Voor veel werkende ouders is kinderopvang essentieel. De ouders kunnen door de kinderopvang werken en opvang draagt bij aan de ontwikkeling van hun kinderen. Maar kinderopvang vormt voor veel huishoudens een grote kostenpost. Met de kinderopvangtoeslag komt de overheid werkende ouders tegemoet in die kosten.
Het kabinet wil overgaan op directe financiering van kinderopvangorganisaties, waarbij de risico’s en verantwoordelijkheden gelijker worden verdeeld. Zo wordt voorkomen dat ouders geconfronteerd blijven worden met terugvorderingen. In de Kamerbrief van 5 april 2024 heeft de minister toegelicht welke bouwstenen dit kabinet uitwerkt voor deze nieuwe financiering. In aanloop naar deze nieuwe manier van financiering heeft dit kabinet een ingroeipad voorzien.
Zes ingroeipadvarianten
In de brief van 5 april zijn vier varianten geschetst voor de inzet van de € 429 miljoen aan gereserveerde ingroeipadmiddelen in 2025. Daarnaast heeft de minister nog twee varianten laten doorrekenen, die een combinatie vormen van de eerdere varianten 1 en 4. Het gaat om de volgende zes mogelijke varianten:
- Variant 1 (hogere vergoedingspercentages voor middeninkomens)
- Variant 2 (zo veel mogelijk ouders krijgen 96%)
- Variant 3 (hogere vergoedingspercentages in beide kindtabellen, vanaf circa € 29.000)
- Variant 4 (hogere vergoedingspercentages in de eerste kindtabel, vanaf circa € 29.000)
- Variant 5 (hogere vergoedingspercentages voor midden- en hogere inkomens)
- Variant 6 (hogere vergoedingspercentages voor inkomens tussen ca. € 29.000 en ca. € 170.000).
Arbeidsparticipatiegevolgen
Om de arbeidsparticipatie verder te stimuleren, moet (meer) werken ook lonen. De kosten voor kinderopvang vormen daarbij vaak een belemmering. Voor veel huishoudens geldt dat ze een extra dag kinderopvang moeten afnemen om een dag extra te kunnen werken, zeker als de partner met het grootste aantal arbeidsuren al fulltime werkt. De extra kosten van die opvang verlagen de netto baten van een dag extra werken. Dat geldt in het bijzonder voor middeninkomens, omdat zij recht hebben op minder dan het maximale vergoedingspercentage in de kinderopvangtoeslag. Daarnaast zorgt een dag extra werken er in veel gevallen voor dat zij in een hogere inkomensklasse vallen, waardoor het vergoedingspercentage waar zij recht op hebben verder daalt.
Werken gaat meer lonen
De kosten van kinderopvang kunnen een belangrijke remmende factor zijn in de keuze om meer te gaan werken. Door de kinderopvangtoeslag te verhogen, dalen de netto kosten van kinderopvang, waardoor de netto opbrengst van een dag (extra) werken toeneemt. Werken gaat dus meer lonen en dit stimuleert de arbeidsparticipatie.
Wijziging Besluit kinderopvangtoeslag
Het kabinet maakt binnenkort een keuze uit de zes ingroeipadvarianten. De gekozen variant wordt verwerkt in het ontwerpbesluit tot wijziging van het Besluit kinderopvangtoeslag, met daarin de tarieven en vergoedingspercentages voor 2025. Dat ontwerpbesluit wordt op of rond 7 juni aan het parlement gestuurd. De uitkomsten van de voorhangprocedure neemt Van Gennip mee in de definitieve versie van het Besluit, dat uiterlijk in oktober wordt gepubliceerd en op 1 januari 2025 in werking treedt. Zo zetten het kabinet en de Tweede Kamer samen de eerste concrete stap naar beter betaalbare kinderopvang en meer zekerheid voor ouders.
Kamerbrief over toelichting op varianten eerste tranche ingroeipad kinderopvangtoeslag 2025