De NOW-regeling wordt op basis van de loonsom van de referentiemaand en het verwachte omzetverlies snel als voorschot van 80 procent uitgekeerd, zodat bedrijven de lonen kunnen blijven betalen.
Daadwerkelijke omzetverlies
Inherent aan deze systematiek is dat bij de vaststelling gekeken wordt naar het daadwerkelijke omzetverlies en de loonsom, om te bepalen wat de werkelijke hoogte is van de subsidie. Dit kan ertoe leiden dat de werkgever nog een restant aan subsidie ontvangt van het UWV of dat de werkgever een deel van het voorschot moet terugbetalen.
Ook komt het voor dat werkgevers het volledige voorschot terugbetalen, bijvoorbeeld omdat zij meer omzet hebben gedraaid dan verwacht en daarmee niet meer in aanmerking komen voor de NOW.
Coulant terugbetalingsregime
Het uitgangspunt van het terugvorderbeleid is dat UWV zich coulant opstelt met betrekking tot de terugbetalingen en zo veel mogelijk rekening houdt met de financiële mogelijkheden van de werkgever. De terugbetaling van een vordering – waar nooit rente over wordt gerekend – kan zo nodig over een langere periode worden uitgesmeerd.
Werkgevers ontvangen in eerste instantie een brief met een standaard terugbetaaltermijn van zes weken. UWV biedt echter de mogelijkheid om de terugbetalingen over een langere periode te verdelen en er wordt op mijn verzoek een coulant terugbetalingsregime gehanteerd.
Telefonisch of online contact
Een werkgever kan in het geval van een terugbetaling telefonisch contact opnemen met UWV om een betalingsregeling van een jaar af te spreken. Als ook deze termijn tot problemen zou leiden bij de werkgever, kan samen met UWV worden bezien op welke termijn wel terugbetaald kan worden tot een maximum van vijf jaar.
Werkgevers kunnen inmiddels ook online met UWV afspraken maken over een langere
terugbetaaltermijn. Hiermee stelt UWV zich dus coulant op. Deze terugbetalingstermijnen zijn ruimer dan de termijnen die bij reguliere terugbetalingstrajecten worden gehanteerd door UWV. Dit geldt ook voor het niet rekenen van rente in vergelijking met de gebruikelijke systematiek.
Nabetalingen bij NOW1
Tot en met 25 februari 2021 zijn er van de verzoeken tot vaststelling die zijn ingediend 41.439 verwerkt. Dit heeft geleid tot 13.550 nabetalingen voor een bedrag van 63,2 miljoen euro. Bij sommige bedrijven gaat het om grote bedragen, bij andere om kleinere. Daarnaast moet er in 24.031 gevallen NOW-subsidie worden terugbetaald voor een totaalbedrag van 366,2 miljoen euro.
Bij ongeveer 80 procent van de terugvorderingen wordt het terugvorderingsbedrag voor het grootste gedeelte bepaald doordat het omzetverlies lager blijkt dan eerder door de werkgever was ingeschat.
Bij ongeveer 20 procent van de terugvorderingen wordt het terugvorderingsbedrag voor het grootste gedeelte door een loonsomdaling bepaald. De overige 3.858 vaststellingsverzoeken waren op dat moment nog niet verwerkt.
Onderstaand een overzicht van de aantallen nabetalingen en terugbetalingen en de (gemiddelde) hoogte hiervan, uitgesplitst naar het aantal medewerkers:
NOW1 Vaststellingen naar bedrijfsgrootte (12 maart 2021)
Aantal medewerkers | Aantal nabetalingen |
Hoogte nabetaling |
Gemiddelde hoogte nabetaling |
Aantal terugbetalingen |
Hoogte terugbetalingen |
Gemiddelde hoogte terugbetalingen |
<10 | 11.430 | € 33.524.312 | € 2.933 | 19.114 | € 99.180.701 | € 5.189 |
10 tot 25 | 1.606 | € 14.609.192 | € 9.096 | 3.603 | € 79.643.002 | € 22.105 |
25 tot 50 | 385 | € 6.053.368 | € 15.723 | 855 | € 53.018.211 | € 62.010 |
50 tot 150 | 102 | € 5.716.057 | € 56.040 | 370 | € 68.059.938 | € 183.946 |
150 tot 250 | 16 | € 1.357.547 | € 84.847 | 49 | € 21.117.853 | € 430.977 |
250 of meer | 11 | € 1.979.989 | € 179.999 | 40 | € 45.186.431 | € 1.129.661 |
13.550 | € 63.240.465 | € 4.667 | 24.031 | € 366.206.136 | € 15.239 |
Bezwaren: stand van zaken
UWV heeft (stand 14 april) 1.938 bezwaren ontvangen, waarvan 1.359 bezwaren zijn afgehandeld en 579 bezwaren nog lopen. Van deze bezwaren is 24 procent gegrond verklaard, 51 procent ongegrond, 4 procent niet-ontvankelijk en in 21 procent van de gevallen volgde een intrekking van het bezwaar door de indiener.
