Bij de berekening gaat UWV uit van de totale loonsom, exclusief vakantiegeld, dertiende maand of eindejaarsuitkering.
De berekening gaat op de volgende manier:
- UWV neemt de totale loonsom van juni 2020. Dit is het totale sv-loon dat de werkgever betaalt voor alle werknemers die bij hem in dienst zijn met een vast én met een flexibel contract. Hiervoor kijkt UWV naar de loonaangifte. UWV gaat uit van de gegevens die bij UWV bekend zijn op 26 augustus 2020. Per werknemer geldt een maximum van € 9.718 per maand (twee keer het maximum dagloon).
Als je per vier weken loonaangifte doet: UWV verhoogt de loonsom van de zevende 4-wekenperiode in 2020 (15 juni tot en met 12 juli) met 8,33 procent. - De totale loonsom van juni verhoogt UWV met 40 procent. Dit is om kosten zoals werkgeverspremies, werknemersbijdragen aan pensioen en de opbouw van vakantiegeld te compenseren.
- UWV neemt X procent van de verhoogde loonsom, waarbij X gelijk is aan het percentage verwachte omzetverlies.
- De tegemoetkoming per maand is 85 procent daarvan.
Voorschot in drie keer
80 procent van de tegemoetkoming betaalt UWV als voorschot. Dit voorschot betaalt UWV in drie keer binnen een periode van ongeveer drie maanden. Mocht het bedrijf in de tussentijd stoppen, dan stopt UWV de betaling.
Definitieve tegemoetkoming
Achteraf berekent UWV de definitieve tegemoetkoming. Dat gebeurt op de volgende manier:
- UWV berekent de definitieve tegemoetkoming met het daadwerkelijke omzetverlies en met de daadwerkelijke loonsom. Daarbij vergelijkt UWV de loonsom van april, mei en juni 2021 met de loonsom van juni 2020.
- UWV vergelijkt de definitieve tegemoetkoming met het voorschot dat is betaald.
- Is het daadwerkelijke omzetverlies lager dan de werkgever verwachtte? Of is de opgetelde loonsom van april, mei en juni lager dan drie keer de loonsom van juni? Dan moet de werkgever een bedrag terugbetalen.
- Is de daadwerkelijke omzetverlies hoger en heeft de werkgever te weinig ontvangen? Dan krijgt de werkgever een nabetaling van UWV.
Let op: de loonsom mag met 10 procent dalen zonder dat dit ten koste gaat van de definitieve tegemoetkoming. Is de loonsom bijvoorbeeld met 20 procent gedaald? Dan wordt 10 procent hiervan verrekend met de tegemoetkoming en 10 procent niet.
Simulatietool en gevolgen dalende loonsom
UWV heeft een simulatietool online gezet die werkgevers helpt een goede inschatting te maken van hun situatie. Dat is van belang met het oog op de definitieve berekening van de tegemoetkoming die later volgt. Wie minder omzetverlies heeft geleden dan opgegeven of te maken heeft met een dalende loonsom, kan worden geconfronteerd met een terugvordering. De simulatietool maakt dit inzichtelijk.
Werkgevers bij wie de loonsom sindsdien is gedaald, kunnen met behulp van de simulatietool nu al zien welke gevolgen dit straks voor de definitieve berekening heeft. Dat kunnen ze meewegen bij het besluit om wel of geen NOW aan te vragen.
Berekening omzetverlies
Het omzetverlies moet minimaal 20 procent zijn over een periode van drie maanden.
Met de Rekenhulp Omzetverlies kunnen werkgevers het percentage aan omzetverlies over een periode van drie maanden berekenen.
Heeft de werkgever tegemoetkoming ontvangen voor de vierde aanvraagperiode, dan moet UWV de drie maanden van de vijfde aanvraagperiode aansluiten op de drie maanden waarin hij omzetverlies verwachtte in de vierde aanvraagperiode.
De berekening van het omzetverlies gaat op deze manier:
- Neem de totale omzet van 2019.
- Deel dit bedrag door vier. Dit is de gemiddelde omzet over drie maanden.
Vergelijk de verwachte omzet voor een van de periodes hieronder met dit bedrag.
Geen tegemoetkoming voor vierde aanvraagperiode
Als de werkgever voor het eerst NOW aanvraagt of als er geen tegemoetkoming voor de vierde aanvraagperiode is toegekend, dan kun je kiezen uit omzetverlies vanaf:
- 1 april: je geeft dan het percentage omzetverlies door over april, mei en juni 2021.
- 1 mei: je geeft dan het percentage omzetverlies door over mei, juni en juli 2021.
- 1 juni: je geeft dan het percentage omzetverlies door over juni, juli en augustus 2021.
Let op: de gekozen drie maanden waarin je omzetverlies verwacht, kun je niet meer aanpassen.
Voor welke werknemers?
De NOW-regeling geldt voor alle werknemers die op de loonlijst staan en voor wie de werkgever sociale premies betaalt. Hieronder vallen zowel werknemers met een vast contract, als werknemers met een flexibel contract, zoals een oproep- of nul-urencontract.
Let op: je vraagt geen tegemoetkoming aan voor uitzendkrachten. Zij staan namelijk niet op de loonlijst. Uitzendbedrijven kunnen zelf een tegemoetkoming aanvragen om het loon van hun uitzendkrachten door te betalen.
Het loon van een directeur-grootaandeelhouder (dga) telt niet mee in de loonsom, omdat een dga niet verplicht verzekerd is voor de werknemersverzekeringen.
Het loon van werknemers boven de AOW-leeftijd telt wel mee in de loonsom. Deze werknemers zijn namelijk nog verplicht verzekerd voor de Ziektewet, dus de werkgever betaalt sociale premies voor hen.
Betaling tegemoetkoming
UWV betaalt de tegemoetkoming in drie keer binnen een periode van ongeveer drie maanden. Het streven is om twee tot vier weken nadat de aanvraag is goedgekeurd, de eerste betaling te doen. De aanvraag moet wel volledig zijn. Als UWV meer informatie van de werkgever nodig heeft, kan het langer duren.
Door afrondingsverschillen kan het bedrag dat UWV op de rekening stort enkele euro’s hoger of lager zijn dan het bedrag dat in de beslissing staat. Het bedrag op de rekening is het juiste bedrag.