven na instemming van beide Kamers ten minste zes tot negen maanden nodig te hebben om deelnemers goed te kunnen informeren over het keuzerecht voor opname van een bedrag ineens van het ouderdomspensioen. Daarom wordt de invoering uitgesteld naar 1 juli 2026. Dit leidt tot een derving in 2025 en 2026.
Verlagen lage Aof-premie
In 2022 heeft het kabinet, als onderdeel van het «MKB-pakket» geld vrijgemaakt voor een extra verlaging van het lage Aof-tarief. Tijdens de behandeling van het Belastingplan 2025 (BP 2025) in de Tweede Kamer is dat pakket gewijzigd en de premieverlaging kleiner geworden. De aanpassingen waren daarmee niet in elk jaar even groot, waardoor het Aof-tarief voor kleine werkgevers nu een afwijkend verloop kent en het verschil met het hoge tarief in 2026 en 2027 incidenteel oploopt.
Met deze maatregel wordt de korting via het lage tarief voor het mkb in 2026 en 2027 gelijk gehouden. Hiervoor wordt het lage Aof-tarief verlaagd met 0,21%-punt in 2026 en 0,23%-punt in 2027.
Verhogen hoge Aof-premie
Om het gelijk houden van de korting voor het mkb in de Aof-premie te dekken wordt het hoge Aof-tarief verhoogd met 0,03%-punt in 2026 en 0,04%-punt in 2027.
Constant forfait van 27%
Conform de tweede nota van wijziging van het BP25 geldt het nieuwe constante forfait van 27% van de expatregeling voor ingekomen en uitgezonden werknemers, zoals militairen en diplomaten. Ten aanzien van de ingekomen werknemers is sprake van een derving die al is meegenomen in de Miljoenennota 2025. Voor de uitgezonden werknemers leidt de versobering van 30% naar 27% tot een opbrengst die nog niet was verwerkt.
RVU-vrijstelling voor drie jaar verlengen en bedrag verhogen
In oktober 2024 is er een akkoord bereikt over de Regeling voor Vervroegd Uittreden (RVU). Met dit nieuwe akkoord wordt de drempelvrijstelling in de RVU-heffing per 2026 verhoogd en voor drie jaar verlengd. Daarnaast is er geld gereserveerd voor het mogelijk verlengen van de drempelvrijstelling daarna. Dit wordt deels gedekt door een verhoging van het tarief van de RVU-heffing in stappen tot 65% in 2028 en voor het overige door een verhoging van premie voor het AOF.
Jaar uitstel verhogen AWf-premie voor Wpc
In de Voorjaarnota 2024 is het besluit verwerkt om de crisisuitgaven van de Wet personeelsbehoud bij crisis (Wpc) te dekken door middel van een premieverhoging van het Algemeen Werkloosheidsfonds (AWf). Er is destijds een kadercorrectie toegepast binnen het inkomstenkader om de dekking via de AWf-premie mogelijk te maken. De begrotingsregels bieden hier de mogelijkheid toe, omdat het een hervorming betreft. Het ingaan van de Wpc is een jaar vertraagd. Daarmee is de dekking ook een jaar later pas nodig. Dit uitstel wordt via een kadercorrectie verwerkt.
Verruimen/verduidelijken fietsregeling loonbelasting
Op dit moment geldt er een bijtellingsregeling voor de terbeschikkinggestelde (elektrische) fiets. Deze bijtelling geldt alleen voor fietsen die ook worden gebruikt voor privédoeleinden. Een fiets die wordt gebruikt voor woon-werkverkeer wordt geacht voor privédoeleinden ter beschikking te zijn gesteld. Dit levert problemen op voor fietsen die voor woon-werkverkeer worden gebruikt, maar over het algemeen niet mee naar huis worden genomen, zoals hubfietsen.
Met deze maatregel wordt de fietsregeling verduidelijkt zodat dit onbedoelde effect wordt verholpen. De maatregel zorgt ervoor dat voor ‘zakelijke’ fietsen die over het algemeen niet thuis worden gestald geen bijtelling geldt. Dit leidt tot een derving.
Stapsgewijs verhogen eerste schijf WKR van 1,92% naar 2,16%
Het percentage van de eerste schijf van de vrije ruimte van de werkkostenregeling is per 1 januari 2025 verhoogd van 1,92% naar 2% en gaat vanaf 2027 naar 2,16%. Hiermee krijgen werkgevers, relatief gezien met name het mkb, meer fiscale ruimte voor goed werkgeverschap. Door uitbreiding van de vrije ruimte kunnen werkgevers bijvoorbeeld makkelijker duurzame arbeidsvoorwaarden, sportabonnementen of een extra thuiswerkvergoedingen aanbieden.
Twee jaar aftoppingsgrens pensioenopbouw tweede en derde pijler niet indexeren
De aftoppingsgrens van het pensioengevend loon uit de Wet op de loonbelasting 1964 en de maximale premiegrondslag voor het bepalen van de jaarruimte voor inleg van premies voor lijfrenten uit de Wet inkomstenbelasting 2001, worden bij het begin van kalenderjaar 2025 en 2026 niet geïndexeerd. De niet-indexering is voorgesteld ter dekking van het in stand houden van de giftenaftrek in de winstbelasting en het verruimen van de giftenaftrek in de IB.
Verhogen budget WBSO
Het budget voor de afdrachtvermindering speur- en ontwikkelingswerk (S&O), ook wel Wet Bevordering Speur- en Ontwikkelingswerk (WBSO) genoemd, wordt structureel verhoogd met 100 miljoen euro.
Zie ook het bericht op rijksoverheid.nl (Ministerie van Financiën) over de Voorjaarsnota 2025
Zie ook het bericht van rijksoverheid.nl (Ministerie van SZW) op rijksoverheid.nl)