Het gaat daarbij om een Belastingdienst die klaar is voor de toekomst, het voorbereiden van wetgeving voor een hervorming van het belastingstelsel en toeslagenstelsel en box 3 in rustiger vaarwater brengen.
De staatssecretaris ziet voor deze kabinetsperiode drie prioriteiten:
- Een Belastingdienst die klaar is voor de toekomst. Dit betekent prioriteit geven aan de brede opgaven die de Belastingdienst heeft op het gebied van personeel en ICT. En ook dat de Belastingdienst hoogwaardige dienstverlening biedt aan burgers en bedrijven en dat de rechtsbescherming gewaarborgd is. Dat hoort bij goed bestuur.
- Het voorbereiden van wetgeving voor een hervorming van het belasting- en toeslagenstelsel. Het kabinet wil toe naar een stelsel dat eenvoudiger en beter voorspelbaar is. Een stelstel dat toekomstige ontwikkelingen aankan en zo ook meer zekerheid biedt. En een stelsel waarin (meer) werken meer loont. Er liggen al veel rapporten met uitgewerkte beleidsopties. Het is nu tijd om knopen door te hakken.
- Box 3 in rustiger vaarwater brengen door de grote hersteloperatie zorgvuldig af te handelen en robuuste regelgeving te maken die juridisch houdbaar is. Daarbij gelden evenzeer de uitgangspunten van goed bestuur. Belasting heffen moet op een rechtvaardige en zorgvuldige manier gebeuren. Een wendbare en toekomstbestendige Belastingdienst is ook een randvoorwaarde voor fiscaal beleid. Alleen dan kunnen de noodzakelijke stappen gezet worden in box 3 en bij de hervorming van het stelsel.
Twee andere belangrijke randvoorwaarden zijn:
- goede wetgeving die juridisch houdbaar, doenlijk en uitvoerbaar is;
- het spreiden van wetgeving in de tijd.
Personeelsplanning
De personele bezetting van de Belastingdienst staat blijvend onder druk. Dit komt door taakuitbreidingen en intensiveringen én door de oplopende pensioen- en reguliere uitstroom. In de periode 2024–2028 wordt uitgegaan van een uitstroom van circa 11.500 collega’s (fte). Continue werving van nieuwe medewerkers is daarom nodig. De komende jaren vergt het een grote inspanning om medewerkers start- en vakbekwaam te maken en houden.
Moderniseringsopgave ICT
De Belastingdienst werkt aan een moderniseringsopgave van de ICT. Dit is noodzakelijk om de continuïteit te borgen. Een modern ICT-landschap is ook een randvoorwaarde om op termijn een hervorming van het belastingstelsel door te kunnen voeren.
Eenvoudiger om fouten te herstellen
De Belastingdienst houdt er rekening mee dat mensen fouten kunnen maken en zich kunnen vergissen. Zeker met de bestaande ingewikkelde regels zullen burgers en bedrijven de regels niet altijd in één keer goed toepassen. Een vergissing kan ertoe leiden dat mensen geconfronteerd worden met correcties, boetes en rente. Het kan ook zijn dat ze een belastingvoordeel laten liggen. Het kabinet wil dat het eenvoudiger wordt om fouten te herstellen. In dat kader onderzoekt het kabinet een fiscale oplossing onder de noemer ‘direct aanpassen’.
Ook wil Idsinga de positie van de burger verstevigen door de burger inzicht te geven in de eigen fiscale gegevens.
Handhaving
Het voorkomen van fouten heeft de voorkeur. Dit staat ook centraal in de uitvoerings- en handhavingsstrategie. Voor handhaving wil de Belastingdienst meer gebruik maken van de kwaliteit die fiscaal dienstverleners en softwareontwikkelaars toevoegen. Dit laatste gebeurt bijvoorbeeld bij het mkb. Ook gaat de Belastingdienst per 1 januari 2025 weer volledig handhaven op de kwalificatie van de arbeidsrelatie in de loonheffing. Daar waar sprake is van bewuste fraude is opsporing door de FIOD een belangrijk instrument in de mix van handhavingsinstrumenten.
Aanpak fiscale regelingen
Uit het ambtelijk rapport ‘Aanpak fiscale regelingen’ en recente evaluaties blijkt dat van de 116 doorgelichte regelingen er 12 geëvalueerd zijn als doeltreffend en doelmatig, 38 als ‘onzeker’ en 33 als niet of beperkt doeltreffend en/of doelmatig (33 regelingen zijn nog niet geëvalueerd). De aanpak van fiscale regelingen is een voortgaand proces. Als eerste gaat het kabinet aan de slag met het afbouwen van (negatief geëvalueerde) fiscale regelingen conform het Hoofdlijnenakkoord. De verlaagde btw-tarieven op logies en cultuur worden grotendeels afgeschaft, net als de salderingsregeling in de energiebelasting. Daarnaast worden de komende jaren nieuwe evaluaties van fiscale regelingen afgerond.
Autobelastingen
Bij de vergroening van het belastingstelsel is in het bijzonder aandacht voor de autobelastingen. De komende decennia bestaat het wagenpark uit elektrische auto’s en brandstofauto’s. Het is belangrijk dat de kosten over beide groepen eerlijk worden verdeeld, zodat autorijden betaalbaar blijft en de elektrische auto in voldoende mate wordt ondersteund om de afgesproken klimaat- en energiedoelen te halen.
Door de geleidelijke toename van elektrische auto’s nemen de overheidsinkomsten af, terwijl het streven is een stabiele opbrengst van de autobelasting op de lange termijn. Van de elektrische rijder wordt daarvoor een eerlijke bijdrage gevraagd. Hierbij moet de bereikbaarheid in Nederland en in de regio op orde blijven. De komende tijd gaat de staatssecretaris – samen met de minister en staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat en de minister van Klimaat en Groene Groei – daarom op zoek naar een nieuwe toekomstbestendige balans tussen deze onderwerpen.
In het voorjaar van 2025 presenteert het kabinet vervolgens een plan voor een hervorming van de autobelastingen en het aanpalende mobiliteitsbeleid. In dit plan worden verschillende opties uitgewerkt, waarbij rekening wordt gehouden met de afspraken over de hervorming van de autobelastingen en de daaraan gerelateerde CO2-reductie zoals opgenomen in het Nederlands Herstel- en Veerkrachtplan (HVP).