De werknemer heeft de kantonrechter verzocht het gegeven ontslag op staande voet te vernietigen en de werkgever te veroordelen tot doorbetaling van zijn loon vanaf 11 juli 2023, te vermeerderen met de wettelijke verhoging van 50%.
Oordeel kantonrechter
De kantonrechter heeft de verzoeken van de werknemer afgewezen en de werknemer veroordeeld tot betaling van de gefixeerde schadevergoeding (te vermeerderen met de wettelijke rente) en tot het verwijderen en verwijderd houden van de bewuste e-mails (met dwangsom), alles met veroordeling van de werknemer in de proceskosten.
De kantonrechter heeft hieraan het volgende ten grondslag gelegd, De werknemer heeft niet inzichtelijk gemaakt waarom hij de informatie nodig had zodat het ervoor moet worden gehouden dat hij die informatie niet nodig had om, zoals hij had aangevoerd, zijn rechtspositie te bepalen en te reflecteren op wat er zich tussen hem en de werkgever (de betrokkene) heeft afgespeeld.
Informatie dadelijk moeten verwijderen
Aangezien de werknemer die informatie niet nodig had op zijn privé e-mailadres, had hij deze, zodra hij erop werd aangesproken, dadelijk behoren te verwijderen. Nu hij niet aan het daartoe strekkende verzoek heeft voldaan, rechtvaardigen de toezending van de bedrijfsgevoelige informatie aan het privé e-mailadres en zijn weigering om deze informatie te verwijderen het gegeven ontslag.
De werknemer heeft, mede gelet op zijn functie, behoren te begrijpen dat het, gelet op de daaraan verbonden risico’s, niet aangaat om de bedrijfsgevoelige informatie zonder toestemming van de werkgever buiten haar macht te brengen zodat hij daarop geen controle meer kan uitoefenen, en deze onder zich te houden ondanks het verzoek om deze te verwijderen. De persoonlijke omstandigheden van de werknemer leiden niet tot een ander oordeel.
In hoger beroep
Tegen de genoemde beslissingen van de kantonrechter en de daaraan ten grondslag gelegde motivering komt de werknemer in hoger beroep op met vier grieven.
Naar aanleiding van de grieven overweegt het hof als volgt.
Het hof is ook van oordeel dat het gegeven ontslag op staande voet rechtsgeldig is. Het hof licht dat oordeel hierna toe.
Bedrijfsgevoelige informatie
Het hof neemt tot uitgangspunt dat de e-mails en bijlagen die de werknemer op 6 juli 2023 naar zijn privé e-mailadres heeft gestuurd bedrijfsgevoelige informatie bevatten. De werknemer heeft immers in zijn grieven de vaststelling van de kantonrechter op dit punt niet bestreden.
E-mailes met updates en ontwikkelingen
Bij de mondelinge behandeling in hoger beroep is van de zijde van de werknemer nog een aantal opmerkingen in dit verband gemaakt. Zo is naar voren gebracht dat het merendeel van de stukken niet strategisch van aard is en dat, met andere woorden, concurrenten hier niets mee kunnen. Het zijn volgens de werknemer e-mails van hemzelf aan de betrokkene met updates en ontwikkelingen met als doel om de betrokkene te informeren over de stand van zaken van bepaalde projecten en het overgrote deel van de bijlagen maakte onderdeel uit van deze statusupdates.
Correspondentie niet concurrentiegevoelig
Daarnaast heeft de advocaat van de werknemer bij de mondelinge behandeling in hoger beroep nog aangevoerd dat de werknemer en hij onderling hebben besproken dat de correspondentie niet concurrentiegevoelig was. Voor zover de werknemer met een en ander alsnog heeft willen bestrijden dat de e-mails en bijlagen bedrijfsgevoelige informatie bevatten, moet deze bestrijding worden aangemerkt als een nieuwe grief. Daarvoor was in dat stadium van het geding geen plaats meer. Ten overvloede voegt het hof hier aan toe dat het de hier bedoelde opmerkingen tegenover de bespreking door de werkgever van een aantal e-mails en bijlagen een onvoldoende gemotiveerde betwisting acht van het gestelde bedrijfsvertrouwelijke karakter ervan.
Rechtspositie veilig stellen
De werknemer heeft aangevoerd dat hij de e-mails naar zijn privé e-mailadres heeft gestuurd om voor zichzelf na te gaan wat er precies is gebeurd en om zijn rechtspositie veilig te stellen. De werknemer heeft daarbij uiteengezet, samengevat, dat hij te maken had met onderbezetting, een grote werklast, achterstanden, het gegeven dat vervanging van vertrokken personeel niet was toegestaan, alsmede het gegeven dat hij moeilijk kon communiceren met de betrokkene. De druk liep zo ver op dat hij zich op 6 juli 2023 heeft moeten ziek melden.
Ten onrechte de schuld zou krijgen
Over het sturen van de informatie naar zijn privé e-mailadres heeft de werknemer nog naar voren gebracht dat hij het wel zag gebeuren dat hij, ten onrechte, de schuld zou krijgen van de problematiek en achterstanden binnen de organisatie omdat de betrokkene meermaals had laten blijken dat hij niet tevreden was over de aanpak van de werknemer.
