
Jonge bedrijven (bedrijfsleeftijd tot 2 jaar) met weinig personeel in dienst (1 tot 10 werknemers) hadden het minst vaak een pensioenregeling voor hun personeel (46 procent). Naarmate bedrijven langer bestaan wordt er vaker pensioen geregeld voor hun werknemers.
Minder werknemers zonder pensioenregeling
Er waren eind 2022 765.000 werknemers zonder pensioenregeling via hun werkgever. Dat waren 171.000 werknemers minder dan bij de vorige meting, eind 2019. Dit is een afname van 18 procent. Dat blijkt uit cijfers over werknemers zonder pensioen in opdracht van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW).
In totaal hadden bijna 7,3 miljoen mensen een baan in loondienst in Nederland. Ongeveer 13 procent van de werknemers had geen pensioenregeling bij de werkgever in 2016 en in 2019. In 2022 nam dit aandeel af naar 11 procent van alle werknemers.
Jonge werknemers
Van werknemers in de leeftijd van 21 tot 35 jaar bouwde 15 procent geen pensioen op. Het aandeel werknemers dat geen pensioen opbouwde nam af naarmate het om oudere leeftijdsgroepen ging. Onder 35- tot 55-jarige werknemers had 9 procent geen pensioenregeling en in de leeftijdsgroep 55 jaar tot AOW-leeftijd was dit bijna 8 procent.
Laag inkomen
23 procent van de werknemers met een huishoudensinkomen tot 20.000 euro had geen pensioenregeling. Van alle inkomensklassen is dit verreweg het hoogst. Bij de andere inkomensklassen was dit aandeel vrijwel gelijk en schommelde het tussen de 8 en 10 procent van alle werknemers in die inkomensklasse.
Uitzendbureaus
Van alle werknemers zonder pensioenregeling waren de meesten aan het werk binnen de arbeidsbemiddeling en uitzendbureaus. Dat ging om bijna 69.000 werknemers. Daarop volgde de bedrijfsklasse ontwikkelen, produceren en uitgeven van software met ruim 29.000 werknemers die geen pensioen opbouwden.