Uit loonsom filteren
Als de werkgever kan aantonen door middel van objectief verifieerbare gegevens uit de loonadministratie dat de loonkosten in de referentiemaand niet representatief waren, doordat sprake was van het uitbetalen van bonussen, overuren, etc. dan kan UWV deze gelden uit de loonsom filteren. UWV kon dit binnen het vaststellingsproces al eerder voor de uitbetaling van vakantiegeld en
een dertiende maand.
Ondertussen kan UWV dit in bezwaar ook voor incidentele componenten, zoals de uitbetaling van vakantiedagen en overuren of gratificaties en bonussen.
Door deze componenten in bezwaar zoveel mogelijk uit de loonsom te filteren wordt getracht onterechte vertekeningen in de loonsom van de werkgever met gevolgen voor de hoogte van de NOW-subsidie zoveel mogelijk tegen te gaan.
Een bezwaar van de werkgever blijft hiervoor echter wel noodzakelijk, omdat deze specifieke componenten niet in de automatische verwerking kunnen worden ingebouwd.
Bedrijfseconomisch ontslag
Een dalende loonsom als gevolg van vertrek van een werknemer of bedrijfseconomisch ontslag zal als bezwaargrond doorgaans echter niet tot heroverweging kunnen leiden, omdat het de opzet is van de NOW om de loonsom en daarmee de werkgelegenheid zoveel mogelijk in stand te houden.
Voor het overgrote deel werkt de grofmazigheid van de NOW-regeling goed, maar in bepaalde situaties wordt niet de steun gekregen die een werkgever wel mag verwachten. Individueel maatwerk zou de regeling voor UWV onuitvoerbaar maken. In bezwaar vindt echter een heroverweging plaats op basis van de omstandigheden van het geval.
Werkgevers ontvangen in eerste instantie dan minder subsidie dan waar de werkgever op had gerekend, maar in bezwaar kan daar op worden teruggekomen door in de geest van de regeling te handelen.
In welke situaties dit het geval is, is altijd een individuele beoordeling die op grond van verifieerbare gegevens moet worden gebaseerd. Tegelijkertijd zijn er enkele patronen te zien op basis van de veelvoorkomende bezwaargronden die zijn aangedragen en waar de geest van de regeling een andere uitkomst rechtvaardigt.
Bij UWV is ondertussen flink opgeschaald in capaciteit bij de afdeling Bezwaar en Beroep om de bezwaren die voortkomen uit de NOW-regeling te kunnen behandelen. Dat neemt nog steeds niet weg dat het systeem onder druk kan komen te staan als de stroom aan bezwaren te groot wordt.
Bezwaar gegrond verklaard
In de onderstaande (niet-limitatieve) situaties zal een bezwaar doorgaans gegrond worden verklaard, hoewel hier vooraf geen zekerheid over kan worden gegeven omdat iedere casus uniek is en in een bezwaarfase individueel beoordeeld zal moeten worden.
- Schonen loonsom:
i. incidentele beloningen in de referentiemaand leiden mogelijk tot een niet representatieve loonsom;
ii. werknemers die voor de referentiemaand uit dienst zijn gegaan maar waar de eindafrekening, als all-in loon, verloond is in de referentiemaand. Dit is overigens geen kwestie van maatwerk, maar van het correct uitvoeren van de regeling; - Samentellen loonheffingennummers: wijzigingen van rechtsvorm zonder dat de bedrijfsvoering is veranderd, zoals wanneer een eenmanszaak overgaat in een BV;
- Samentellen loonheffingennummers: fusies en afsplitsingen in een concernrelatie zonder dat er mutaties in het werknemersbestand plaatsvinden;
- Overige situaties die aangemerkt kunnen worden als opvolgend werkgeverschap, daaronder kan ook worden begrepen de situatie van inleenkrachten die na de referentiemaand in dienst komen van de inlener.
De meeste terugbetalingen binnen de NOW-regeling komen tot nu toe voort uit een minder lage omzet dan ten tijde van de voorschotverlening door de werkgever was opgegeven. Oftewel het omzetverlies waar de hoogte van het in eerste instantie uitgekeerde voorschot op was gebaseerd, blijkt achteraf mee te vallen.
Terugbetaling bij hogere omzet
Hoewel in een situatie van omzetverlies geen sprake kan zijn van goed nieuws, is het feit dat een werkgever ondanks de coronacrisis toch meer omzet heeft gedraaid dan vooraf was ingeschat bij de
aanvraag van de NOW positief te noemen. Daar hoort vervolgens dan wel een lagere NOW-subsidie bij, en dus een terugbetaling op basis van het te hoge voorschot: de werkgever heeft door de hoger dan verwachte omzet minder steun nodig gehad.
Bezwaren die worden ingediend op basis van een terugbetaling die volgt uit een hogere omzet dan waarop het voorschot was gebaseerd zullen normaliter dus ook worden afgewezen.
Beantwoording Kamervragen over afwijzing bezwaren tegen vaststelling NOW1-steun
Bijlage voorbeelden casuïstiek bezwaar NOW