Nagelaten een en ander toe te lichten
De kantonrechter heeft in dat verband overwogen dat de werknemer niet inzichtelijk heeft gemaakt waarom hij de naar zijn privé e-mailadres doorgestuurde informatie nodig had, zodat het ervoor moet worden gehouden dat hij die informatie niet nodig had om zijn rechtspositie te bepalen en te reflecteren. Ook in hoger beroep heeft de werknemer nagelaten een en ander naar behoren toe te lichten.
Verwijderen nadat hij erop werd aangesproken
Het hof acht voorstelbaar dat de door de werknemer doorgestuurde informatie, hoezeer ook bedrijfsgevoelig, niet het resultaat is van een door hem bewust gemaakte selectie en dat de gesteldheid en gemoedstoestand waarin de werknemer verkeerde daarbij een rol hebben gespeeld, zoals de werknemer heeft aangevoerd. Deze omstandigheden kunnen de werknemer wellicht tot zekere hoogte verontschuldigen. Met de kantonrechter is het hof echter van oordeel dat de werknemer de informatie dadelijk had behoren te verwijderen zodra hij erop werd aangesproken dat hij deze ten onrechte naar zijn privé e-mailadres had verzonden. De werknemer heeft dat geweigerd.
Goede gronden om er zwaar aan te tillen
De werkgever had goede gronden om zwaar te tillen aan het doen en laten van de werknemer na zijn ziekmelding. Het betrof, als gezegd, bedrijfsgevoelige informatie. Het valt te begrijpen dat het doorsturen zowel op grond van de inhoud van de informatie als de timing ervan serieuze vragen opriep bij de werkgever. Ook de werknemer had dat redelijkerwijze moeten begrijpen na ontvangst van de brief van 7 juli 2023.
Wat de timing betreft, was niet alleen van belang dat de werknemer de informatie had doorgestuurd na zijn ziekmelding maar ook nadat de verstandhouding tussen partijen (in het bijzonder tussen de werknemer en de betrokkene) kennelijk zodanig was geworden dat de werknemer er rekening mee hield dat zijn account zou worden geblokkeerd. Dat hij daar bang voor was, heeft de werknemer verklaard in antwoord op de vraag van het hof waarom hij de e-mails naar zijn privé account had gestuurd terwijl hij op dat moment toch gewoon toegang zal hebben gehad tot zijn werkaccount.
Concurrentiegevoelige markt
Ook overigens mocht de werkgever zwaar tillen aan het handelen van de werknemer. De werkgever heeft gesteld dat hij opereert in een concurrentiegevoelige markt. Hij heeft erop gewezen dat het feit dat de informatie buiten het domein van de organisatie terecht is gekomen, meebrengt dat er vanaf dat moment geen controle of invloed meer op is. Ook heeft de werkgever erop gewezen dat hij ISO27001 gecertificeerd is en daarmee een ISO-standaard voor informatiebeveiliging heeft. De werknemer heeft een en ander niet betwist.
De voorgaande overwegingen voeren het hof tot het oordeel dat in elk geval de weigering door de werknemer om de doorgestuurde informatie te verwijderen nadat hij daartoe door de werkgever op 7 juli 2023 was gesommeerd, een voldoende rechtvaardiging voor de werkgever opleverde om de werknemer op staande voet te ontslaan.
Ziekmelding leidt niet tot andere uitkomst
Gegeven het onmiddellijke belang van de werkgever bij verwijdering door de werknemer van de doorgestuurde informatie, leidt de ziekmelding van de werknemer niet tot een andere uitkomst. De werknemer heeft zich ziek gemeld wegens spanningsklachten. Uit hetgeen hij heeft betoogd, kan niet worden opgemaakt dat deze klachten eraan in de weg stonden te voldoen aan de sommatie van de werkgever tot verwijdering van de informatie op zijn privé account. En al ware dat anders, uit niets volgt dat door of namens de werknemer (die in de betrokken periode reeds over rechtsbijstand beschikte) aan de werkgever op enig moment voldoende duidelijk is gemaakt dat en waarom hij niet in staat was aan deze sommatie te voldoen.
Andere omstandigheden leiden niet tot andere uitkomst
Ook andere omstandigheden die de werknemer heeft aangevoerd, leiden niet tot een andere uitkomst. Dat de informatie is doorgestuurd naar het privé e-mailadres gedurende het dienstverband, dat de e-mails reeds in het bezit waren van de werknemer, dat de e-mails niet zijn gedeeld met derden en dat er geen schade is toegebracht (en de werknemer daartoe ook niet het oogmerk had), legt voor het hof onvoldoende gewicht in de schaal. Dat de werknemer de bijlagen op zijn privé computer niet kon openen, is evenmin van belang. Hetzelfde geldt voor de omstandigheid dat de werkgever geen interne regels heeft waarin staat vermeld dat werknemers toestemming nodig hebben om e-mails buiten het veilige terrein van de werkgever te brengen.
De werknemer heeft bij beroepschrift bewijs aangeboden “van al zijn stellingen”. Het hof wijst dit bewijsaanbod als te vaag van de hand.
Bekrachtiging beschikking
De slotsom van het voorgaande is dat de grieven niet tot vernietiging van de bestreden beschikking kunnen leiden. Bij afzonderlijke bespreking van de grieven bestaat onvoldoende belang. Het hof zal daarom de beschikking van de kantonrechter bekrachtigen, met veroordeling van de werknemer in de kosten van het hoger beroep.
Uitspraak Hof Den Haag, 23 juli 2024, ECLI:NL:GHDHA:2024:1167